Nieuws

Fluctuaties in achterstandsscores voor aanvullende bekostiging verklaard

De beschikkingen voor de aanvullende bekostiging onderwijsachterstandenbeleid 2021-2022 zijn in april naar schoolbesturen gestuurd. De PO-Raad heeft geconstateerd dat de achterstandsscores en dus de beschikbare achterstandsmiddelen fluctueren op schoolniveau ten opzichte van vorig schooljaar (zowel positief als negatief). Mede op verzoek van de PO-Raad heeft OCW in samenwerking met CBS een brochure opgesteld over de achterliggende oorzaken van deze fluctuaties. In deze brochure lees je hoe bepaald wordt hoeveel geld een school ontvangt en hoe fluctuaties in de achterstandsscore tot stand komen.

De aanvullende bekostiging voor het bestrijden van onderwijsachterstanden is gebaseerd op de achterstandsscores van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS heeft de scores voor de berekening van de achterstandsmiddelen voor het schooljaar 2020-2021 op 5 februari 2021 gepubliceerd. De hoogte van het bedrag per eenheid achterstandsscore is in de eerste regeling bekostiging 2021-2022 vastgesteld op €584,52.

Plausibiliteitsanalyses

CBS voert jaarlijks plausibiliteitsanalyses op de achterstandscores. Sinds dit jaar zijn de plausibiliteitsanalyses openbaar. Hierin worden de verschillen in onderwijsachterstandsscores van scholen in het primair onderwijs tussen de jaren 2019 en 2020 beschreven en geanalyseerd. Verder kijkt CBS naar de ontwikkelingen in onderwijsscores en de onderliggende omgevingskenmerken van leerlingen over de jaren 2016 tot en met 2020. De voornaamste bevinding is dat achterstandsscores van de meeste scholen tussen de jaren 2019 en 2020 weinig fluctueerden. Fluctuaties hangen grotendeels samen met het feit dat in de gegevens van CBS de kenmerken van een leerling jaarlijks veranderen. De drempel speelt daarbij ook een rol. 

Fluctuaties in de achterstandsscores kunnen tot stand komen door verschillende redenen. De redenen kunnen ingedeeld worden in drie categorieën. Het komt voor (1) dat dezelfde leerlingen andere onderwijsscores krijgen, (2) dat er dit jaar andere leerlingen met andere scores op een school zitten en (3) dat het leerlingaantal is veranderd. Grote fluctuaties zijn echter niet wenselijk gezien de continuïteit van het onderwijsaanbod en de formatie die hierop wordt afgestemd.

Overgangsregeling

Het schooljaar 2021-2022 is het laatste schooljaar waarin nog sprake is van een overgangsregeling. In deze overgangsregeling wordt het nieuwe bedrag voor het schooljaar 2021-2022 vergeleken met het bedrag dat een school zou hebben ontvangen in schooljaar 2019–2020 op basis van de gewichtenregeling en de impulsregeling, op basis van teldatum 1 oktober 2018. Als het onderwijsachterstandenbudget op de school afneemt, dan wordt het verschil tussen het nieuwe en het oude bedrag voor 25% opgenomen in het nieuwe bedrag. Als het onderwijsachterstandenbudget van een school toeneemt, wordt het hogere nieuwe budget verminderd met 13,99% van het verschil tussen het nieuwe en oude budget. In schooljaar 2022-2023 is de overgangsregeling niet meer van kracht en worden de onderwijsachterstandsbudgetten volledig toegekend op basis van de nieuwe regeling.