Veelgestelde vragen

Over Cao primair onderwijs

Op hoeveel uur vakantie heeft een medewerker recht op jaarbasis?

Werknemers hebben recht op 428 uur vakantie per jaar inclusief feestdagen (deeltijders naar rato). Vakantie wordt genoten in de schoolvakanties. Afhankelijk van het aantal schoolvakanties voor leerlingen, dienen leraren delen van deze schoolvakanties te werken.

Schoolvakanties voor leerlingen en vakantie voor leraren zijn dus niet vanzelfsprekend aan elkaar gelijk. Vakantieverlof wordt opgebouwd van 1 oktober tot 1 oktober, tenzij de werkgever met instemming van de PGMR anders bepaalt. De PO-Raad raadt schoolbesturen aan om verlofkaarten bij te houden, zodat goed inzichtelijk is welke medewerker op welk verlof recht heeft.

Ik zoek informatie over goede arbeidsomstandigheden in het primair onderwijs

Voor meer informatie over goede en veilige arbeidsomstandigheden, de Arbocatalogus, of Arbomeester, kun je terecht op de website van de Arbeidscatalogus PO en de website van het Vervangingsfonds

 

Wat is de minimale betrekkingsomvang?

De minimale betrekkingsomvang is 8 uur per week (wtf 0,2) op bestuursniveau. Een werknemer die in dienst is bij een bestuur, moet dus minstens voor 8 uur per week in dienst zijn. De te werken uren mogen over meerdere dagen worden verspreid. Voor incidentele vervangingswerkzaamheden van een dag of korter geldt een minimale betrekkingsomvang van 5 uur. Deze uren kunnen niet over meerdere dagen worden verspreid, omdat er dan niet wordt voldaan aan de eis dat het gaat om incidentele vervangingswerkzaamheden van een dag of korter.

Werkgever en werknemer overleggen over de momenten waarop een werknemer komt werken.  Indien er geen overeenstelling is dan hakt de werkgever de knoop door.

Welk adres telt voor woon-werkverkeer: verblijfadres of postadres?

Het begrip 'woning' in de regeling voor vergoeding van woning-werkverkeer in artikel 7.2 cao po gaat uit van het feitelijke verblijfadres. Dus niet van het postadres, zijnde het adres waar de werknemer volgens de Basisregistratie personen (BRP) ingeschreven staat.  

Wanneer mag je een werknemer in twee functies benoemen of aanstellen?

Een werknemer kan worden benoemd of aangesteld in twee onderwijsondersteunende functies of een onderwijsondersteunende en een onderwijsgevende functie, als er een verschil is van meer dan drie schalen tussen de bij die functies behorende maximumschalen.

Dit is geregeld in artikel 5.2 CAO PO. In onderstaand schema is opgenomen welke combinatie van een onderwijsgevende en een onderwijsondersteunende functie mogelijk is.

Onderwijsgevende functie in schaal

Onderwijsondersteunende functie in schaal

L10 (oud schaal LA en schaal 9)

1 t/m 6 en 14

L11 (oud schaal LB en schaal 10)

1 t/m 7 en 15

L12 (oud schaal LC en schaal 11)

1 t/m 8 en 16

L13 (oud schaal LD en schaal 12)

1 t/m 9 en 17

Hoe moet artikel 8.19 lid 4 CAO PO (terugbetalingsregeling) worden geïnterpreteerd? (geldig tot 2 augustus 2022)

Artikel 8.19 lid 4 CAO PO gaat over de terugbetalingsregeling van het betaald ouderschapsverlof. Een werknemer die binnen zes maanden na afloop van het betaalde en eventueel daaropvolgende onbetaalde ouderschapsverlof minder gaat werken dan zijn oorspronkelijke betrekkingsomvang betaalt het salaris terug dat hij heeft ontvangen over de omvang waarmee zijn werktijdfactor wordt verminderd. Hier blijken in de praktijk verschillende interpretaties over te bestaan. Hoe zit het nou precies?

