Blog

Anko van Hoepen: 'Goed én slecht nieuws: Dekker spreekt op ons congres'

Op vrijdag 16 juni organiseren we ons congres ‘Kleurrijk in onderwijs’. Bestuurders, schoolleiders, leraren en andere onderwijsprofessionals; iedereen is deze dag van harte welkom om samen te werken aan de verder professionalisering van onze sector. Op het programma staan onder meer een keynote van Ernst Hirsch Ballin over onderwijsvrijheid, vijf masterclasses, vijftien workshops en zeven sessies. En daar kan vanaf vandaag een nieuwe spreker aan worden toegevoegd: staatssecretaris Sander Dekker. Waarom dit goed én slecht nieuws is, zal ik hieronder proberen uit te leggen.

Eerst het goede nieuws. Dat Dekker naar ons congres komt, biedt natuurlijk de interessante mogelijkheid om met de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor het primair onderwijs in gesprek te gaan. Over ons kleurrijke onderwijs en over het door hem gevoerde beleid van de afgelopen jaren. En natuurlijk over de actualiteiten. Genoeg te bespreken, lijkt me.

Dan het slechte nieuws. Het feit dat er een demissionaire staatssecretaris op ons congres spreekt, betekent dat we nog geen nieuwe regering hebben. En met de vastgelopen onderhandelingen tussen VVD, CDA, D66 en GroenLinks lijkt hier voorlopig ook weinig zicht op te zijn. Met als mogelijke gevolg dat het primair onderwijs voor de begroting van 2018 op weinig extra’s van het kabinet hoeft te rekenen. Want, zo bleek twee weken geleden uit het debat over werkdruk al, voor nieuwe investeringen wordt nu steevast naar de formatietafel verwezen.

Deze vertraging houdt in dat er voorlopig geen grote maatregelen aankomen waarmee de overheid de ontoereikende bekostiging van het primair onderwijs grondig aan gaat pakken. Terwijl de sector dat nú juist zo hard nodig heeft.

Deze vertraging houdt in dat er voorlopig geen grote maatregelen aankomen waarmee de overheid de ontoereikende bekostiging van het primair onderwijs grondig aan gaat pakken. Terwijl de sector dat nú juist zo hard nodig heeft. Om leraren bijvoorbeeld beter te kunnen belonen en hun werkdruk te verminderen, zodat zij behouden blijven voor de sector en we over een aantal jaren niet kampen met een gigantisch lerarentekort. Of om scholen niet langer jaarlijks 375 miljoen euro meer te laten besteden aan bijvoorbeeld het onderhoud van schoolgebouwen en lesmaterialen, dan dat zij hiervoor bekostigd krijgen.

Om deze voorbeelden - waaruit zo duidelijk naar voren komt dat de financiering van het primair onderwijs gebrekkig is - kracht bij te zetten, stelden we eerder deze maand voor om een parlementair onderzoek naar de bekostiging van onze sector in te stellen. Een dergelijk onderzoek kan duidelijk maken of de huidige bekostiging toereikend is en waaraan het geld wordt uitgegeven. Dit stelt een nieuwe regering in staat om op basis van keiharde feiten toekomstbestendig onderwijsbeleid te maken. Zodat we ook in de toekomst kleurrijk onderwijs kunnen blijven realiseren.