Nieuws

Integraal Kindcentrum als vliegwiel voor kansengelijkheid

Terwijl de politieke onwil voortduurt om wet- en regelgeving aan te passen voor de oprichting van Integrale Kindcentra (IKC), blijft het onderwijs gewoon samenwerken met kinderopvangcentra, gemeenten. En steeds vaker ook met zorgpartners, want door competenties en talenten met elkaar te verbinden haal je namelijk samen het beste uit ieder kind en bestrijdt je kansenongelijkheid, stellen PO-Raad voorzitter Rinda den Besten en bestuurslid Jeanette de Jong van IKC Blosse Opvang en Onderwijs.

,,Als we pas met vier jaar beginnen met het signaleren van ontwikkel- en gedragsproblematiek bij jonge kinderen, zijn we te laat.” Klare taal klinkt uit de mond van PO-Raad voorzitter Rinda den Besten. Zij bezoekt regelmatig Integrale Kindcentra en ziet daar wat de effecten zijn van het huidige stelsel, zoals een ‘onlogische en onwenselijke knip’ tussen de kinderopvang en het basisonderwijs.

,,Wij willen dat alle peuters dezelfde kansen krijgen en weten dat een doorgaande leerlijn daaraan bijdraagt,” stelt Den Besten. ,,Kansengelijkheid moet daarnaast niet afhangen van of ouders wel of geen tegemoetkoming krijgen in de kosten voor de kinderopvang.” Door een ‘gezamenlijke visie’ op het jonge kind neer te zetten, wordt de overgang tussen kinderopvang en basisschool soepeler en kan beter en meer ingezet kan worden op talentontwikkeling bij jonge kinderen.

Hoofdbrekens

Maar dat het oprichten van een Integraal Kindcentrum ook nogal wat hoofdbrekens kost, daar kan Jeanette de Jong als enige vrouwelijke bestuurslid van het driekoppige College van Bestuur van Blosse Opvang en Onderwijs over meepraten. ,,Als je gaat innoveren door een IKC op te richten, dan moet je heel gedreven zijn, want veranderen kost tijd, energie en roept weerstand op. ,,Daarnaast moet je als bestuurder veel geduld hebben. En als het even kan verstand hebben van onderwijs en de kinderopvang.”

CvB Blosse: Jeroen Spanbroek, Jeanette de Jong en Adrie Groot (voorzitter) 
Fotograaf: Marjolein Ansink


Namens het driekoppig bestuur blikt De Jong terug op een paar roerige maanden en jaren. Een periode waarin een bestuurlijke fusie plaatsvond en inmiddels eenentwintig van de zevenentwintig basisschoollocaties al met opvang en onderwijs onder hetzelfde bestuur vallen, met als doel om de ‘gescheiden werelden van kinderopvang en onderwijs bij elkaar te brengen’. Iets wat vooralsnog lastig wordt gemaakt door de Wet Kinderopvang (Wko).

Een doorn in het oog van het Blosse-bestuur, want de onlogische ‘knip’ tussen peuters en kleuters heeft, volgens De Jong, ook gevolgen voor het loon van de pedagogisch medewerker, doordat het IKC met verschillende CAO’s voor onderwijs en kinderopvang werkt. Daarnaast krijgen IKC’s, vanwege schotten in de financiering tussen onderwijs en kinderopvang, te maken met ingewikkelde financiële en juridische constructies.

,,We zouden graag personeel willen uitwisselen tussen de twee sectoren, licht De Jong toe, ,,Maar dat kan niet door de Btw-discussie.” Personeel Btw-vrij uitwisselen kan binnen de eigen sector, omdat kinderopvang en onderwijs allebei vrijgesteld zijn van Btw. Maar als je tussen beide sectoren wilt uitwisselen ben je Btw-plichtig. En dat werkt kostenverhogend.

Verder zorgen de huidige financieringsschotten voor extra administratieve lasten. Zo was het bestuur van Blosse genoodzaakt om de twee sectoren onder twee aparte poten in een holding te hangen. Voor de Jong vooralsnog aanleidingen genoeg om de discussie over ontschotting aan te blijven jagen.

Ontschotting

Den Besten onderschrijft de door De Jong geschetste problematiek en erkent dat de ongelijke financieringssystemen en vele juridische obstakels een belemmering zijn voor het oprichten van meer IKC’s. En dat terwijl deze centra juist symbool staan voor een betere samenwerking tussen de verschillende sectoren.

Zo laten IKC’s zien dat integrale samenwerking leidt tot een betere en warme overdracht voor kinderen, met meer oog voor de talentontplooiing van het individuele kind. Iets waar de PO-Raad in haar Strategische Agenda maar niet genoeg op kan hameren. Daarin wordt namelijk een toekomstperspectief geschetst waarbij alle kinderen vanaf hun geboorte toegang hebben tot een passende, gezonde en veilige speel-, leef- en leeromgeving. Niet het stelsel, maar het kind staat hierbij centraal.

