Nieuws

Minister haalt deel van de werkdrukmiddelen naar voren

Vanaf volgend schooljaar is er structureel 333 miljoen euro beschikbaar om de werkdruk in het primair onderwijs aan te pakken. Het tweede deel van het extra geld uit het Werkdrukakkoord komt daarmee eerder beschikbaar. Minister Arie Slob (Onderwijs) heeft deze kasschuif woensdagavond 6 maart bekend gemaakt. De PO-Raad is verrast door dit besluit en heeft een kanttekening, maar ondersteunt in principe de keuze om geld voor het primair onderwijs eerder beschikbaar te stellen. De werkdruk is nog steeds hoog.

Om de hoge werkdruk in het primair onderwijs terug te dringen, sloten de vakbonden en de PO-Raad een jaar geleden met het kabinet het Werkdrukakkoord. Scholen en schoolbesturen konden aan de slag om het werken in het primair onderwijs voor leraren aantrekkelijker te maken. Onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur, kregen de teams een rol in de aanpak van hun eigen werkdruk. Met het akkoord kwam dit schooljaar 237 miljoen euro extra beschikbaar. Met de partijen was afgesproken dat dit bedrag na een tussenevaluatie in schooljaar 2021-2022 wordt verhoogd naar structureel 430 miljoen euro.

Afgelopen zomer zag de PO-Raad al dat de meeste scholen voortvarend aan de slag waren gegaan met de extra middelen. Uit een peiling bleek dat schoolteams bezig waren met plannen voor meer onderwijsassistenten, extra leraren, vermindering administratieve lasten, aanschaf ICT-middelen, inzetten vakleerkrachten en conciërges. Tachtig procent van de schoolbesturen verwachtte dat de extra middelen binnen de organisatie helpen om de werkdruk van leraren te verminderen.

Speciaal onderwijs

Voor de verdeling van het budget uit het Werkdrukakkoord is indertijd gekozen voor een bedrag per leerling. Dit is minder gunstig voor het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. Deze scholen hebben relatief weinig leerlingen per leraar, maar de leraren ervaren niet minder werkdruk. De PO-Raad heeft daarom voorgesteld om bij de tussenevaluatie van het Werkdrukakkoord specifiek te kijken naar de effecten voor speciale scholen en eventueel de verdeelsleutel te heroverwegen. De tussenevaluatie komt echter te laat voor het geld dat nu naar voren wordt geschoven. De PO-Raad zal de situatie van het (voortgezet) speciaal onderwijs daarom nogmaals onder aandacht brengen van zowel de minister als de vakbonden.