Nieuws

Bestuurder Marten Elkerbout: ,,Er wordt in het primair onderwijs geen geld over de balk gesmeten''

,,Ik zie in het primair onderwijs geen dure adviseurs en nutteloze cursussen. Ieder dubbeltje wordt omgedraaid’’, zegt Marten Elkerbout, bestuurder van Stichting Spaarnesant. Hij reageert daarmee op de misverstanden rondom de bekostiging van de sector. De komende tijd laat de PO-Raad het echte verhaal zien, het verhaal uit de praktijk van de schoolbestuurders.

Volgens een aantal politieke partijen is de basisbekostiging op orde. Merkt u dat ook in de praktijk?

,,De basisbekostiging is niet op orde. Ik heb mijn hele leven in het voortgezet onderwijs gewerkt en zo’n 2,5 jaar geleden ben ik overgestapt naar het primair onderwijs. Hier zie ik heel weinig ruimte om de ondersteuning adequaat te organiseren. Het meeste geld gaat naar het primaire proces en er blijft heel weinig over voor ondersteuning en staftaken. Je moet heel zuinig werken. Politieke partijen zeggen altijd dat ze niet kunnen zien waar het geld naartoe gaat. Ik zou hen willen zeggen: lees onze jaarverslagen. Die zijn helder en daar staat alles keurig in. Er wordt in het primair onderwijs geen geld over de balk gesmeten.’’

In het primair onderwijs stijgen de kosten al jaren harder dan de inkomsten. Heeft u voorbeelden van waar u op moet bezuinigen of waar u in wilt investeren?

,,In het primair onderwijs wordt ontzettend hard gewerkt. Er moeten ook veel contacturen worden gemaakt. Aan werkdruk zou ik graag iets willen doen. Ook willen we graag stappen maken in de ICT op onze scholen. De ICT is in het primair onderwijs toch minder ver dan het zou moeten. Er zijn maar minimale middelen om erin te investeren.

Ik vind eigenlijk dat er twee belangrijke thema’s zijn waarop er in het primair onderwijs een grote achterstand is. In de eerste plaats gaat het om de materiele bekostiging. Het is al lang bekend dat hier een tekort is, maar de politiek wil er gewoon niet aan. Daarnaast lopen de salarissen in het primair onderwijs ver achter. Ik heb het hier niet alleen over leraren, maar ook over schoolleiders en onderwijsondersteunend personeel. Ik vind het onbegrijpelijk dat een leraar in het voortgezet onderwijs met dezelfde taken en verantwoordelijkheden en, hetzelfde type opleiding, in een hogere schaal zit dan een vergelijkbare leraar in het primair onderwijs. Ik snap dat gewoon niet.’’

De politiek schetst een beeld waarbij de bestuurder en leraar elkaars vijand zijn. Ik herken dat beeld niet in de dagelijkse praktijk. We gaan voor dezelfde doelen en ambities: goed onderwijs voor de leerlingen. We hebben alleen andere verantwoordelijkheden.


Diverse politici suggereren dat besturen maar wat salaris moeten inleveren en dat de functiemix moet worden uitgevoerd, dan kan er meer geld naar leraren. Is dat zo? En wat vindt u hiervan?

,,Bij Spaarnesant functioneert er op 850 werknemers maar één bestuurder. Die bestuurder kun je wel minder laten verdienen, maar daar schiet je niets mee op. Bestuurders in het primair onderwijs verdienen niet buitensporig veel. De politiek schetst een beeld waarbij de bestuurder en leraar elkaars vijand zijn. Ik herken dat beeld niet in de dagelijkse praktijk. We gaan voor dezelfde doelen en ambities: goed onderwijs voor de leerlingen. We hebben alleen andere verantwoordelijkheden. Besturen proberen scholen zoveel mogelijk te ontzorgen zodat scholen zich bezig kunnen houden met onderwijs. Wij regelen dingen als huisvesting, ICT en personeelszaken centraal. Dat is echt niet goedkoper als je dat voor iedere school afzonderlijk gaat regelen.

