Digitale vaardigheden van je team verbeteren door te starten met de voorhoede
“Ik denk dat onze innovatievraag voor veel scholen en besturen herkenbaar is”, start Cor Katerberg, bestuursadviseur bij BOOR en projectleider van de innovatievraag bij de grote Rotterdamse scholengemeenschap. “Onze visie is dat we onderwijs bieden dat bijdraagt aan de talentontwikkeling van iedere leerling. Het verbeteren van digitale geletterdheid helpt daarbij. Om dit te realiseren, is het nodig dat de digitale vaardigheden van onze leraren en schoolleiders óók versterkt worden. Best een opgave, het gaat immers om zo’n tachtig scholen.”
Pilotscholen
Om te komen tot een procesaanpak die binnen het hele bestuur en de sector gebruikt kan worden, gaat BOOR aan de slag met vijf à tien pilotscholen. Op elke school staat een andere vraag rondom digitale geletterdheid centraal. “Voorwaarde om pilotschool te worden, is dat het team gemotiveerd is om mee te doen en er tijd voor wil vrijmaken. Zij gaat vervolgens, waar gewenst met ondersteuning, na hoe het staat met de huidige vaardigheden op het gebied van digitale geletterdheid bij de medewerkers. Dat doet ze bijvoorbeeld in een gesprek met de directeur en de ICT-coördinator, in een gesprek met het hele team of met een scan. Naast de huidige situatie, brengt elke pilotschool ook haar ideaalbeeld in beeld en wat er nodig is om dit te realiseren. Zo ontstaat een plan van aanpak met fasering per school. Maatwerk dus. Dit is ook erg belangrijk om het te kunnen inpassen in de toch al zo volle agenda van de scholen.”
Starten met de visie
Elke pilotschool gaat werken met het Vier in balans-model. “Het team gaat bijvoorbeeld samen met de ICT'er aan de slag met het ontwikkelen van een visie op ICT in de klas. Als zo’n visie er niet is, dan komen tablets in de kast te staan of wordt digitale geletterdheid gezien als iets wat ‘er weer bij komt’. Terwijl we juist willen werken vanuit ambities en laten zien dat ICT een succesfactor voor en onderdeel van goed onderwijs kan zijn.” Om deze mindset te creëren, gaat BOOR gedurende het schooljaar goede praktijkvoorbeelden en do’s & dont’s van de pilotscholen delen. “We weten nog niet in welke vorm, maar dat het een extra boost geeft aan de beweging die er op de scholen is, daar ben ik van overtuigd.”
Voorhoede en prototype
“Ik geloof dat verbinding een sleutel is voor succes en medewerkers en leerlingen verder kan helpen. Daarom gaan we niet alleen de bevindingen van de pilotscholen delen, maar gaan we ook werken met een denktank. Dit is een netwerk binnen BOOR dat vorig jaar gestart is en dat we nu gaan uitbreiden. Met de mensen uit de denktank verzamelen en bedenken we ideeën die van waarde zijn voor de innovatievraag.” Katerberg is daarnaast getriggerd door de presentatie die Janne Vereijken gaf bij de kick-off van de innovatievragen: “Als projectleider zoek ik de voorhoede, de mensen die enthousiast zijn. In mijn ogen is voor een leerkracht niets overtuigender dan een andere, inspirerende leerkracht. En het lijkt me mooi als we deze innovatievraag kunnen aanpakken door een prototype te ontwikkelen. Vooral gaan doen dus en tussentijds steeds leren en blijven verbeteren.”
Klein beginnen, groots dromen
Wanneer de innovatievraag geslaagd is? “Uiteraard hoop ik dat we onze doelstellingen bereiken: dat de pilotscholen zichtbare resultaten hebben behaald en er een deelbare projectaanpak rondom digitale geletterdheid ontwikkeld is, die gedeeld kan worden met de andere 70 scholen van ons bestuur en de sector. Maar ik weet ook dat de tijd voorbij vliegt. We gaan klein beginnen. Als de stappen die we dit jaar zetten de beweging bij leerkrachten extra vaart geven, ben ik heel tevreden!”