Het recht op betaald ouderschapsverlof is altijd gerelateerd aan de werktijdfactor die de werknemer tijdens of binnen zes maanden na afloop van het (totale) verlof heeft. Is die werktijdfactor lager dan voor het verlof, dan heeft de werknemer te veel betaald ouderschapsverlof genoten en betaalt het terug.

Voorbeelden

Hoe werkt deze terugbetalingsregeling in de praktijk? Enkele voorbeelden:
Een werknemer met een werktijdfactor van 1,0 heeft 415 uur betaald verlof opgenomen, neemt drie maanden volledig vrijaf en komt daarna voor 0,5 wtf terug. Hij heeft dus recht op 0,5 x 415 = 208 uur betaald verlof. Hij heeft echter 415 uur betaald verlof genoten en betaalt het salaris over 415 uur - 208 uur = 207 uur terug. Uitgaande van lesgebonden uren betekent dit 233 uur lesgebonden bij een wtf van 1,0. Bij een wtf van 0,5 gaat het om 117 (0,5 x 233)lesgebonden uren betaald verlof. Hij betaalt dus 233 - 117 uur = 116 lesgebonden uren terug.
Een werknemer met een werktijdfactor van 1,0 heeft 415 uur betaald verlof opgenomen, gaat zes maanden voor de helft werken en komt daarna voor 0,5 wtf terug. Hij heeft recht op 0,5 x 415 = 208 uur betaald verlof. Hij heeft echter 415 uur betaald verlof genoten en betaalt het salaris over 415 uur - 208 uur = 207 uur terug. Uitgaande van lesgebonden uren betekent dit 233 uur lesgebonden bij een wtf van 1,0. Bij een wtf van 0,5 gaat het om 117 (0,5 x 233)lesgebonden uren betaald verlof. Hij betaalt dus 233 - 117 uur = 116 lesgebonden uren terug.
Een werknemer met een werktijdfactor van 1,0 heeft 415 uur betaald verlof opgenomen, gaat vijftien maanden één dag minder werken en komt daarna voor 0,8 wtf terug. Hij heeft recht op 0,8 x 415 = 332 uur betaald verlof. Hij heeft echter 415 uur betaald verlof opgenomen, dus betaalt het inkomen over 415 uur - 332 uur = 83 uur terug. Uitgaande van lesgebonden uren betekent dit bij een wtf van 0,8 x 233 = 186 lesgebonden uren betaald verlof. Hij heeft 233 uur lesgebonden genoten, dus hij betaalt 233 - 186 = 47 lesgebonden uren betaald ouderschapsverlof terug.

Wanneer vraagt een werkgever een deskundigenoordeel bij het UWV?

Een werkgever kan een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV als de re-integratie van de werknemer vastloopt. De aanvraag voor het deskundigheidsoordeel kan gedaan worden tot een half jaar voor het tijdvak van 104 weken afloopt. Het deskundigheidsoordeel is een advies, geen verplichting. Wel wordt het deskundigheidsoordeel door UWV betrokken bij het re-integratieverslag.

UWV geeft advies bij bepaalde situaties, bijvoorbeeld als er tussen werkgever en werknemer een discussie ontstaat over de datum waarop de werknemer zijn werk weer volledig kan hervatten, of de werknemer of werkgever wel genoeg hebben gedaan aan de re-integratie  en of het aangeboden werk inderdaad passend is.

Ook kijkt UWV of de werkgever het ziekteverzuim van de werknemer binnen 26 weken kan verminderen door bijvoorbeeld scholing. Als het advies na het deskundigheidsoordeel opgevolgd wordt dan kan een eventuele loonsanctie door UWV bij de WIA-aanvraag worden voorkomen omdat het re-integratieproces dan de goede richting opgestuurd wordt.

Welke voorbereidingen doet de werkgever voor het werkverdelingsplan?

Vooraf aan het teamgesprek brengt de werkgever de werkzaamheden voor het volgend schooljaar in kaart, waaronder:

  • Het aantal groepen
  • Het aantal (zorg)leerlingen
  • Overige werkzaamheden
  • Geplande scholing

De kaders, werkzaamheden en strategische doelen die zijn vastgesteld door het schoolbestuur zijn hierbij leidend. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het meerjarenformatiebeleid en bestuursformatieplan.

Een leraar meldt zich ziek tijdens de vakantie. Heeft hij recht op compensatie van niet-genoten vakantiedagen?

Niet altijd. In artikel 8.1 lid. 4 CAO PO is afgesproken dat werknemers 160 uur per jaar vakantie krijgen. Een leraar krijgt alleen compensatie als hij/zij in één jaar (gerekend van oktober tot oktober) door ziekte minder dan 160 uren vakantieverlof heeft kunnen opnemen.  

Als een werknemer zich vanuit het buitenland ziek meldt, is het gebruikelijk om een medische verklaring op te vragen van een lokale arts of medicus. Mocht je in discussie komen of de werknemer vakantie heeft genoten, dan kunt je ook de bedrijfsarts inschakelen om te bepalen of de werknemer tijdens zijn gemelde ziekte van vakantiedagen heeft kunnen genieten.  

Mogen uren voor duurzame inzetbaarheid worden uitbetaald bij einde dienstverband?

De uren ten behoeve van studieverlof mogen worden uitbetaald als het dienstverband op initiatief van de werkgever is beëindigd - of niet verlengd - voordat deze studieverlofuren kunnen worden opgenomen.

Welke regels gelden rondom borstvoeding en/of kolven tijdens lesgebonden tijd?

De regels rondom borstvoeding zijn vastgelegd in artikel 4:8 van de Arbeidstijdenwet:

Artikel 4:8 Arbeidstijdenwet

  1. Een vrouwelijke werknemer, die een borstkind voedt, heeft, indien zij de werkgever hiervan in kennis heeft gesteld, gedurende de eerste 9 levensmaanden van dat kind het recht de arbeid te onderbreken ten einde in de nodige rust en afzondering haar kind te voeden dan wel de borstvoeding te kolven. De werkgever biedt haar daartoe de gelegenheid en stelt, waar nodig, een geschikte af te sluiten besloten ruimte ter beschikking.
  2. De onderbrekingen, bedoeld in het eerste lid, vinden plaats zo vaak en zo lang als nodig is doch bedragen gezamenlijk ten hoogste een vierde van de arbeidstijd per dienst. De vaststelling van het tijdstip en de duur van de onderbrekingen vindt plaats door de betrokken vrouwelijke werknemer na overleg met de werkgever.
  3. De duur van de onderbrekingen, bedoeld in dit artikel, gelden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd, waarover de vrouwelijke werknemer haar aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon behoudt.
  4. Elk beding waarbij ten nadele van de vrouwelijke werknemer wordt afgeweken van dit artikel, is nietig.

In artikel 8.15 CAO PO staat dat de werkgever aan de vrouwelijke werknemer die een borstkind heeft en die hiervan aan hem kennis heeft gegeven, de gelegenheid moet bieden om haar kind te voeden.

Kolfafspraken hoeven niet opgenomen te worden in de normjaartaak, zoals wel bij ouderschapsverlof het geval is. In dit geval is geen sprake van verlof, maar van de mogelijkheid om het werk te onderbreken om te kunnen kolven of borstvoeding te geven. De PO-Raad adviseert om met betrokkene in gesprek te gaan en af te spreken wanneer zij gaat kolven/voeding geven. Er kunnen dan bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt dat dit deels in lesgebonden en niet lesgebonden tijd plaatsvindt en deels in de pauze. Van beide partijen mag verwacht worden dat zij zich als goed werknemer/werkgever gedragen en dat zij zich constructief opstellen in het overleg.

Overigens wordt dit verlof niet bekostigd door het Vervangingsfonds (VF) als er een vervanger wordt aangesteld. De werkgever dient het zelf uit het lumpsumbudget te bekostigen.

Hoe lang moet ik zieke medewerker doorbetalen die de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt?

Artikel 4 lid 2 van de ZAPO meldt dat de loondoorbetaling van een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt 13 weken na de eerste ziektedag eindigt. De werknemer heeft deze 13 weken recht op 100% van het salaris. De CAO PO sluit hier aan bij de wettelijke regeling. Meer informatie over dit onderwerp lees je op de website van Rijksoverheid