Sectorraden committeren zich aan de realisatie van een kennisinfrastructuur
De PO-Raad, VO-raad, MBO raad, Vereniging Hogescholen en de VSNU hebben zich eind juni verbonden aan de realisatie van een kennisinfrastructuur voor het onderwijs. Hiermee is een belangrijke stap gezet om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren met behulp van onderzoek en kennisintensieve innovatie. De initiatiefnemers willen gezamenlijk de werelden van onderzoek en onderwijs nauwer met elkaar verbinden. Deze ontwikkeling sluit naadloos aan op de groeiende behoefte aan meer kennis over ‘wat werkt’ en ‘wat werkt niet’ en bestaande initiatieven zoals de werkplaatsen onderwijsonderzoek.
Alleen ga je sneller, samen kom je verder
Op de bijeenkomst spraken ruim tachtig lectoren, leraren, hoogleraren, onderzoekscoördinatoren, schoolbestuurders en directeuren uit het po en vo over het belang van een kennisinfrastructuur en research & development (R&D) voor het onderwijs. De kick-off van de bijeenkomst was de ondertekening van het convenant door de vertegenwoordigers van de onderwijssectoren.
V.l.n.r.: Hein van Asseldonk, John van der Vegt, Anko van Hoepen, Han van Krieken en Nienke Meijer. Foto: Jelle IJntema
Nienke Meijer van de Vereniging Hogescholen benadrukte het belang van gezamenlijk optrekken aan ,,Het is juist belangrijk dat we dit niet afzonderlijk doen maar tussen én over de sectoren heen”. Anko van Hoepen, vicevoorzitter PO-Raad vulde aan: ,,Scholen moeten niet onderzocht worden, maar zij moeten juist betrokken worden bij de uitvoering van het onderzoek”.
Sander Dankelman, beleidsadviseur PO-Raad, nodigde de aanwezigen uit om vooral met elkaar in gesprek te gaan: ,,Kennis is geen product, het zit niet tussen de oren maar tussen de neuzen.” De aanwezigen gingen dan ook in groepen uiteen om ervaringen en goede voorbeelden te delen over verschillende onderwerpen die nauw aansluiten op de kennisinfrastructuur. Denk aan de werkplaatsen onderwijsonderzoek, waar scholen uit het primair onderwijs samen met universiteiten en hogescholen onderzoek verrichten, de Kennisrotonde, het online loket voor vragen uit de dagelijkse onderwijspraktijk, en de Research & Development agenda voor het funderend onderwijs die in ontwikkeling is. Ook is er gesproken over de ambities, het beoogde resultaat, het aansluiten van bestaande of nieuwe initiatieven en wat er nodig is om de kennisinfrastructuur te realiseren.
Foto: Jelle IJntema
Nienke van der Steeg, beleidsadviseur PO-Raad, benadrukte de kansrijkheid van een cross sectorale samenwerking. Als voorbeeld benoemde zij het succes van de werkplaatsen onderwijsonderzoek. ,,Je gaat pas samenwerken als je weet waar aan en waartoe: het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. In de werkplaatsen zien we leraren, studenten, onderzoekers en hoogleraren samenwerken aan onderzoeksvragen die op de werkvloer van leraren ontstaan.”
Naar een plan van aanpak
In de tweede helft van 2018 werken de sectorraden het plan van aanpak uit. Dit plan van aanpak wordt op de R&D top begin 2019 gepresenteerd. Deze R&D-top is voor betrokkenen uit alle onderwijssectoren. De sectorraden willen het plan van aanpak op de R&D-top aan minister Slob en minister Van Engelshoven overhandigen. Op de bijeenkomst overhandigde Nienke Meijer de uitnodiging voor de ministers aan Fons Dingelstad, directeur Kennis van het Ministerie van OCW. De sectorraden kijken uit naar de komst van de ministers op de R&D-top 2019 (datum en locatie volgen nog).
Overhandiging uitnodiging aan Fons Dingelstad namens Nienke Meijer
Ontwikkeling R&D agenda voor het funderend onderwijs
Parallel aan de ontwikkeling van een kennisinfrastructuur is ook de R&D-agenda voor het funderend onderwijs in ontwikkeling. Deze agenda omvat de meest urgente onderzoeks- en ontwikkelvraagstukken uit het funderend onderwijs.