Standpunten
-
De PO-Raad wil dat ieder kind tot vier jaar minimaal zestien uur in de week toegang krijgt tot een voorschoolse voorziening.
-
Zonder schoolzwemmen zou één op de vijf kinderen in de grote steden geen zwemdiploma behalen. Belangrijk dus om te behouden in een waterrijk land als Nederland.
-
De PO-Raad ziet dat het onderwijs en bedrijfsleven steeds meer met elkaar in aanraking komen, vooral rond ICT, techniek en bewegingsonderwijs. Scholen kunnen hier de vruchten van plukken, maar mogen wat de PO-Raad betreft nooit afhankelijk worden van het bedrijfsleven.
-
De PO-Raad vindt dat als de overheid erkent dat een doorgaande lijn van belang is voor de ontwikkeling van kinderen, ze IKC-vorming meer moeten stimuleren in plaats van belemmeren.
-
De PO-Raad onderschrijft het wetenschappelijk aangetoonde belang van een meerjarenplan voor iedere leerling, waarbij de moedertaal van het kind als opstapje gebruikt wordt voor het dagelijkse én schoolse leren.
-
De PO-Raad is van mening dat het totale budget voor onderwijsachterstanden hersteld moet worden, voordat de nieuwe verdeelsystematiek (zoals voorgesteld door het Centraal Bureau voor Statistiek) wordt ingevoerd. Dit budget is de afgelopen jaren namelijk gehalveerd als gevolg van de verouderde definitie die gebruikt wordt om onderwijsachterstanden bij kinderen te voorspellen.
-
De PO-Raad wil dat scholen werken aan sociale veiligheid op een manier die past bij hun eigen visie en die tegemoet komt aan vragen die spelen in de lokale situatie. De meeste scholen zijn al voortvarend aan de slag met beleid tegen pesten en hebben goed zicht op het welbevinden van hun leerlingen. Om die reden heeft de PO-Raad zich altijd verzet tegen verplichte antipestprogramma's op scholen.
-
Er zijn veel partijen betrokken bij het leven van jonge kinderen. In de eerste plaats ouders, maar ook gemeenten, kinderopvang, peuterspeelzalen, zorginstellingen en cultuur- en sportorganisaties hebben naast het onderwijs een rol in de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar.