De PO-Raad ondersteunt het aanbieden van diverse opleidingsroutes naar het leraarschap, zodat elke student een traject kan kiezen dat bij hem of haar past. Naast de reguliere pabo zijn er bijvoorbeeld trajecten voor zij-instromers, de academische pabo en universitaire lerarenopleidingen. Deze variëteit draagt bij aan de diversiteit binnen lerarenteams en verhoogt de aantrekkelijkheid van het beroep.  

Daarnaast is de PO-Raad voorstander van flexibele opleidingsroutes en bevoegdheden, zodat leraren breder inzetbaar zijn en meer carrièremogelijkheden hebben. Dit maakt het mogelijk om in te spelen op de behoefte aan gespecialiseerde professionals binnen het onderwijs.  

De PO-Raad heeft zich kritisch uitgelaten over wetsvoorstellen die opleidingsroutes willen splitsen in specifieke bevoegdheden voor het jonge of oudere kind. Een dergelijke versmalling van bevoegdheden draagt niet bij aan kwalitatief goed onderwijs en een betere arbeidsmarkt.  

Werknemers in het primair onderwijs zijn deelnemers in de pensioenregeling van de overheid en het onderwijs, uitgevoerd door het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). De PO-Raad is wettelijk aangewezen als vertegenwoordiger voor het primair onderwijs in de Pensioenkamer, het overlegorgaan van sociale partners in de overheids- en onderwijssectoren.   

In het kader van het nieuwe pensioenstelsel, dat per 2027 wordt ingevoerd, hebben sociale partners uit de overheids- en onderwijssectoren, waaronder de PO-Raad, afspraken gemaakt over de nieuwe ABP-pensioenregeling en de transitie daarnaartoe. Deze afspraken zijn vastgelegd in een transitieplan dat aan het ABP is voorgelegd met het verzoek de nieuwe regeling uit te voeren.  

De PO-Raad zet zich actief in voor samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen, waarbij partnerschappen centraal staan. In deze partnerschappen nemen scholen en opleidingsinstituten gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het opleiden van nieuwe leraren en het verder ontwikkelen van zittende leraren. 

Een hoge standaard voor begeleiding van studenten en startende leraren is belangrijk, evenals een nauwe afstemming tussen wat de opleiding biedt en wat de praktijk vraagt. Het is belangrijk dat leraren al tijdens hun opleiding intensief praktijkervaring opdoen. De school fungeert als leeromgeving waarin theorie en praktijk samenkomen. Het praktijkgericht opleiden draagt niet alleen bij aan een betere voorbereiding van startende leraren, maar zorgt er ook voor dat scholen een actieve rol kunnen spelen in de professionalisering van de sector. 

Samen opleiden en professionaliseren is een belangrijke strategie om het lerarentekort te bestrijden. Door scholen te betrekken in het opleidingsproces, worden meer studenten geïnspireerd om het beroep in te gaan, en krijgen zij een beter beeld van het werk in de praktijk. 

Het primair onderwijs heeft als altijd grote ambities. We willen de kwaliteit van het onderwijs verhogen, we willen gelijke onderwijskansen voor alle leerlingen en we bevorderen inclusiever onderwijs. Daar zijn voldoende, goede en gemotiveerde leraren, onderwijsondersteuners, schoolleiders en ander ondersteunend personeel voor nodig. We weten dat dit een grote uitdaging is de komende jaren. 

We hebben de afgelopen jaren goede stappen gezet in het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden en het uitbreiden van faciliteiten voor professionalisering in het primair onderwijs. Daarmee is het werken in onze mooie sector aantrekkelijker geworden. We zien daar ook positieve effecten van; medewerkers zijn over het algemeen heel tevreden met de cao en hebben een positief beeld over hun werk. Uiteraard blijven we ons inzetten voor aantrekkelijk werk en goede arbeidsvoorwaarden. 

Tegelijkertijd beseffen we steeds meer dat dat niet voldoende is. We moeten ons ook voorbereiden op de personele tekorten die breed op de arbeidsmarkt spelen en waar ook het primair onderwijs mee te maken heeft, en nog meer mee te maken gaat krijgen. Het is noodzakelijk om sectorbreed te leren omgaan met deze personele tekorten, zodat we ook in die situatie zo goed mogelijk onderwijs kunnen blijven geven aan ieder kind. 

Met deze ambities, in de complexe context, is continue aandacht voor ontwikkeling van de (mensen in de) sector onontbeerlijk. Samenwerking binnen de sector tussen alle betrokken partijen, schoolorganisaties, scholen; en een lange adem met langetermijnvisie en een gedeelde focus op professionalisering zijn hierbij cruciaal. Onze insteek bij de cao-gesprekken is dat een akkoord ook aan die langetermijnontwikkelingen bijdraagt. 

De PO-Raad zet zich in om voldoende bekwaam, gemotiveerd, gezond, betaalbaar en duurzaam inzetbaar personeel te werven en te behouden. Een effectief hrm-beleid is volgens de PO-Raad een integraal onderdeel van het strategisch beleid van onderwijsorganisaties. 

Uit onderzoek onder schoolbestuurders, schoolleiders en leraren blijkt dat het personeelsbeleid in het primair onderwijs over het algemeen positief wordt beoordeeld. Dit geldt ook voor de toepassing voor strategisch personeelsbeleid. 

In een recent advies (31 mei 2024) bevestigt de Onderwijsraad dan ook dat een wet strategisch HRM volstrekt onnodig, onwenselijk en onwerkbaar is. Je moet niet via een wet tot drie cijfers achter de komma willen voorschrijven hoe scholen personeelsbeleid moeten voeren. Er worden met deze wet problemen opgelost die er niet zijn. De regeldruk wordt vergroot en vakinhoudelijke hr-kennis wordt vervangen door opgelegde afvinklijstjes.