Interview

Congresreeks PO-Raad: ‘Mooi uitgangspunt om in gesprek te gaan over de toekomst van goed onderwijs’

De digitale congresreeks 2021 van de PO-Raad, die vanaf nu is terug te kijken, draait om de toekomst van goed onderwijs. Verschillende sprekers geven hun visie op dit thema, ieder vanuit zijn eigen invalshoek. Bestuurder René van Harten en schoolleider Marcel Wevers van scholenstichting Trinamiek blikken samen terug op de zes afleveringen. Welke inzichten zijn blijven hangen? En hoe neem je de grote thema’s uit het congres mee in je dagelijkse onderwijspraktijk?

“Wat mij het meest is bijgebleven, is het gesprek met onderwijspedagoog Gert Biesta” (aflevering 4), zegt René van Harten. Hij is bestuurder bij Trinamiek, een stichting van 21 basisscholen in de gemeenten IJsselstein, Lopik, Nieuwegein, Culemborg, Vijfheerenlanden en Woerden.

“Biesta benadrukt dat we te midden van alle technologische mogelijkheden de pedagogische vraag niet moeten vergeten. Wat is de bedoeling en het beoogde resultaat van het onderwijs? Hij geeft aan dat het van belang is om aandacht te schenken aan de drie domeinen kwalificatie, socialisatie en subjectificatie. Je kunt je makkelijk verliezen in allerlei toepassingen van technologie, maar de vraag is wat je ermee wil bereiken en waarom. Als je daarover praat in je schoolteam, kom je uit bij de waarden die je belangrijk vindt”, vertelt Van Harten.

Externe video URL

Handvatten voor het gesprek over waarden

“Het praten over waarden en ethische vraagstukken komt terug in verschillende afleveringen van het congres, maar vooral in de tweede aflevering met techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek”, gaat Van Harten verder. “Verbeek legt helder uit waarom een gesprek hierover zo wezenlijk is. Zowel binnen het bestuur, als het gaat over een overkoepelende visie en koers, als binnen elke school bij het onderzoeken van toepassingen van technologie. Je gaat dan steeds terug naar de kern om van daaruit keuzes te maken. In de afleveringen komen diverse tools langs waar je als bestuurder of schoolleider gebruik van kunt maken om dit waardengesprek met je team te voeren, zoals het Ethiekkompas, het Waardenkader en de Bloom-workshop (aflevering 1).”

Externe video URL
Externe video URL

Marcel Wevers, directeur van De Ark in IJsselstein, knikt instemmend. “Het gesprek over waarden wordt op De Ark regelmatig gevoerd. Zo hebben wij vorig jaar na de eerste scholensluiting een pilot gedraaid met een adaptief leermiddel. Kort voor de zomervakantie besloten we om daar niet mee door te gaan, omdat er pedagogische waarden in het geding kwamen. Leerlingen werden door puntenaftrek meteen afgerekend op hun fouten, terwijl wij fouten zelf op waarde willen schatten. Ligt het aan slordigheid of een te gebrekkige beheersing van de leerstof? Als leraren opdrachten zelf nakijken, kunnen ze dat beter inschatten en leerlingen goede feedback geven en verder helpen”, stelt hij.

Van Harten: “Dit sluit aan bij wat Biesta zegt over de school als oefenplaats. Leerlingen moeten de ruimte krijgen om de mogelijkheden van technologie te ontdekken en zich vrij voelen om stappen te zetten in hun leerproces, dus ook om fouten te maken. In zo’n oefenplaats kunnen leerlingen bovendien ontdekken wat de mooie kant van technologie is en wat de risico’s zijn. Het is onze taak als pedagogen om hen dat inzicht te laten verwerven.”



Noodzaak van een kritische houding

“Daar ben ik het helemaal mee eens”, reageert Wevers. “Ik zie het als onze belangrijkste pedagogische opdracht om leerlingen die kritische houding mee te geven, zodat ze weerbaarder worden en begrijpen dat ze zelf mogen bepalen hoe ze met alle apps en diensten willen omgaan.”

Om dit als leraar te bereiken, is het van belang om te weten welke nieuwe technologische ontwikkelingen een rol spelen in het leven van leerlingen, denkt Wevers. “Dat is ook wat tijdgeestonderzoeker Farid Tabarki (aflevering 3) en techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek (aflevering 2) zeggen. Met leerlingen uit de bovenbouw kun je best het gesprek voeren over wat algoritmes zijn en welke vooroordelen in data kunnen zitten. Als ze snappen waarom zij bepaalde informatie en advertenties zien en waarom die anders zijn dan wat hun vriendjes zien, kunnen ze er bewuster mee omgaan. Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd een smartphone, dus het is logisch om hier al op de basisschool aandacht aan te besteden.”

Externe video URL

Omgaan met verschillen binnen het team

Volgens Wevers hoeft niet elke leraar de nieuwste technologie volledig te begrijpen en beheersen. “Al onze leraren hebben voldoende basiskennis, zeker na het afgelopen jaar waarin iedereen digitaal heeft lesgegeven. Maar er is altijd een groep die de intrinsieke motivatie heeft om er helemaal in te duiken en de groep te helpen die het wat ingewikkelder vindt.”

