Veelgestelde vragen

Over Informatie en instrumenten voor hr-praktijk

Hoe bereken ik het aantal terug te betalen uren betaald ouderschapsverlof wanneer een werknemer de werktijdfactor binnen 6 maanden na opname wenst te wijzigen?

Wanneer een werknemer binnen 6 maanden na het genieten van betaald ouderschapsverlof de werktijdfactor wenst aan te passen is er een terugbetalingsverplichting voor het teveel opgenomen betaald ouderschapsverlof van de voorgaande twee jaar. Op grond van cao-artikel 8.19 lid 4 is er geen terugbetalingsverplichting voor de opgenomen uren gedurende het eerste levensjaar van het kind. Voor meer uitleg van de juiste berekeningswijze en een rekenvoorbeeld kun je een hulpmiddel downloaden. 

Mag je een proeftijd afspreken binnen de cao po?

Je mag alleen een proeftijd afspreken als bij de eerste indiensttreding direct een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt aangegaan. Dit is vastgelegd in artikel 3.1 lid 6 van de cao voor Primair Onderwijs (cao po).

Wat zijn de regels voor aanpassing van de arbeidsduur?

Op grond van de Wet flexibel werken geldt dat de werknemer een verzoek tot aanpassing ten minste twee maanden voor de ingangsdatum in moet dienen, zie art. 2 lid 3 van deze wet. Er geldt geen opzegtermijn, maar wel deze twee maanden uit de wet.

Mogen de kosten voor re-integratiebegeleiding in mindering worden gebracht op de transitievergoeding?

In het wetgevingsoverleg in het parlement is aan de orde gekomen dat de kosten van re-integratieverplichtingen en kosten van loondoorbetaling bij ziekte niet op de transitievergoeding in mindering kunnen worden gebracht.

Geldt (betaald) kort buitengewoon verlof ook voor het ridderen van een familielid?

Nee, dit valt niet onder het betaalde kort buitengewoon verlof. De PO-Raad verduidelijkt dit aan de hand van de cao-artikelen.

Artikel 8.6 regelt het imperatief kort buitengewoon verlof. In het eerste lid worden concrete gevallen genoemd waarin de werkgever verplicht is om verlof te verlenen. Het derde lid breidt dit uit, zodat de werkgever ook in andere situaties verlof moet verlenen wanneer de werknemer buitenwettelijke verplichtingen heeft die alleen tijdens werktijd kunnen worden uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn het ophalen van documenten, bezichtigen van een woning, bijwonen van een doopplechtigheid (indien deze niet op zondag plaatsvindt), of het begeleiden van een ziek kind naar het ziekenhuis. Dit verlof is bedoeld voor situaties waarin de werknemer slechts een deel van de werkdag afwezig is.

Als de werknemer door deze omstandigheden een hele dag afwezig is, wordt deze dag beschouwd als verlof op basis van artikel 8.7, dat breder is en ook situaties omvat zoals het bijwonen van een huwelijk of promotie van een goede vriend(in). Verlof op grond van de WAZO wordt geregeld op basis van artikel 8.6, onder i, en valt niet onder artikel 8.7.

Mag je individueel professionaliseringsbudget besteden aan lidmaatschap van het Lerarencollectief?

Ja, de PO-Raad vindt dat het besteden van het professionaliseringsbudget aan het lidmaatschap van het Lerarencollectief goed past binnen de bestedingsdoelen van het professionaliseringsbudget.

Het Lerarencollectief heeft aangegeven dat ze permanent wil inzetten op o.a. professionalisering van leerkrachten. De PO-Raad is voorstander van het verenigen van leraren in een beroepsgroep. Voor meer informatie verwijzen wij naar het bericht op onze website afgelopen zomer over het Lerarencollectief.

Medewerkers in het primair onderwijs beslissen zelf over de besteding van dat budget na overleg met hun leidinggevende. 

Kan een werknemer vragen om de loonstrook schriftelijk te ontvangen?

Je mag loonstroken alleen elektronisch versturen als de werknemer daar uitdrukkelijk toestemming voor heeft gegeven. Dit blijkt uit artikel 7:626 lid 1 BW, waarin is opgenomen dat de werkgever verplicht is bij elke voldoening van het in geld vastgestelde loon de werknemer een schriftelijke of elektronische opgave te verstrekken, tenzij zich ten opzichte van de vorige voldoening in geen van deze bedragen een wijziging heeft voorgedaan (lid 1). Voor het verstrekken van een elektronische opgave is uitdrukkelijke instemming van de werknemer vereis (lid 4). Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.

De bewijslast voor de instemming ligt bij de werkgever. Heeft de werknemer hier geen toestemming voor gegeven, dan moet de loonstrook dus op papier verstrekt worden. Het is wel zo dat dit niet elke maand hoeft. Voor alle loonstroken daarna geldt dat ze alleen verstrekt hoeven te worden als er wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige loonbetaling.

Op de loonstrook dient te worden vermeld:

  • Het totale brutoloon, met specificatie welke bedragen op het loonbedrag zijn ingehouden.
  • De losse bedragen waaruit het loon is samengesteld.
  • Het wettelijke minimumloon waarop een persoon van dezelfde leeftijd over dezelfde termijn gerechtigd is.
  • De naam van de werkgever en de werknemer, de termijn waarover het loon is berekend en de arbeidsduur.

