Voortgang NPO: scholen zijn goed aan de slag, maar ervaren nog veel belemmeringen
Scholen geven aan dat het in het afgelopen schooljaar goed gelukt is om uitvoering te geven aan hun plannen in het kader van Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Dat blijkt uit de derde NPO-voortgangsrapportage die deze maand verscheen. Schoolsluitingen en uitval van leraren en leerlingen door corona waren, naast het lerarentekort, de belangrijkste knelpunten voor een optimale uitvoering. Met de (tijdelijke) NPO-middelen geven scholen extra ondersteuning aan hun leerlingen om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen.
De leerprestaties van leerlingen in het primair onderwijs laten een wisselend beeld zien in de derde NPO-voortgangsrapportage van de ministers Robbert Dijkgraaf en Dennis Wiersma (beide onderwijs) Het onderzoek laat een positieve ontwikkeling zien bij begrijpend lezen, maar verder zijn de vertragingen voor rekenen en spelling ten opzichte van de meting van vorig jaar toegenomen. Dat betekent dat leerlingen er in één schooljaar minder op vooruit zijn gegaan dan normaal. Leraren en schoolleiders zeggen dat leerlingen moeite hebben om tot leren te komen. Een deel van de leerlingen zit nog onvoldoende in de leerstand.
Bij de start van vorig schooljaar bleek dat bij leerlingen met laagopgeleide ouders gemiddeld genomen sprake was van grotere vertragingen dan bij leerlingen met gemiddeld of hoogopgeleide ouders. Dat kwam overeen met het beeld uit internationaal onderzoek. Het NPO richt zich daarom niet alleen op herstel van de leerprestaties, maar ook op het terugdringen van de toegenomen kansenongelijkheid. Uit de nieuwe voortgangsrapportage blijkt dat dit effect heeft gehad. In het primair onderwijs laten niet langer de leerlingen uit minder kansrijke milieus de grootste vertraging in de leergroei zien. Deze groep leerlingen lijkt het meest te profiteren van de inzet van de onderwijsinterventies.
Kinderziektes verantwoordingssysteem
Schoolorganisaties hebben zich in het voorjaar van 2022 voor het eerst moeten verantwoorden over de inzet van NPO-middelen in de periode september – december 2021. Dat liep via de portal ‘XBRL’ op het niveau van de gekozen interventies. In de Kamerbrief wordt ten onrechte het beeld geschetst dat een kwart van de schoolorganisaties niet bereid zou zijn om zich hierover te verantwoorden, en de minister spreekt besturen hier stevig op aan in de brief. Uit de NPO-rapportage blijkt echter dat dit komt door de portal die gebruikt werd, die nogal wat last had van kinderziektes. Het is goed dat de portal voor de komende jaren wordt verbeterd zodat er goede, rijke informatie beschikbaar komt over de besteding van middelen. Het is echter onterecht dat besturen hier nu door de ministers op worden aangesproken.
In de besteding van de middelen is terug te zien dat scholen goed aan de slag zijn met het uitvoeren van hun plannen. Zij hebben een groot deel van de middelen die zij in het schooljaar 2021/2022 hebben ontvangen al ingezet. Dit schooljaar ontvangen de scholen nog een aanzienlijk deel van de NPO-middelen. Zij moeten daarmee echter plannen financieren voor de schooljaren 2022/2023, 2023/2024 en 2024/2025. De PO-Raad voorziet dat daarmee voor een aantal scholen onvoldoende geld beschikbaar is om de leervertragingen structureel weg te werken.
Waar de tijdelijke middelen van het NPO bedoeld zijn om de vertragingen die zijn ontstaan door corona weg te werken, wil het Kabinet met het Masterplan Basisvaardigheden de volgende stap zetten naar structurele verbetering van het onderwijs en de leerprestaties. De PO-Raad onderstreept het belang van een duurzame en structurele aanpak rondom het versterken van taal, rekenen en burgerschap maar plaatst kanttekeningen bij de uitvoering.