Onderwijs op maat eenvoudiger door digitalisering
Welke betekenis heeft digitalisering voor het onderwijs? Peter de Visser, bestuurder van VOMEO heeft hierop een duidelijke visie. “Als school heb je een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Je kunt digitalisering echt niet meer wegcijferen.” Ga mee in gesprek over de meerwaarde van een monitor en hoe digitalisering helpt bij het personaliseren van het onderwijs.
Stad & Esch en CSG Dingstede in Meppel vormen samen VOMEO. Gezamenlijk hebben deze scholen in het voortgezet onderwijs zo’n 50 medewerkers en ruim 3.000 leerlingen. In 2023 hebben beide scholen meegedaan aan MYRA, de voorloper van de Monitor Digitalisering Onderwijs. De Visser: “Bestuur, schoolleiding en ICT hebben de vragenlijsten allemaal ingevuld als een eerste vingeroefening. Met de Monitor Digitalisering Onderwijs 2025 hopen we te kunnen zien hoe digitalisering zich heeft ontwikkeld en hoe onze positie ten opzichte van andere scholen is veranderd.”
Heb je nog vragen over de Monitor Digitalisering Onderwijs?
Volg een online informatiebijeenkomst op 11 februari (16.00-17.00 uur) of 4 maart (16.00-17.00 uur).
Draagvlak docenten
Voor VOMEO zit de toegevoegde waarde van de Monitor Digitalisering Onderwijs dan ook vooral in het kunnen benchmarken. “Het is interessant voor schoolleiding, ICT en mij als bestuurder om te zien waar wij ons bevinden op het vlak van digitalisering. Voor docenten is dat toch iets lastiger. Dat zagen we ook terug in de respons in 2023. Docenten vonden de vragenlijst ingewikkeld. Ik hoop dat de komende vragenlijst toegankelijker is. Vanuit de stichting gaan we er in ieder geval veel aandacht aan geven dat de vragenlijst wordt ingevuld, bijvoorbeeld door oproepen te plaatsen in de bulletins.”
De Visser ziet dat ervan oudsher een verschil zit in de manier waarop digitalisering een rol speelt binnen de scholen. “Bij Stad & Esch is digitalisering vanzelfsprekend. Wij waren ten tijde van corona al zo ver met Bring Your Own Device en digitale leermiddelen dat wij direct verder konden met thuisonderwijs. Bij CSG Dingstede speelt digitalisering nog een minder grote rol. We zien dat er daar vooral organisch stappen worden gezet, bijvoorbeeld door lessen te trekken uit de aanpak van Stad & Esch.”
Differentiëren met digitale middelen
MYRA was voor VOMEO een nulmeting. Toch heeft de monitor de Visser al inzicht gegeven in hun stand van zaken op het gebied van digitalisering. “Er waren voor ons weinig verrassingen hoe wij het doen met betrekking tot onze speerpunten. Wel zie ik dat digitalisering als onderdeel van het personaliseren van onderwijs nog onvoldoende uit de verf komt.”
De Visser doelt hiermee op de mogelijkheid om leerlingen voor bepaalde vakken lessen op een hoger niveau te laten volgen. Differentiëren in klassenverband noemt hij dat. “Je kunt bijvoorbeeld een leerling uit havo 2 een methode van vwo 2 aanbieden. Digitaal zijn die mogelijkheden er, maar het blijkt in de praktijk ingewikkeld voor docenten om dat te organiseren. Terwijl dat juist de groep is die er wel heel erg de meerwaarde van inziet. Leerlingen krijgen dan voor al hun vakken les op hun eigen niveau binnen het eigen klassenverband. Dat is een groot goed.”
Verbeteren overstap vanuit groep 8
Maatwerk in het onderwijs wordt al wel meer ingezet bij groep 8-leerlingen. Leerlingen die daaraantoe zijn, doen mee uit het onderwijsprogramma uit de onderbouw. De Visser: “Ze werken gewoon in de context van de eigen groep 8 in de digitale methode van het voortgezet onderwijs. Zo zijn er leerlingen die bijvoorbeeld al Frans volgen bij ons, en ook meedoen met de toetsen van Stad & Esch. Als zij instromen in de brugklas gaan deze leerlingen gewoon verder met de stof van leerjaar 2. Dat is heel motiverend voor leerlingen en het is een voordeel dat ze bij leeftijdsgenoten blijven.”
Bestuurlijke fusie basisonderwijs
Het project waarbij basisschoolleerlingen stof volgen uit de brugklas, sluit aan bij de op handen zijnde bestuurlijke fusie tussen het basisonderwijs en VOMEO. Het idee hierachter is dat meer bestuurlijke kracht helpt om de overgang tussen het basis- en het voorgezet onderwijs verder te verbeteren. De Visser ziet hier ook een rol voor digitalisering. Hij schetst zijn droomscenario: “Ik kan me voorstellen dat je in het kader van kansengelijkheid met elkaar afspreekt dat er in Meppel in het voorgezet onderwijs een brede onderbouw is. Het gewicht van de doorstroomtoets wordt meteen minder zwaar, omdat je allemaal in een heterogene klas komt. Digitalisering is dan een voorwaarde om een lessenpakket op maat te kunnen bieden voor elke leerling.”
Braakliggend terrein
Naast het maatwerk in het onderwijs is digitale geletterdheid ook een thema van aandacht voor VOMEO. “Je ziet dat leerlingen rapper zijn met een toetsenbord dan met een pen. Kijk alleen al naar de examens. Iedereen kiest voor digitale afname waar dat kan, en tijdnood is ineens geen issue meer. Toch vind ik digitale geletterdheid nog wel braakliggend terrein voor het onderwijs. Je ziet dat kinderen onvoldoende de gevolgen kunnen inschatten van wat ze doen op social media. Daar ligt een rol voor de ouders, maar zeker ook voor het onderwijs. Het liefst ontwikkelen we een doorgaande leerlijn, van 0 tot 18 jaar. Dan kun je altijd kennis delen die aansluit op de leeftijd van het kind. Hoe we dit gaan doen, moeten we de komende tijd verder gaan uit kristalliseren, maar ongetwijfeld gaan we in 2025 hiervoor de eerste stappen zetten.”
Over Monitor Digitalisering Onderwijs
De Monitor Digitalisering Onderwijs is een grootschalig onderzoek dat scholen en besturen helpt inzicht te krijgen in de stand van digitalisering binnen het funderend onderwijs.
De monitor brengt in kaart hoe ICT wordt ingezet, hoe onderwijsprofessionals digitalisering ervaren en welke verbeterkansen er zijn. Door middel van gerichte vragenlijsten verzamelt de Monitor gegevens op drie niveaus:
- Bestuursniveau (onder andere bestuurders en ICT-verantwoordelijken op bestuursniveau)
- Schoolniveau (onder andere schoolleiders en ICT-coördinatoren)
- Onderwijsprofessionals (zoals leraren, iCoaches en andere ICT-specialisten binnen de school)
Door deelname aan de Monitor krijgen scholen en besturen:
- Inzicht in digitalisering binnen de eigen organisatie.
- Vergelijking met het landelijk gemiddelde.
- Ondersteuning bij beleidsontwikkeling rondom ICT en digitalisering.
Rapportages die direct kunnen worden ingezet voor verbetering en strategie.
Elke schoolorganisatie in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs krijgt, per mail, een uitnodiging voor de afname van de Monitor. Deze start op 10 maart 2025.