Interview

Samenwerking zorgt voor grote stappen in de ontwikkeling van digitale geletterdheid

Het afstandsonderwijs tijdens de coronapandemie maakte de urgentie van digitale geletterdheid meer dan ooit voelbaar. Leerlingen hebben digitale kennis en vaardigheden nodig. Niet alleen om zich in deze tijd staande te houden, maar ook voor een kansrijke toekomst. Daarom zoeken steeds meer scholen naar manieren om tot een duurzame aanpak van digitale geletterdheid te komen, in samenwerking met organisaties als Kennisnet, SLO en de PO-Raad en met onderzoekers, marktpartijen, gemeenten, pabo’s en de bibliotheek.

“Toen scholen noodgedwongen hun deuren moesten sluiten, hebben we allemaal ervaren hoe belangrijk digitale geletterdheid voor kinderen is. Ook zijn we steeds bewuster van de grote rol die het in hun toekomst zal spelen”, zegt Remco Pijpers, strategisch adviseur bij Kennisnet. “In veel banen wordt het digitale aspect belangrijker en er komen meer digitale beroepen bij, bijvoorbeeld op het gebied van robotica en kunstmatige intelligentie. Verder hebben leerlingen in hun leven en bij het leren digitale geletterdheid nodig om met uitdagingen te kunnen omgaan, van desinformatie tot online polarisatie. Bovendien kun je simpelweg niet zonder digitale bagage, wil je kunnen profiteren van alle digitale mogelijkheden en wil je mens kunnen zijn in een samenleving die ook een digitale samenleving is.” 

Grote verschillen tussen leerlingen

Steeds meer scholen zoeken naar manieren om digitale geletterdheid structureel op te nemen in hun onderwijs. De komst van het vernieuwde landelijke curriculum, waar digitale geletterdheid zo goed als zeker een vast onderdeel van wordt, versterkt de urgentie hiervan. “Scholen staan voor een grote uitdaging”, stelt Pijpers. “De Leerlingmonitor Digitale Geletterdheid 2020 van Kennisnet laat zien dat tussen leerlingen van hetzelfde opleidingsniveau grote verschillen in digitale geletterdheid bestaan. Dan gaat het niet alleen om goed te meten leerdoelen als het zelf maken van digitale producten, maar bijvoorbeeld ook het zoeken naar relevante en betrouwbare informatie op internet, het maken van een sterk wachtwoord, het omgaan met online marketing, ethisch bewust handelen en ‘een eigen ik’ ontwikkelen in de digitale wereld”, legt hij uit.

Handboek als hulpmiddel voor scholen

Voor bestuurders en schoolleiders die stappen willen zetten om digitale geletterdheid een vaste plek in hun onderwijs te geven, heeft Kennisnet op 15 januari het Handboek digitale geletterdheid 2021-2022 uitgebracht. Pijpers: “We proberen scholen te helpen bij het omgaan met de niveauverschillen en het ontwikkelen en implementeren van een eigen visie. Daarnaast laten we zien hoe zij het in bestaande vakken kunnen integreren.”

Als je goed kunt lezen, dan vind je ook digitaal beter je weg.

Janny Kappert, projectleider Innovatievragen PO-Raad

Inspirerende praktijkvoorbeelden

Het handboek is een update van het handboek dat in 2017 is verschenen. Kennisnet deelt nieuwe inzichten en inspirerende praktijkvoorbeelden. “Veel scholen zijn al goed onderweg. Hier kunnen we als sector veel van leren”, aldus Janny Kappert, projectleider Samen Slimmer Leren en Innovatievragen Onderwijs en ICT bij de PO-Raad. “In het handboek van Kennisnet komt bijvoorbeeld Stichting Jong Leren aan bod. Deze stichting heeft bij ons de innovatievraag ingediend hoe je digitale geletterdheid op een goede manier in het taalonderwijs kunt integreren. Een mooie zoektocht, want er zijn veel parallellen tussen geletterdheid en digitale geletterdheid. Als je goed kunt lezen, dan vind je ook digitaal beter je weg.”

