Blog

Blog Freddy Weima: Tandvlees

Freddy Weima
Voorzitter

Freddy Weima

Zelden viel het woord ‘tandvlees’ zo vaak als de afgelopen maanden. In de coronatijd liepen de leraren op hun tandvlees, evenals veel leerlingen en hun ouders. Ook de schoolleiders en schoolbestuurders kregen het stevig voor de kiezen. Aan het eind van een normaal schooljaar neemt de vermoeidheid vaak toe en worden de lontjes korter, in dit coronaschooljaar was het in het voorjaar al zichtbaar en voelbaar. Des te groter is het compliment voor al die mensen in het onderwijs die maar doorgingen, er alles aan deden om de kinderen door deze moeilijke periode heen te slepen.

Politieke beslissingen

Zelden hadden landelijke politieke beslissingen zo’n direct effect op het dagelijks onderwijsleven. In december moesten de scholen van het ene op het andere moment dicht, al even plotseling konden de basisscholen vlak voor de voorjaarsvakantie weer open. Het voortgezet speciaal onderwijs volgde later. Dit vroeg heel veel – soms teveel – van het onderwijspersoneel. Iedereen deed z’n uiterste best, de knoppen gingen meermalen om, maar dat neemt niet weg dat de scholen regelmatig het idee hadden dat het onmogelijke van ze werd gevraagd.

Zowel de coronacrisis als het NPO laten zien dat er kortsluiting is tussen de onderwijssector en Den Haag

Toen in het voorjaar de besmettingscijfers daalden kwamen er versoepelingen. Niet alleen de buitenschoolse opvang, maar ook de Efteling ging open. Voor het primair onderwijs gold de wet van de remmende voorsprong: de voor veel scholen moeilijk werkbare cohorteringsmaatregelen bleven lang de standaard. Pas kort voor de zomervakantie werd er in het primair onderwijs versoepeld en de zogenaamde snottebellenregel wordt losgelaten op het moment dat de besmettingen weer toenemen. Natuurlijk is er op de ministeries van VWS en OCW ook ongelofelijk hard gewerkt om ons door de crisis heen te helpen, maar de timing van veel maatregelen leidde tot vraagtekens.

Programma in crisistijd

Parallel aan de voortwoekerende coronacrisis werd het Nationaal Programma Onderwijs afgekondigd, ik schreef er al eerder over. Uit de recente ledenpeiling van de PO-Raad blijkt dat het geld van het NPO welkom is, maar dat er zorgen zijn over de effecten van het programma, onder meer vanwege de korte looptijd. De meeste scholen denken dat inzet van extra personeel de beste manier is om het onderwijs goed uit de crisis te laten komen, maar waar haal je dat personeel vandaan?

Over het NPO-geld zelf leven eveneens veel vragen. Om te beginnen is te lang onduidelijk gebleven hoeveel geld de scholen eigenlijk krijgen. Sommige scholen zijn voortvarend aan de slag gegaan, ervan uitgaand dat er – zoals aanvankelijk aangekondigd – twee jaar lang in ieder geval 700 euro per leerling beschikbaar zou zijn; later bleek dit voor het tweede jaar 500 euro te zijn. Andere scholen hoorden pal voor de zomervakantie dat het bedrag dat hen toekwam aanmerkelijk hoger was dan gedacht. Dat lijkt een luxeprobleem, maar scholen en schoolbesturen willen ontzettend graag écht iets goed doen met het geld en het niet zomaar even ‘wegzetten’. Daarvoor is tijd en capaciteit voor nodig.

(On)begrip

Het moge duidelijk zijn: zowel de coronacrisis als het NPO laten zien dat er kortsluiting is tussen de onderwijssector en Den Haag. Er is over en weer onbegrip. Maar het is te makkelijk om te denken: ‘Als ze het op dat ministerie nou maar wat beter doen, dan komt het allemaal goed’. Omgekeerd ook: ‘Als we meer geld in die sector stoppen en ze doen wat we zeggen, dan is het probleem opgelost.’ Het is een cliché, maar daarom niet minder waar: de werkelijkheid is altijd complexer dan we zouden willen.

Maar het moet beter kunnen. En dat kán ook. Gezamenlijke initiatieven vergroten de kans op de effectiviteit ervan. Ik pleit er dan ook voor om heel snel na de zomervakantie serieus terug te blikken op het afgelopen schooljaar en ideeën te verzamelen over hoe we met meer begrip voor elkaars situatie de crisis te lijf gaan. Het onderwijs heeft inmiddels enorm veel crisiservaring opgedaan en deelt die graag. Die ervaring moet een plek krijgen bij toekomstige afwegingen van het OMT en de ministeries van VWS en OCW. Het feit dat de besmettingscijfers nu alweer stijgen, vergroot alleen maar de urgentie.

Het gevaar is dat het NPO onbedoeld leidt tot grotere in plaats van minder problemen. Dat wil niemand

Ook voor het NPO is het belangrijk dat we al vroeg in het nieuwe schooljaar in gesprek komen over hoe we maximaal kunnen profiteren van de beschikbare middelen. De afgelopen tijd is veel energie gestoken in schoolscans, monitoring en de wijze van financiering. In een aantal gevallen hebben we goede afspraken kunnen maken, bijvoorbeeld over de menukaart, die daardoor voor de meeste scholen goed werkbaar is. Maar het moet nu gaan over de uitvoering, want het gevaar is dat het NPO onbedoeld leidt tot grotere in plaats van minder problemen. Meer in plaats van minder personeelstekorten en meer in plaats van minder kansenongelijkheid. Dat wil niemand; het zou het wantrouwen in de sector en in de overheid voeden en onze kinderen worden er niet beter van.

Niemand weet nog hoe het schooljaar 2021-2022 eruit gaat zien. Het kan wederom een pittig jaar worden. Des te belangrijker is het dat we de komende weken even rust nemen. Ik wens iedereen in het onderwijs en Den Haag een hele goede zomerperiode toe. En zorg goed voor je tandvlees, het zal ook in het nieuwe schooljaar weer hard nodig zijn.

Freddy Weima