In de uitzending ‘bij de les’ van donderdagavond 7 september op Radio 1 heeft Anko van Hoepen gesproken over de toegevoegde waarde van meer academici in het primair onderwijs. Dit draagt bij aan verbetering van de onderwijskwaliteit. Overigens benadrukte Van Hoepen dat een academische leraar niet per definitie een betere leraar is. Wel zorgt het toevoegen van academische leraren binnen de lerarenteams voor meer diversiteit op de werkvloer.

Ook sprak Van Hoepen over het belang van verschillende opleidingsroutes naar het beroep leraar. Naast de bestaande opleidingsroutes, de pabo en de academische pabo komt er ook een universitaire bachelor lerarenopleiding. Deze opleidingsroute zal met name vwo’ers aan moeten trekken om binnen drie jaar hun lesbevoegdheid te halen. Een goede ontwikkeling, zeker met het oog op het lerarentekort.

Academische Lerarenopleiding en universitaire bachelor, wat is het verschil?
Bij de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (ALPO) is er sprake van bi-diplomering. Studenten behalen dan in vier jaar zowel een HBO-bachelordiploma Leraar Basisonderwijs als een universitair bachelordiploma Onderwijskunde of Pedagogische Wetenschappen.

De universitaire bachelor is een volledig universitaire opleiding die drie jaar duurt. Zo kan iedere student een opleidingsroute kiezen die hem of haar het beste past.

Uitzending terugluisteren? Dat kan hier.