Nieuws

De ketenregeling bij vervanging in het openbaar onderwijs verandert

Vanaf 1 januari 2020 geldt voor werknemers in het openbaar onderwijs de ketenbepaling van het bijzonder onderwijs. In dit artikel lees je wat dit betekent voor de vervangingen die reeds voor die datum zijn begonnen.

Op dit moment geven openbare schoolbesturen aan een vervanger een tijdelijke akte van aanstelling op grond van artikel 4.4 sub a uit de CAO PO 2018-2019. In dit cao-artikel wordt geen onderscheid gemaakt in soorten vervanging, alle vervangingen vallen hieronder. Voor het bijzonder onderwijs geldt dat er wel onderscheid wordt gemaakt in soorten vervanging. Op grond van artikel 3.1 lid 4 uit de CAO PO 2018-2019 kunnen er zes tijdelijke arbeidsovereenkomsten in 36 maanden afgesloten worden, indien sprake is van vervanging. Is echter sprake van vervanging van een zieke leraar, dan geldt een specifieke uitzondering. In artikel 3.1 lid 5 CAO PO 2018-2019 is namelijk opgenomen dat er een onbepaald aantal contracten in 36 maanden kan worden afgesloten indien er sprake is van vervanging van een zieke leraar.

Zoals bekend treden per 1-1-2020 de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) en de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) in werking. Vanaf dat moment stelt de wet in art. 7:668a lid 15 BW dat de ketenregeling niet van toepassing is bij ziektevervanging van een werknemer met lesgevende, lesgebonden en/of behandeltaken. Op grond van de cao voor het primair onderwijs geldt er wel een maximale termijn van 36 maanden.

Hoe tellen eerdere aktes van aanstelling mee in de keten?

Alle vervangingen van voor 1 januari 2020 vallen onder artikel 4.4  sub a van de CAO PO 2018-2019 en gelden na 1 januari 2020 als reguliere vervangingen zoals vermeld artikel 3.1 lid 4 CAO PO 2018-2019. Dus ook ziektevervangingen van voor 1 januari 2020 moeten meegeteld worden in de keten als ware dit (reguliere) vervangingen.  

Hoe tellen vervangingen vanaf 1 januari 2020 mee in de keten?

Op grond van de Wab geldt per 1 januari 2020 dat de gehele ketenregeling (dus aantal contracten en maximale termijn) niet geldt voor ziektevervangingen van werknemers met lesgevende, lesgebonden of behandeltaken. Alle andere vervangingen vallen onder artikel 3.1 lid 5 van de nieuwe cao (in de CAO PO 2018-2019 is dat artikel 3.1 lid 4).

Cao-partijen hebben echter afgesproken dat het in het kader van goed werkgeverschapschap niet wenselijk is dat werknemers jarenlang kunnen invallen zonder zicht op een vast contract. Om die reden blijft een maximale termijn van 36 maanden gehandhaafd in de cao voor primair onderwijs. Ondanks dat de wet geen maximale termijn aan ziektevervangingen stelt, kan een leraar of onderwijsondersteuner met lesgebonden- en/of behandeltaken dus maximaal 36 maanden vervangen voor ziekte.

Voor de keten van vervangingsaanstellingen tellen álle tijdelijke contracten van vóór 1 januari 2020 mee. Dus ook de aanstellingen wegens ziektevervanging.

Een voorbeeld

Werknemer A, werkzaam in het openbaar onderwijs, is in de periode van 1-1-2019 tot 1-12-2019 vijf keer ingevallen voor een zieke leraar en één keer wegens zwangerschapsverlof. Wat is de situatie per 1-1-20?
De werknemer heeft zes vervangingscontracten gehad op grond van artikel 4.4. CAO PO 2018-2019. Dit betekent dat werknemer A geen tijdelijk contract meer kan krijgen. Dit zou namelijk het zevende contract in de keten zijn en daarmee een vast contract.

Op grond van de wet (Wab) geldt vanaf 1-1-2020 de uitzondering voor ziektevervanging. Dit betekent dat de invaller die een zieke werknemer met lesgevende, lesgebonden of behandeltaken vervangt, vanaf die datum wel een tijdelijk contract kan krijgen.

Heb je nog vragen over de aanzegplicht neem dan gerust contact op met de juristen bij de Helpdesk.

Meer weten over de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren? Lees hier de artikelen over de veranderingen voor het openbaar onderwijs.