En dat is precies waar IKC’s zo goed in zijn: het leren en ontwikkelen van kinderen centraal stellen. ,,Zo krijgen wij van ouders en leerkrachten terug dat kinderen, die op een peutergroep zitten binnen het kindcentrum, de overgang naar de kleuters veel makkelijker doorlopen,” meldt bestuurslid De Jong. Ze verliezen hierdoor minder energie, omdat ze zich aan de nieuwe situatie moeten aanpassen. ,,Idealiter steken ze deze energie in de eigen ontwikkeling,” vult De Jong aan.

Maar om de schotten tussen kinderopvang en onderwijs op te heffen, zullen eerst de verschillen tussen de sectoren aangepakt moeten worden. Naast de financiële en juridische verschillen, moeten ook bijvoorbeeld de verschillen in toezicht en (soms) dubbele toezichtlasten worden overbrugd. Denk hierbij aan de eisen die de GGD stelt voor het gebruik van ruimtes in de kinderopvang. Eisen voor de kinderopvang zijn soms strenger dan de eisen voor dezelfde ruimte maar dan gebruikt door de school. Verder is de leidster-kind ratio voor de kinderopvang groter dan het aantal kinderen dat wordt toegewezen aan een leraar in het onderwijs.

,,Wij brengen locaties bij dat ze mogen handelen vanuit het belang van het kind, terwijl aan de achterkant geld en energie weglekken.” De Jong ergert zich zichtbaar. ,,Aan de voorkant pleit de politiek voor integraliteit, maar het aan de achterkant willen ze de wet- en regelgeving niet aanpassen.” En daarmee beschrijft het Blosse-bestuurslid precies de onwelwillendheid bij politici, die PO-Raad voorzitter Den Besten zo hekelt. ,,De politiek voelt geen noodzaak om de huidige financieringssystemen van onderwijs en kinderopvang te ontschotten. Ze zien dit als een enorme stelselwijziging en operatie, terwijl de maatschappelijke baten ruim opwegen tegen de kosten.”

Den Besten legt uit dat IKC’s nu allerlei dure experts inhuren, die juridische constructies moeten optuigen om de oprichting van IKC mogelijk te maken. ,,Zij kosten handen vol met geld dat beter besteed kan worden.” Samen hopen De Jong en Den Besten vurig dat de politiek korte metten maakt met alle huidige juridische obstakels, want ‘de huidige situatie hindert de samenwerking tussen de verschillende partners in het veld en daarmee het oprichten van nieuwe IKC’s’.

Roep om verandering

Voor Blosse ontstond de wens om een IKC op te richten doordat onderwijskrachten klaagden over teveel de focus op monitoring en controle in het onderwijs. ,,Resultaatgericht werken en de focus op opbrengsten doen de kinderen meer kwaad dan goed,” stelt De Jong. “We zijn in onze eigen valkuilen getrapt, want kinderen passen niet in hokjes en structuren.”

Maar ook vanuit de kinderopvang was er een roep om verandering. Door betere samenwerking met het onderwijs kon gewerkt worden aan ontschotting tussen kinderopvang en onderwijs, met als doel kinderen te faciliteren om het maximale uit zichzelf te halen.

Nog steeds zit Blosse Opvang en Onderwijs met haar scholen en de kinderopvang middenin het veranderproces. Wel zijn de oorspronkelijke drijfveren onveranderd gebleven. ,,Wij willen actief bijdragen aan gelukkigere kinderen door te zorgen voor een doorgaande leerlijn. Zonder energieverlies voor kinderen en door ouders te faciliteren met onze dagarrangementen.”

Blosse organiseert met haar IKC’s de opvang voor kinderen tussen de nul en de twaalf jaar, waarvan zo’n 7200 leerlingen uit het primair onderwijs en 3000 kinderen uit de kinderopvang komen. Ondertussen probeert Blosse samen met partners uit de kinderopvang en aanpalende terreinen, zoals jeugdzorg, zoveel mogelijk ‘in samenspraak en goed overleg’ juridische en financiële obstakels te inventariseren en daar waar deze niet belemmert worden door wettelijke bepalingen uit de weg te ruimen.

Niet door in vaste structuren en blauwdrukken te denken, maar door per locatie maatwerk te leveren. ,,Dit vraagt van ons dat we al onze medewerkers laten meedenken, vanuit de overtuiging dat dit goed is voor de kinderen.”

Daarnaast organiseert het bestuur regelmatig werkgroepen, leergemeenschappen en ontmoetingen  en worden kennis en ervaringen met andere IKC’s gedeeld. De Jong: ,,We hebben absoluut nog een weg te gaan, maar zijn ook ontzettend trots dat we al zover gekomen zijn.”

Meld u aan voor de landelijke IKC-dag
Het ontwikkelen van een kindcentrum doe je niet alleen. Daarom organiseert de PO-Raad samen met partners dit jaar alweer de zesde landelijke IKC-dag op 21 september 2018. Met aandacht voor de laatste ontwikkelingen, een reeks van workshops en voldoende ruimte om te netwerken. Verder kunnen bestuurders,  leidinggevenden, coördinatoren en professionals uit opvang, onderwijs, gemeenten en jeugdhulp zich laven aan de wijsheden van gastspreker Luk Dewulf, met een inspirerend verhaal over hoe talenten en resultaten hand in hand gaan. Alleen door competenties en talenten te verbinden, haal je ‘samen het beste uit ieder kind’. Aanmelden kan hier.