Kennisdeling innovatievragen

Via de Innovatievragen Onderwijs en ICT zijn naast Stichting Jong Leren zes andere schoolbesturen goed onderweg met de integratie van digitale geletterdheid. Scholen ontwikkelen met ondersteuning van de PO-Raad concrete tools en eindproducten die iedereen kan gebruiken. Zo ontwikkelde Jong Leren een Wikiwijs-pagina over taal en digitale geletterdheid met een rijk aanbod van taal- en spellinglessen waarin de leerdoelen van digitale geletterdheid zijn geïntegreerd. Stichting Lucas schreef een handreiking en lanceerde een tool met nieuwe lessen voor groep 5 t/m 8. Stichting BOOR bracht in kaart welke digitale vaardigheden alle medewerkers hebben en waarin zij zich nog kunnen ontwikkelen.

Bekijk de resultaten van alle innovatievragen.

Belang van intensieve samenwerking

Kappert ziet samenwerking als het sleutelwoord van het thema digitale geletterdheid. “Om vooruitgang te boeken, is een intensieve samenwerking binnen schoolbesturen, binnen de sector, met onderzoekers, marktpartijen, gemeenten, pabo’s en de bibliotheek nodig”, stelt ze. “Scholen willen het graag gefundeerd aanpakken en daar kunnen ze de hulp van onderzoekers goed bij gebruiken. Zo zijn bij de innovatievraag van Stichting Jong Leren de onderzoekers dr. Anneke Smits van Hogeschool Windesheim en prof. dr. Eliane Segers van de Radboud Universiteit en Universiteit Twente betrokken. Zij zijn gespecialiseerd in de verbinding tussen taalonderwijs en digitale geletterdheid en onderzoeken onder andere hoe digitale media de leesmotivatie kunnen bevorderen.”

In gesprek met marktpartijen

Vanuit onderzoek en een duidelijke visie op digitale geletterdheid is het voor scholen makkelijker om gesprekken te voeren met marktpartijen, denkt Kappert. “Scholen die digitale geletterdheid willen opnemen in hun lesprogramma gaan vaak op zoek naar methodes en leermiddelen, maar kiezen uit het grote aanbod kan moeilijk zijn. Dan helpt het als je een heldere visie en aanpak hebt. Uitgeverijen willen bovendien graag in gesprek met scholen om te horen waar zij precies behoefte aan hebben, zodat ze hun aanbod daarop kunnen afstemmen.”

Ondersteuning van bibliotheken en gemeenten

Ook bibliotheken en gemeenten krijgen een steeds actievere rol in het stimuleren van digitale geletterdheid, vertelt Kappert. “Zo helpen de mediacoaches van de Bibliotheek Eindhoven scholen bij het maken van de koppeling tussen taalonderwijs en digitale geletterdheid. Sinds het verdwijnen van de wijkbibliotheken op zeventig scholen in de buurt werken zij aan de ontwikkeling van het leesplezier, taal en digitale vaardigheden.”

Pijpers noemt Expeditie Digitaal als inspirerend voorbeeld van samenwerking met een gemeente. “Dit is een project van de gemeente Rotterdam, IT Campus Rotterdam en de Rotterdamse schoolbesturen, in samenwerking met Kennisnet en SLO. Bij Expeditie Digitaal gaan schoolleiders mee op een tour langs verschillende experts op het gebied van digitalisering en digitale geletterdheid. Tussendoor worden zij geholpen door een procesbegeleider om, samen met het schoolteam, een plan van aanpak voor hun eigen school te maken. Je ziet dat andere gemeenten, zoals Utrecht, dit voorbeeld volgen.”

Het is cruciaal dat leraren, scholen en opleiders elkaar weten te vinden om samen evidence-informed aan de slag te gaan en van elkaar te leren.

