We moeten af van het ‘oud denken’ dat de wetenschap iets bedenkt en het onderwijs implementeert
100 procent van de leerlingen taalvaardig maken, dat is de ambitie van literaire basisschool de Gouden Griffel. Met een schoolweging van 37,7 niet de makkelijkste opdracht. Sleutels tot succes? Gedreven onderwijsprofessionals die evidence informed werken, zelf methodes schrijven óf bestaande methodes verrijken en schoolbesturen die hier ruimte voor creëren.
De Gouden Griffel is een van de scholen van stichting BOOR en maakt deel uit van de Leerschool Rotterdam-Zuid. Binnen dit initiatief werken basisscholen van de Rotterdamse schoolbesturen BOOR, PCBO, RVKO en SIPOR samen met lerarenopleidingen en onderzoekers aan het verbeteren van het taalonderwijs.
,,Dit begon in 2019”, vertelt Jacqueline Blaak, adviseur onderwijs en ontwikkeling bij PCBO. ,,Alle scholen in de zogenoemde Children’s Zone kregen tien uur extra leertijd beschikbaar vanuit de gemeente en het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid. Meerdere schoolleiders plaatsten hier vraagtekens bij. Meer leertijd hoeft niet direct te betekenen dat de prestaties van leerlingen ook omhoog gaan.”
,,Laat ons meedenken, was hun oproep. En zo ontstond Meesterlab, een netwerk van schoolleiders en schoolbesturen met hetzelfde vraagstuk. Wat is er nodig om onze diverse en complexe leerlingpopulatie optimaal te ontwikkelen, en welke interventies werken nou het beste? Hiervoor zochten we de samenwerking op met de lerarenopleidingen en de kennisinstituten. Samen lanceerden we in 2021 de eerste regionale Kennisagenda. Deze agenda heeft geleid tot het programma de Leerschool Rotterdam-Zuid.”
Wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek
,,Binnen Professionele Leergemeenschappen werken onderwijsprofessionals samen met opleiders en onderzoekers aan het vraagstuk van de eigen school”, vult Martine van der Pluijm aan. Van der Pluijm is lector bij de Hogeschool Rotterdam en verbonden aan de Leerschool Rotterdam-Zuid. Op vijf scholen vindt er verdiepend onderzoek plaats, zo is er een voortdurende wisselwerking tussen de onderwijspraktijk en inzichten uit de wetenschap. Dit tot grote vreugde van de onderwijsprofessionals. ,,Ik mag eindelijk weer over mijn vak praten en aangeven wat ik moeilijk vind”, aldus een van de leraren.
,,De vraagstukken gaan onder andere over het verbinden van het leren op school en thuis en het stimuleren van de woordenschat, de leesmotivatie en de kennis over de wereld”, vervolgt Van der Pluijm. ,,Onze inzet is enerzijds gericht op preventie van de ‘leesbreuk’ in groep zes en anderzijds het versterken van de professionaliteit. Zowel van leraren als andere professionals in en om de school. Ook werken we aan handreikingen voor professionals, bijvoorbeeld met interventies voor effectieve taalstimulering tijdens binnen- en buitenschools leren van groep een tot vijf.”
Gebrek aan rijke teksten
,,Dit voorkomt dat we heel hard gaan rennen, en juist met meer focus en onderbouwd dingen neerzetten”, reageert Mariska Daalhuizen van stichting BOOR en directeur van de Gouden Griffel. ,,Omdat we rijke teksten misten hebben we de koppen bij elkaar gestoken en zijn we onze eigen geschiedenismethode gaan schrijven.
Een ander taai vraagstuk is begrijpend lezen, we kwamen hier tot de conclusie dat de methode een arm aanbod heeft op taal. Hierop hebben we de lijn breder getrokken en in alle vakken een dieper taalbegrip geïntegreerd. Het gaat dus niet alleen om de woordenschat, maar ook om de ervaring en beleving. Ga dus óf de wereld in, óf haal de wereld binnen in je klas.”
,,Wij zijn een literaire basisschool in ontwikkeling. Het afgelopen jaar hebben we ingezet op scholing van leraren en de ontwikkeling van kwaliteitskaarten. Volgend jaar willen we uitsluitend nog rijke teksten en rijke taal gebruiken. En vanaf 2025 is ons doel om al onze leerlingen taalvaardig van school te laten gaan”, zo besluit Daalhuizen.
Oud denken
,,Binnen de context van Rotterdam-Zuid, met de uitdagingen en kansen die er liggen, zijn wij op zoek gegaan in onderzoek”, vervolgt Blaak. Hoe kunnen we al die verschillende achtergronden benutten, in plaats van bij de ingang van de school achterlaten? Daar begon de kentering voor ons. Ook moeten we af van het ‘oud denken’ dat de wetenschap iets bedenkt, en het onderwijs het implementeert.”
Van der Pluijm: ,,We zochten naar een manier van onderzoek doen die past bij de dynamiek van de praktijk. De aanpak is ontwikkeld vanuit de scholen zelf. Wat doe je al, wat gaat goed en wat kun je toevoegen met wetenschappelijke kennis. Maar vooral: wat kun je leren uit de ervaring van professionals, de leerlingen en hun ouders. Ontwerpgericht onderzoek past hierbij. Ik raak echt geïnspireerd door het eigenaarschap, de energie en de wilskracht die ik zie.”
Aan het roer staan
,,Eigenlijk gaat het om vertraging, reageert Blaak. ,,En dat staat haaks op de wens om te versnellen. Leren kost tijd, en professionals hebben het nodig om zelf aan het roer te kunnen staan. In die zin is het best bijzonder dat als we het over een vierdaagse lesweek hebben het over het lerarentekort gaat. Maar eigenlijk zou je een vierdaagse lesweek willen om ruimte te creëren voor onderwijsprofessionals om zich te ontwikkelen.”
Blaak, Daalhuizen en Van der Pluijm zijn trots op het eigenaarschap binnen de Leerschool Rotterdam-Zuid. ,,Wat ons ook enorm heeft geholpen is de onvoorwaardelijke steun van onze bestuurders. Zonder hen hadden we dit niet van de grond kunnen krijgen.”
Meer weten?
Bezoek de website van de Leerschool Rotterdam-Zuid. Hier kun je webinars terugkijken. Ook ben je van harte welkom op diverse inspiratiesessies en de openbare les ‘Voor ieder kind een stevig taalhuis’. Deze vinden plaats op 13 februari in Rotterdam. Lees meer en meld je aan.
Freddy Weima, voorzitter PO-Raad: ,,De Leerschool Rotterdam-Zuid is een prachtig initiatief. Een schoolvoorbeeld van hoe scholen evidence informed te werk gaan. Daarom blijft het bijzonder dat in het funderend onderwijs slechts 0,3 procent van de totale bekostiging aan onderzoek en ontwikkeling beschikbaar gesteld wordt. Terwijl in andere maatschappelijke sectoren twee procent als gezond percentage wordt beschouwd. De overheid wil het evidence informed werken wettelijk verplichten. Maar wil zij echt bijdragen aan meer kennis de klas in, dan vraagt dit om investeringen in het versterken van de verbinding tussen onderwijs en onderzoek.”