“Tot die laatste groep reken ik mezelf ook. Ik ben inmiddels vijfenzestig”, lacht Van Harten. “Als bestuurder moet je aandacht hebben voor dit soort verschillen binnen je organisatie. Het onderwijs op afstand heeft een enorme boost gegeven aan het werken met technologie, maar de snelheid van de ontwikkelingen vraagt nog steeds veel van medewerkers. Dat is ook waar Farid Tabarki het over heeft in aflevering drie. Je kunt het als mens nooit bijbenen, dus daarom is vertragen en er met elkaar over praten zo belangrijk. Daar draagt dit congres aan bij. De verschillende invalshoeken die langskomen nemen wij mee in het gesprek binnen onze stichting.”

“En ik binnen mijn school”, vult Wevers aan. “Gelukkig zit ik goed in de materie, want het heeft altijd mijn interesse gehad. Zo’n congres is zeker interessant, al is het maar als bevestiging van je eigen ideeën. Ik voer graag gesprekken met mijn team over nieuwe ontwikkelingen en inzichten. Dat sluit ook aan bij de beroepsstandaard. Net als het werken aan een gedeelde visie, het stimuleren van samenwerking tussen leraren en zelf de verbinding met de omgeving van de school zoeken. Allemaal elementen die in deze reeks terugkomen en die ik zelf ook heel belangrijk vind.”

De regie houden op het gebruik van Big Tech

Een thema waar Wevers en Van Harten niet direct mee uit de voeten kunnen, is de regie houden op het gebruik van Big Tech. Dit komt aan bod in aflevering vijf met universitair docent orthopedagogiek Inge Molenaar en universiteitshoogleraar media en digitale samenleving José van Dijck. “Het gesprek over Big Tech wordt toch een beetje over onze hoofden heen gevoerd. Als school en zelfs als bestuur heb je geen onderhandelingspositie ten opzichte van de vijf grote Amerikaanse technologiebedrijven”, zegt Wevers.  

“Natuurlijk vinden we het essentieel om de privacy te waarborgen en eigenaar te blijven van de data die we met programma’s als Microsoft Teams verzamelen, maar het is moeilijk om hierin de regie te nemen. In Europa hebben we geen technologiebedrijf dat een eigen infrastructuur voor het onderwijs heeft gecreëerd, dus we zijn voorlopig afhankelijk van Microsoft en Google. Als het gaat om leermiddelen hebben we gelukkig wél invloed. Ik heb het afgelopen jaar gemerkt dat Nederlandse uitgeverijen openstaan voor feedback. Helemaal als scholen gezamenlijk een vraag neerleggen.”

Externe video URL

Die gezamenlijkheid is bij het nemen van regie van groot belang, onderstreept Van Harten. “Hier kan de PO-Raad een grote rol in spelen. Als Trinamiek zijn we een betrokken lid, omdat we geloven dat je elkaar hard nodig hebt. Daarom zijn we ook aangesloten bij SIVON, een organisatie die naast een stabiele ICT-infrastructuur vraagbundeling, samenwerking en kennisuitwisseling organiseert. Ik denk dat het goed zou zijn als besturen nog meer samenwerken om op landelijk niveau invloed te hebben en bij de politiek gehoor te krijgen. Inge Molenaar en José van Dijck halen ook de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming aan, waarmee we op Europees niveau wel invloed hebben. Ik ben het met hen eens dat er op die manier nog meer specifieke regelgeving moet komen als het gaat om de inzet van technologie en artificiële intelligentie in het onderwijs.”

Samen in gesprek over de toekomst van goed onderwijs

Van Harten ziet de digitale congresreeks als een mooi uitgangspunt om met andere besturen in gesprek te gaan over de toekomst van goed onderwijs en nog meer samen op te trekken. “Dan denk ik niet alleen aan het omgaan met technologie, maar ook aan de financiering van het onderwijs, kansengelijkheid en inclusiviteit. Deze thema’s raken elkaar en verdienen evenveel aandacht. Ik zag dat aflevering zes van het congres met spreker Sander Heijne hierover gaat, dus die ga ik nog bekijken.”

Externe video URL

Wevers: “De tijd waarin we achter alle technologische ontwikkelingen aan renden en het ons veel te snel ging, is volgens mij wel voorbij. Er is nu ruimte om te reflecteren, evalueren, echt goed na te denken over waarden en om een duidelijke visie te ontwikkelen. Dat is voor mij ook de belangrijkste boodschap van het congres: neem de regie over de toekomst, weet waar je voor staat en leid kinderen op tot zelfstandig denkende en kritische burgers.”

Bekijk de digitale congresreeks van de PO-Raad ‘De toekomst van goed onderwijs’. In deze reeks van zes afleveringen vind je volop inspiratie en handvatten om je eigen visie op de toekomst gestalte te geven.