Anko van Hoepen, vicevoorzitter PO-Raad

Samenwerking tussen opleiding en praktijk

Niet alleen voor leerlingen, maar ook voor toekomstige leraren wordt onderwijs in digitale geletterdheid steeds belangrijker. In het vernieuwde landelijke curriculum wordt straks wel beschreven wat kinderen op dit gebied moeten leren, maar niet hoe. Op die zoektocht moeten toekomstige leraren voorbereid zijn. Om hen goed te kunnen ondersteunen, maakten de PO-­Raad en Kennisnet een inventarisatie van de ICT-bekwaamheid en ontwikkelbehoeften van leraren in het po en van pabo­studenten.

“Bij toekomstige ondersteuning is het cruciaal dat leraren, scholen en opleiders elkaar weten te vinden om samen evidence-informed aan de slag te gaan en van elkaar te leren”, zegt vicevoorzitter van de PO-Raad Anko van Hoepen. “Zulke samenwerkingen bestaan al langer in de vorm van opleidingsscholen: regionale partnerschappen tussen opleidingen en scholen die studenten opleiden en professionalisering voor leraren realiseren.” 

Werkplaatsen onderwijsonderzoek

Er zijn op regionaal en landelijk niveau ook werkplaatsen onderwijsonderzoek die gericht zijn op kennisopbouw. Zo werken in de ‘iXperium Onderzoekswerkplaats Gepersonaliseerd leren met ICT in het primair onderwijs basisscholen van negen school­besturen uit de regio Arnhem en Nijmegen samen met de HAN Pabo en het Welten Instituut van de Open Universiteit. Van Hoepen: “Gezamenlijk doen zij ontwerpgericht onderzoek in de scholen en overkoepelend onderzoek naar de experimenten op deze scholen. Daarnaast bouwen zij aan een werkplaats onderwijsonderzoek. Hierover vertel ik meer in de essaybundel ‘Anders Organiseren met ICT’ die vorig jaar is verschenen.”

De handen ineen slaan

Van Hoepen vindt de opleidingsscholen en werkplaatsen een mooi voorbeeld van samenwerking tussen scholen en schoolbesturen, studenten, leraren, lerarenopleiders en onderzoekers, in het licht van professioneel proberen. “Niet zomaar in het wilde weg wat doen, maar op een professionele manier bouwen aan een kwalitatief hoog­waardige samenwerking, waarin we onze ervaringen uitwisselen, onze kennis en expertise bundelen en praktijk en opleiding met elkaar integreren”, legt hij uit.

“Op die manier kunnen we de kennis van de opleidingen doorlopend benutten om ons onderwijs te verbeteren, en de vragen uit de onderwijspraktijk leidend laten zijn voor de kennisopbouw in de opleiding van toekomstige leraren. Zo blijft onze lespraktijk aansluiten bij het dynamische veld van digitalisering. Andersom kan de opleiding dankzij deze uitwisseling en afstemming bijdragen aan de behoeften in het klaslokaal.”

Van Hoepen roept alle betrokken partijen in en om de scholen op om de handen ineen te slaan. “Gemeenten, onderzoekers, marktpartijen, bibliotheken, opleidingen en scholen kunnen er samen voor zorgen dat digitale geletterdheid straks op elke school in Nederland een structurele plek heeft.  Elk kind wordt daar beter van, en daarmee de samenleving als geheel.”

Onze professionals staan voor je klaar

Stel je vraag of zoek een opleiding

Contact met de Juridische Helpdesk

Heb je een juridisch vraag? Als lid van de PO-Raad kun je via de pagina van de Juridische helpdesk je vraag stellen op Mijn PO-Raad (na het inloggen in het ledenportaal).

Voor dringende vragen bel met 030 - 31 00 933. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 – 12.00 uur.

Helpdesk 2 mensen praten