Nieuws

Meevaller voor kabinet, maar niets extra’s voor primair onderwijs

Het primair onderwijs profiteert vooral indirect van de 1,5 miljard euro die het kabinet dit jaar overhoudt. Dat blijkt uit de Voorjaarsnota en aangepaste begroting van het ministerie van Onderwijs (OCW). Zo gaan investeringen in jeugdzorg helpen bij het organiseren van passend onderwijs. De meevaller komt verder ten goede aan Defensie, Justitie & Veiligheid en het Klimaatakkoord.

De PO-Raad vindt het goed dat er extra geld, 420 miljoen in 2019, naar jeugdzorg gaat. Om kwetsbare kinderen passend onderwijs te kunnen geven, is het van groot belang dat zij de juiste zorg en ondersteuning krijgen en dat onderwijs en jeugdzorg goed samenwerken. De beloofde investeringen in jeugdzorg dragen hieraan bij.

Gat gedicht

Doordat er meer leerlingen en studenten waren dan voorzien, was een gat op de begroting van OCW ontstaan. Deze hing de verschillende onderwijssectoren nog als bezuiniging boven het hoofd. Uit de Voorjaarsnota blijkt dat dit gat wordt gedicht door het voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs te korten op de indexatie van de zogenoemde loon-en prijsbijstelling, ofwel op de jaarlijkse prijsbijstelling van de bekostiging voor schoolboeken en andere vaste lasten. Voor het primair onderwijs, die een wettelijk verplichte prijsbijstelling kent, geldt dit niet. Schoolbesturen in het primair onderwijs worden dus van deze bezuiniging ontzien. Zo heeft deze bezuiniging geen effect op hun jaarlijkse indexatie van de materiele bekostiging. Wel worden bepaalde subsidies voor het primair onderwijs niet geindexeerd waardoor de sector voor 19 miljoen euro bijdraagt aan het dichten van het gat op de begroting van OCW. Het gaat dan om subsidies voor bijvoorbeeld Kennisnet en Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland. 

Het lerarentekort is als thema de grote afwezige in de Voorjaarsnota. Het kabinet rept hierover met geen woord. De PO-Raad is teleurgesteld en ziet het uitblijven van investeringen hierin als een gemiste kans.

Werkdrukmiddelen

De Voorjaarsnota bekrachtigt verder de plannen van minister Arie Slob (Onderwijs) om geld voor het verminderen van werkdruk, eerder uit te keren. Begin maart leek het om extra geld te gaan, maar al snel werd duidelijk dat het ging om een kasschuif. Dat betekent dat de rest van de werkdrukmiddelen later dan met de PO-Raad en vakbonden was afgesproken, wordt uitgekeerd. Het volledige bedrag uit het werkdrukakkoord komt nu pas in 2023-2024 beschikbaar in plaats van in 2021-2022.

Voor bèta- en techniekonderwijs in het mbo en hbo maakt het kabinet extra geld vrij.