Is het aantal leerlingen drie jaar achter elkaar lager dan de opheffingsnorm? Dan komt de school meestal niet meer in aanmerking voor bekostiging en moet vaak sluiten. In deze snelstarter lees je in welke gevallen bekostiging niet vervalt en vind je een model om de gemiddelde schoolgrootte te berekenen.    

De Wet op het primair onderwijs (WPO) stelt dat scholen die drie jaar lang minder leerlingen hebben dan de opheffingsnorm van de gemeente waarin de school gevestigd is, niet meer bekostigd worden. Gevolg is vaak dat de school moet sluiten. Op deze regel zijn twee uitzonderingen:  

1. Het is de laatste school in een straal van 5 km van deze (geloofs)richting. De school moet dan wel minimaal 50 leerlingen tellen.  
2. De gemiddelde schoolgrootte is hoger dan 10/6e maal de gewogen gemiddelde opheffingsnorm van de gemeente waarin de school gevestigd is. De school moet daarnaast minimaal 23 leerlingen tellen.  

Waarom is deze snelstarter ontwikkeld?  

Wanneer het aantal leerlingen van een school daalt tot onder de opheffingsnorm van de gemeente waarin de school is gevestigd, is het soms niet te voorkomen om tot sluiting over te gaan. Toch zijn er omstandigheden waarin de bekostiging van de school toch kan blijven bestaan. Eén van de uitzonderingsregels waar je een beroep op kunt doen, is de gemiddelde schoolgrootte. Het is echter niet heel eenvoudig om uit te rekenen of de gemiddelde schoolgrootte voldoet aan de norm die de overheid hiervoor opgesteld heeft. Daarom bevat deze snelstarter een praktisch invulmodel waarmee de gemiddelde schoolgrootte berekend kan worden.  

Hoe ga je aan de slag met deze snelstarter?

In deze snelstarter vind je een rekenmodel waarmee je zelf de gemiddelde schoolgrootte voor jouw schoolbestuur kunt berekenen. Op het tabblad ‘Toelichting’ staat op welke manier je dit model kunt inzetten en welke velden je moet invullen.