Inspectietoezicht

De Inspectie van het Onderwijs ziet erop toe dat leerlingen onderwijs krijgen dat van goede kwaliteit is. Ze heeft als taak die kwaliteit te bewaken en stimuleert scholen hun kwaliteit te verbeteren. De PO-Raad spreekt met de inspectie over de ontwikkelingen in het onderwijstoezicht, ondersteunt schoolbesturen met kwaliteitsproblemen en stimuleert de sector de onderwijskwaliteit verder te verbeteren.

De inspectie werkt in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en is daarmee de externe toezichthouder van het onderwijs. Naast scholen en hun besturen, collega-scholen en medezeggenschapsraden die intern toezicht houden in hun eigen organisaties.

Toezicht begint bij bestuur

Toezicht begint bij schoolbesturen. Het bestuur moet aan de inspectie kunnen laten zien hoe de kwaliteitszorg is geregeld. Het schoolplan vormt daarbij het uitgangspunt. Heeft het bestuur dit niet op orde of loopt een school bijvoorbeeld het risico onvoldoende of zeer zwak te worden, dan zal de inspectie vervolgens ook de betreffende scho(o)l(en) bezoeken. De inspectie heeft daarmee een waarborgfunctie. De norm voor basiskwaliteit is dat een bestuur en zijn scholen voldoen aan de deugdelijkheidseisen rond de onderwijskwaliteit, de kwaliteitszorg, het schoolklimaat en het financieel beheer. De inspectie kan concluderen dat een school van basiskwaliteit is, ‘onvoldoende’ of ‘zeer zwak’ is.

Hoe het toezicht is ingericht lees je in het toezichtskader van de Onderwijsinspectie. Een waarderingskader maakt daar deel van uit. De inspectie baseert haar oordeel over de resultaten (OR1) op de referentieniveaus voor taal en rekenen.

Een school die onvoldoende of zeer zwak is, krijgt een jaar om zichzelf te verbeteren. De PO-Raad helpt daarbij. 

Stimulerende taak Onderwijsinspectie

De inspectie heeft daarnaast een stimulerende taak: verbeteren wat al goed gaat. De eigen ambities en het ontwikkelen van een verbetercultuur staan daarbij centraal. Een schoolbestuur kan zelf vragen of de inspectie een bepaalde school bekijkt. Zo'n school krijgt dan een gedifferentieerd eindoordeel, zoals het label ‘goed’ .

Wat doet de PO-Raad?

De PO-Raad neemt deel aan het zogeheten Ringenoverleg. Daarin worden de ontwikkelingen in het toezicht besproken.  Op reguliere basis vindt er een bestuurlijk overleg met de inspectie plaats. En in het bestuurlijk netwerk inspectietoezicht spreken we, samen met leden, meerdere keren per jaar met de hoofdinspecteur primair onderwijs. Tijdens deze bijeenkomsten worden ontwikkeling in het toezicht en signalen uit het veld besproken.

Meer weten?

Meer informatie over haar werk is te vinden op de website van de Onderwijsinspectie. Over intern toezicht is meer te vinden op de themapagina Goed Bestuur. Leden van de PO-Raad kunnen hun vragen stellen aan beleidsadviseur Annette Thijs.