Kan een werkgever zelf de start- en einddatum van een dienstverband bepalen?

De werkgever bepaalt de ingangsdatum van een dienstverband, met ruimte voor eigen beleid in overleg met de P(G)MR. Tijdelijke dienstverbanden kunnen bijvoorbeeld starten op 1 augustus of de eerste schooldag. Het is handig om een werknemer voor een volledig schooljaar aan te nemen, van 1 augustus tot 1 augustus.

Volgens de cao po bouwen medewerkers verlof op, en houdt de werkgever een verlofkaart bij van 1 oktober tot 1 oktober. Alle schoolvakanties en wettelijke vrije dagen vallen binnen deze periode. De verrekening van vakantiedagen wordt gebaseerd op de uitdienstdatum, met een mogelijk positief of negatief saldo.

Voor onderwijsondersteunend personeel zonder lesgebonden taken en werknemers in participatiebanen gelden aanvullende regels. Zij kunnen, na overleg, vakantieverlof buiten de schoolvakanties opnemen.

Ontslag aan het einde van het schooljaar

Het schoolbestuur kan in overleg met de P(G)MR beleid maken over ontslag op eigen verzoek en de verrekening van vakantiedagen. Na de wijziging van artikel 6.12 lid 7 uit de cao po kan een werknemer ontslag aanvragen per 1 september (of de eerste schooldag), wat gevolgen heeft voor de vakantiedagen. De werkgever moet hierover duidelijke afspraken maken.

Er zijn twee mogelijke beleidsopties:

  1. Verrekening met salaris: Teveel genoten verlof wordt verrekend met het (laatste) salaris. De werkgever houdt het verlofsaldo bij en informeert de werknemer over het overschrijden van het opgebouwde verlof.
  2. Ontslag per 1 augustus: Leraren die ontslag nemen aan het einde van het schooljaar, krijgen ontslag per 1 augustus, met uitbetaling van een eventueel verlofoverschot. Dit geldt niet bij ontslag door pensioen.

Een schoolbestuur kan eigen beleid vaststellen, mits het wordt afgestemd met de P(G)MR en goed gedocumenteerd is. Dit beleid geldt voor dienstverbanden die beginnen of eindigen aan het begin of einde van het schooljaar, maar ook voor dienstverbanden halverwege het jaar.

Mag er t.a.v. het salaris in positieve zin worden afgeweken van de cao?

De cao po is een kaderstellende cao. Uit de bepalingen zelf blijkt of er ruimte is voor eigen beleid. Als de bepalingen eenduidig zijn, mag je daarvan formeel niet afwijken. Ook niet in een voor werknemers positieve zin.

De salarisschalen zijn het resultaat van onderhandelingen tussen cao-partners. Hierbij is het uitgangspunt dat de werknemer wordt bezoldigd volgens de bij zijn functie horende salarisschaal. Inschaling vindt plaats op basis van taken en verantwoordelijkheden. Op grond van artikel 6.1 lid 9 moet de werkgever duidelijke afspraken maken over periodieke verhogingen. Artikel 6.15 geeft wel de mogelijkheid om een gratificatie of toelage onder voorwaarden toe te kennen.

Wat verdient een leraar in het primair onderwijs?

In deze salaristabellen vind je de actuele bruto salarissen van leraren, directies en onderwijsondersteunend personeel. In de cao primair onderwijs (hoofdstuk 6) is te vinden welke toeslagen en uitkeringen daarbij komen.

Hoe schaal je een OOP'er in die lesbevoegdheid gaat halen?

Casus: één van de logopedisten werkzaam in de Ambulante Begeleiding in het speciaal onderwijs gaat een 2e graads onderwijsbevoegdheid halen via de deeltijdstudie omgangskunde. In het 2e studiejaar is een stage op een vso-school een vast onderdeel. Een aantal andere logopedisten gaat de pabo zij-instroom doen en wordt vanaf de start van de opleiding ingeschaald in een lerarenschaal. Geldt deze lerarenschaal nu ook voor de logopedist die met de studie omgangskunde zijn/haar 2e graads bevoegdheid gaat behalen?

De zij-instromer wordt aangesteld op grond van artikel 3.2 CAO PO en artikel 32 lid 10 Wpo en mag op grond van de geschiktheidsverklaring als onbevoegde leraar voor de klas. De zij-instromer heeft dezelfde verantwoordelijkheden als een leerkracht. Hierdoor hebben zij-instromers de salarisschaal van een leerkracht.

De onderwijsondersteuner die een bevoegdheid gaat halen via de deeltijdstudie omgangskunde heeft geen geschiktheidsverklaring en kan zodoende ook nog niet als leraar voor de klas staan. Gedurende de studie zal deze werknemer in dienst blijven als OOP'er en blijft in de OOP-schaal. Als de werknemer de opleiding heeft afgerond, dan kan de werknemer solliciteren op een lerarenvacature. Zodra de werknemer als bevoegd leerkracht wordt aangesteld, is de lerarenschaal van toepassing.

Is een VOG verplicht voor stagiaires of studenten die worden ingezet als LIO-er?

Een VOG is verplicht voor een LIO-er. De VOG mag bij aangaan van de LIO-overeenkomst niet ouder zijn dan zes maanden. Voor stagiaires is een VOG niet verplicht, maar wel aan te raden als zij met kinderen werken. Zie voor meer informatie Stichting School en Veiligheid.