
Intern toezicht
Intern toezicht is een absolute voorwaarde voor goed onderwijs. De toezichthouder kijkt door de ogen van de samenleving en in het bijzonder de leerlingen en hun ouders. Hij of zij houdt de bestuurder scherp, denkt mee en spiegelt. Daar zijn heldere afspraken, transparantie en dialoog voor nodig.
Afgelopen jaren is de verwachting van het intern toezicht enorm toegenomen. Dat komt door enkele incidenten in het onderwijs. Toezichthouders moeten:
- Door cijfers kunnen heen kijken;
- Kunnen beoordelen of de kwaliteitszorg op orde is;
- Oog hebben voor maatschappelijk belang, ook als dat het instellingsbelang overstijgt;
- Op tijd bijsturen;
- Op tijd ingrijpen;
- Dat kan alleen in goed samenspel met het bestuur.
De monitorcommissie Goed Bestuur constateerde in haar advies dat er grote bereidheid is om te investeren in de onderlinge verhouding tussen bestuur en intern toezicht. De PO-Raad zal hierin een faciliterende rol spelen.
Op deze pagina
Onze standpunten over Intern toezicht
-
Goed intern toezicht en effectieve medezeggenschap
Goed intern toezicht en effectieve medezeggenschap zijn essentiële pijlers voor de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs. Ze zorgen niet alleen voor transparantie en verantwoording, maar versterken ook het vertrouwen van belanghebbenden, zoals ouders, medewerkers en leerlingen, in de organisatie.
Intern toezicht een integraal onderdeel is van professioneel bestuur in het primair onderwijs. De Raad van Toezicht (RvT) speelt hierbij een cruciale rol. Deze moet onafhankelijk, deskundig en professioneel functioneren om effectief toezicht te houden op het bestuur en de organisatie. Daarnaast is diversiteit binnen de samenstelling van de RvT van groot belang om een breed scala aan perspectieven te waarborgen en de kwaliteit van het toezicht te versterken.
Met de invoering van de Wet versterking bestuurskracht (2017) is de scheiding tussen bestuur en intern toezicht wettelijk verankerd. De PO-Raad ondersteunt deze ontwikkeling en benadrukt dat transparantie naar belanghebbenden een essentieel onderdeel is van goed toezicht.
Naast intern toezicht speelt medezeggenschap een belangrijke rol in het versterken van de legitimiteit en kwaliteit van besluitvorming binnen schoolorganisaties. De PO-Raad hecht veel waarde aan de betrokkenheid van personeel, ouders en andere belanghebbenden via medezeggenschapsraden (MR’s) en gemeenschappelijke medezeggenschapsraden (GMR’s).
Een belangrijke ontwikkeling is de samenwerking tussen de medezeggenschapsraad en de Raad van Toezicht. Beide organen hebben een controlerende rol en kunnen elkaar versterken door een open dialoog te voeren over beleidsmatige en organisatorische vraagstukken. De PO-Raad ziet hierin een kans om de kwaliteit van het onderwijs verder te verbeteren en besluitvorming breder gedragen te maken.
Onze dienstverlening voor Intern toezicht
Schoolbesturen op de kaart

De benchmark voor schoolbesturen in het funderend onderwijs. Op schoolbesturenopdekaart.nl geven schoolbesturen op basis van data inzicht in hun bedrijfsvoering. Zo zie je eenvoudig hoe een schoolbestuur ervoor staat. Je ziet standaard een vergelijking van het bestuur dat je kiest met het gemiddelde van schoolbesturen in dezelfde sector.
Bestuurlijke visitatie

Hoe sta je ervoor als schoolorganisatie: wat doe je goed, en waar kun je het beter doen? Deze vragen staan centraal bij het bestuurlijk visitatietraject van de PO-Raad. Het doel is om samen ontwikkelpunten te ontdekken en te versterken.
Meer over bestuurlijke visitatie
Veelgestelde vragen over Intern toezicht
-
Mag een lid van het intern toezicht tegelijkertijd de functie van bestuurder vervullen voor een vo-bestuur in hetzelfde voedingsgebied?
De Code Goed Bestuur schrijft voor dat een lid van het intern toezichtsorgaan niet tegelijkertijd de functie van bestuurder kan vervullen bij een andere organisatie in dezelfde sector, en ook niet bij een organisatie in een aanpalende onderwijssector in hetzelfde voedingsgebied.
Onder ‘aanpalend’ moet worden verstaan die schoolbesturen waar leerlingen naartoe doorstromen als ze de scholen van het eigen bestuur verlaten. In de praktijk gaat het wat betreft het PO dan bijna altijd om VO-besturen. Voor deze besturen in hetzelfde voedingsgebied geldt dat de schijn van belangenverstrengeling moeilijk te voorkomen is, zelfs als het reglement van de RvT hierin voorziet en leden een onafhankelijkheidsverklaring tekenen.
Overigens geldt voor alle bepalingen van de Code Goed Bestuur het ‘pas toe of leg uit’-principe. Besturen kunnen gemotiveerd afwijken van de Code Goed Bestuur, mits ze dit in het jaarverslag goed motiveren. Op deze manier kunnen schoolbesturen inspelen op specifieke omstandigheden zoals de beperkte beschikbaarheid van goede kandidaten voor de RvT.