De functiemix is een oud thema. Toen ik nog in het voortgezet onderwijs werkte heb ik me daar veel mee bezig gehouden. Daar hebben we aan kunnen tonen dat de functiemix onbetaalbaar is en daardoor onmogelijk is uit te voeren. In het primair onderwijs geldt hetzelfde: de bekostiging deugt niet. Het is niet dat we de functiemix niet realiseren omdat we het niet willen als bestuurders. Wij willen leraren graag in hogere schalen benoemen, maar dan zal er ook geld voor moeten zijn. Bizar dat er steeds wordt gesproken over het niet nakomen van de afspraken rondom de functiemix, terwijl het helemaal niet gaat over de financiering die aan die afspraken vastzit.’’

Wat is het grootste misverstand over de financiën in het po? En hoe heeft uw organisatie hier last van?

,,Het grootste misverstand is dat er door besturen enorm veel geld wordt opgepot. Dat daardoor leraren werkdruk ervaren en de salarissen niet omhoog kunnen. Dat is een onzinverhaal. Er moet tot op de bodem uitgezocht worden of de bekostiging wel toereikend is. De PO-Raad hamert daar ook al een tijd op, maar daar wil niemand aan.

Wat ons ook dwarszit, zijn de problemen rond de bestuurlijke missers in het hbo en mbo. Die problemen worden geprojecteerd op de besturen in het po en vo. In het primair onderwijs kennen we dat soort misstanden niet. Schoolbesturen in het primair onderwijs zijn veel meer hands-on bezig. Dat heeft te maken met de relatieve armoede. Wat er op bestuursbureaus gebeurt, is heel uitvoerend werk. Er worden echt meters gemaakt door schoolbesturen.’’

Als dit het geld is waar we het mee moeten doen? Dan moet de politiek ook de consequenties aanvaarden: wat gaan we dan minder doen in het primair onderwijs? Ga geen sprookjes vertellen met verhalen over dat het geld bij besturen zit of in dure adviseurs en cursussen. Dat is onzin.

Hoe kijkt u aan tegen de discussie die op sociale media en in de Tweede Kamer wordt gevoerd?

,,Wat mij in de berichtgeving rond het Algemeen Overleg over leraren in het verkeerde keelgat is geschoten, is dat er zo makkelijk gezegd wordt dat we naar minder bestuur, nutteloze cursussen en dure adviseurs moeten. Ik zie in het primair onderwijs geen dure adviseurs en nutteloze cursussen. Ieder dubbeltje wordt omgedraaid. Maar een heel klein percentage van onze totale begroting heeft betrekking op het bestuur. Zelfs als je de beweging zou willen maken dat dit nóg minder moet dan levert dit weinig op. Dat is niet voldoende om de achterstand die er elders is, in te lopen. Wat er nu gezegd wordt, is losgezongen van de werkelijkheid. We doen ons best om transparante jaarverslagen te maken waarin duidelijk wordt wat we met ons geld doen. Als we al een keer geld overhouden dan komt dat omdat de bekostiging die we van OCW krijgen pas bekend is als de begroting al rond is. Daarom begroten we heel voorzichtig en dat maakt het heel lastig om het geld ieder jaar weer precies op te maken.’’

Wat kan de sector nog zelf doen? Ziet u nog mogelijkheden voor besparingen?

,,Besparen is helemaal niet aan de orde. Wat je moet doet doen, is investeren. We zijn allen heel goed in staat om de tering naar de nering te zetten. We zien nu de effecten van het lerarentekort optreden. Vacatures krijgen we niet vervuld. Ondanks de vervangingspool die wij hebben met besturen in de regio moeten wij soms klassen samenvoegen of naar huis sturen. We zullen dus iets moeten doen aan de positie van leraren in termen van minder uren maken en meer salaris.’’

Wat wilt u de onderwijswoordvoerders in de Tweede Kamer meegeven voor het AO over leraren, dat op 14 maart wordt voortgezet?

,,Laat ze met een realistische kijk naar het primair onderwijs kijken. Laat men gewoon eerlijk zijn. Ik kan me voorstellen dat het politiek gezien heel lastig is om meer geld uit te trekken dan dat er nu in het regeerakkoord is afgesproken. Ook al weten ze dat het te weinig is. Als dit het geld is waar we het mee moeten doen? Dan moet de politiek ook de consequenties aanvaarden: wat gaan we dan minder doen in het primair onderwijs? Ga geen sprookjes vertellen met verhalen over dat het geld bij besturen zit of in dure adviseurs en cursussen. Dat is onzin.’’