Nieuws

Kansengelijkheid en vrijheid van onderwijs centraal in Kamerdebat over begroting OCW

De Kamer debatteerde deze week over de onderwijsbegroting voor 2017. Vooral kansengelijkheid en de vrijheid van onderwijs waren thema’s die uitvoerig besproken werden. Ook werd uit het debat duidelijk dat het aantal zwakke en zeer zwakke scholen historisch laag ligt, een compliment voor de sector.

Groeiende kansenongelijkheid

Het actuele thema ‘groeiende ongelijkheid in het onderwijs’ was een belangrijk discussiepunt in het debat. Waar oppositieleden het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren beschouwen als een van de oorzaken van de groeiende tweedeling in het onderwijs, verwezen minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker (Onderwijs) vooral naar hun actieplan Gelijke Kansen. Hiermee willen zij de gelijke kansen in het onderwijs verbeteren. Vragen over hoe de structurele bezuinigingen op onderwijsachterstandsmiddelen zich verhouden tot de aanpak van gelijke kansen, legden de bewindslieden naast zich neer door van ramingsbijstellingen te spreken. Deze ramingsbijstellingen zijn echter gebaseerd op achterhaalde criteria. De PO-Raad pleit al jaren voor het opstellen van nieuwe, objectieve criteria die werkelijke achterstanden voorspellen.

Aantal zwakke en zeer zwakke scholen historisch laag

Dekker en Bussemaker grepen het debat vooral aan om de successen van hun onderwijsbeleid te bespreken. Zo blikte Dekker vooruit op een nog te publiceren rapport van de Inspectie van het Onderwijs, waaruit blijkt dat het aantal zwakke en zeer zwakke scholen lager ligt dan ooit. Zo is nog maar 1,7 procent van alle basisscholen zwak en ligt het aantal zeer zwakke basisscholen op slechts 0,2 procent. Dekker complimenteerde de leerkrachten, schoolleiders en –bestuurders die er volgens hem hard aan hebben gewerkt om de kwaliteit van hun scholen weer op orde te krijgen.

De PO-Raad werkt met programma’s als Goed worden en goed blijven, de Vliegende Brigade en haar analyseteams hard aan het ondersteunen van zwakke en zeer zwakke scholen bij het verbeteren van hun onderwijskwaliteit.

Vrijheid van onderwijs

Met het in aantocht zijnde 100-jarige bestaan van artikel 23, kreeg ook de vrijheid van onderwijs ruimschoots aandacht tijdens de behandeling van de onderwijsbegroting. Vooral SP-Kamerlid Van Dijk vroeg de bewindslieden om tekst en uitleg over het feit dat bijzondere scholen leerlingen zouden weigeren op basis van kerk of identiteit. Als voorbeeld hiervan noemde hij de MBO-instelling Hoornbeeck College. Zowel Bussemaker als Dekker gaven aan dat dit zelden voorkomt en dat dit daarnaast past binnen de ruimte die de grondwettelijke onderwijsvrijheid biedt. Van Dijk kondigde hierop aan met een eigen wetsvoorstel te komen waarin een acceptatieplicht wordt opgelegd. Al meer dan tien jaar ligt een dergelijk initiatiefwetsvoorstel van de PvdA op de plank. 

Gevolgen Wet werk en zekerheid (Wwz)

Tot slot kwamen ook de desastreuze gevolgen van de Wwz voor het primair onderwijs kort aan bod in het debat. Van Meenen (D66) wees Dekker erop dat het steeds vaker gebeurt dat scholen geen vervanger voor de klas kunnen zetten en vroeg de staatssecretaris met een snelle oplossing te komen. Wat de staatssecretaris betreft ligt er met de CAO PO en de mogelijkheid van vervangingspools voldoende ruimte voor schoolbesturen om ook onder de Wwz in de vervangingsbehoefte te voorzien. Daarnaast is het volgens hem nog te vroeg om te oordelen over de wet, omdat deze voor het primair onderwijs pas deze zomer van kracht is geworden.

Moties

In totaal werden er 30 moties ingediend tijdens het debat over de onderwijsbegroting. Hier vindt u een overzicht hiervan. Aanstaande dinsdag stemt de Kamer over de moties.