Blog

Anko van Hoepen: ‘We kunnen aan de slag om de werkdruk te verlagen’

Daar zaten we dan afgelopen vrijdag op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: alle vertegenwoordigers van het PO-Front op een rijtje om het werkdrukakkoord te ondertekenen. Namens de PO-Raad zette ik mijn handtekening en gaf de pen door aan Thijs Roovers. Wat een mooi resultaat! Na acties van het PO-Front kondigde het kabinet vorig jaar aan 430 miljoen euro beschikbaar te stellen om werkdruk te verminderen, maar het overgrote deel van dit geld zou pas in 2021 beschikbaar komen. Door het werkdrukakkoord komt het geld eerder beschikbaar en dat is voor een groot deel dankzij de PO-Raad. Ik ben blij dat minister Slob inziet dat de nood in het primair onderwijs hoog is en dat er iets moet gebeuren.

Met het sluiten van het akkoord heeft minister Slob laten zien de problemen in het primair onderwijs rondom werkdruk en het lerarentekort serieus te nemen. Ik zie het werkdrukakkoord als een belangrijke eerste stap. Schoolbesturen staan voor een grote opgave en er zijn al goede initiatieven waarmee werkdruk wordt verlaagd. Met het werkdrukgeld kunnen scholen en schoolbesturen verder aan de slag om het werken in het primair onderwijs voor leraren aantrekkelijker te maken. En dat is mooi, want het lerarentekort is nu.

Uitdaging voor schoolteams

De PO-Raad heeft zich er hard voor gemaakt dat er niet in Den Haag wordt besloten of er op uw school een conciërge of onderwijsassistent beschikbaar komt. Scholen zijn aan zet om de werkdruk te verlagen. Schoolleiders en leraren kunnen zelf het beste bepalen waar het geld voor werkdruk naartoe moet. Extra ondersteuning in de klas door de hulp van onderwijsassistenten behoort tot de mogelijkheden, maar ook de inzet van ICT of investeren in professionalisering van leraren kan helpen de werkdruk te verlagen.

Schoolteams staan daarbij voor een enorme uitdaging. Daar komt logischerwijs ook verantwoording bij kijken voor scholen. Schoolteams en besturen moeten samen zichtbaar maken wat ze doen in de school als het gaat om werkdrukvermindering. Schoolbesturen blijven hierbij een belangrijke rol houden. Bestuurders zijn verantwoordelijk voor het totaalplan en moeten ervoor zorgen dat het geld voor werkdruk ingezet wordt in samenhang met al hun andere prioriteiten en opdrachten. De verantwoording over het werkdrukgeld wordt afgelegd op meerdere niveaus: per school, maar ook door het schoolbestuur door middel van het jaarverslag. Hierdoor sluiten we vooral aan bij de bestaande vormen van verantwoording.

Basisbekostiging is niet op orde

We realiseren ons tegelijkertijd dat er meer nodig is om goed onderwijs te blijven organiseren en een aantrekkelijke sector te zijn om in te werken. De PO-Raad blijft zich daarom inzetten voor een beter salaris voor leraren. De afgelopen jaren zijn we met onze neus op de feiten gedrukt: de kwaliteit in het primair onderwijs loopt terug. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling die ik jammer genoeg wel kan verklaren.

Er is jarenlang op het primair onderwijs bezuinigd. Scholen krijgen te weinig geld voor vaste lasten. Geld voor het aanpakken van onderwijsachterstanden is weggelekt door het gebruik van een verkeerde definitie van achterstanden. Een gemiddeld schoolgebouw is veertig jaar oud en geld om te vernieuwen en innoveren is er niet. Kortom: de bekostiging van de basis in het primair onderwijs is niet op orde. De zorgen over de totale bekostiging in het onderwijs worden door verschillende partijen in het PO-Front gedeeld.

We realiseren ons dat dit niet van vandaag op morgen geregeld is. De PO-Raad vindt het een goed teken dat minister Slob beseft dat met het werkdrukakkoord niet alle problemen in onze sector zijn opgelost. Tegelijkertijd geeft de minister aan dat hij gebonden is aan het regeerakkoord: hij heeft geen extra middelen te verdelen. We moeten misschien een lange adem hebben, maar we blijven ervoor strijden. Investeren in onderwijs is investeren in het land.