Nieuws

Schoolbesturen kunnen net rondkomen

Het is schoolbesturen in het primair onderwijs in 2015 net gelukt om rond te komen en niet in te teren op hun reserves. Vrijwel iedere euro die zij ontvingen, hebben zij ook weer uitgegeven. Zo blijkt uit het rapport de 'Financiële staat van het Onderwijs 2015’ van de Inspectie van het Onderwijs.

De PO-Raad vindt het knap dat de besturen hebben weten te roeien met de riemen die ze hadden. Het feit dat schoolbesturen in 2015 niet meer hebben uitgegeven dan er is binnengekomen, zegt weinig over de toereikendheid van de bekostiging. Die schiet namelijk tekort, zoals de PO-Raad al langer aangeeft. Zo is de materiële bekostiging al jaren te laag. Deze is bijvoorbeeld berekend op schoolborden en papieren lesboeken, terwijl scholen steeds meer werken met digitaal lesmateriaal en digiborden. Die zijn duurder en worden sneller afgeschreven. De krappe bekostiging staat echte investeringen in bijvoorbeeld ICT in het onderwijs in de weg.

Dat scholen zijn uitgekomen met hun geld, zegt dus niets over de uitgaven die besturen eigenlijk hadden willen doen. Het toont eerder aan dat zij genoegen hebben moeten nemen met de aanschaf van minder of kwalitatief minder goede materialen, minder personeel en dat zij uitgaven juist hebben uitgesteld, stelt de PO-Raad.

Buffers

De Inspectie constateert verder dat zowel tussen de onderwijssectoren als binnen de sectoren grote verschillen in hoe besturen er financieel voorstaan. Volgens de inspectie staan schoolbesturen in alles sectoren samen er financieel beter voor dan eerdere jaren. Maar vergeleken met de andere onderwijssectoren, hebben scholen in het primair onderwijs verreweg het minste geld gespaard, namelijk slechts 0,1 cent per ontvangen euro. Binnen het primair onderwijs houden kleine besturen voor toekomstige investeringen een relatief grotere buffer aan dan grotere besturen. Dat is ook nodig, stelt de Inspectie omdat kleinere besturen flinke tegenvallers moeilijker kan opvangen.

Besturen moeten geld achter de hand houden om grote uitgaven in de toekomst te kunnen doen, bijvoorbeeld voor het onderhoud van het schoolgebouw, het vervangen van lesmateriaal, meubilair en computers.

Inspecteur-generaal Monique Vogelzang noemt het verstandig als scholen een reserve aanhouden. Tegelijkertijd waarschuwt ze schoolbesturen voor te veel reserves in de toekomst: ,,De appeltjes voor de dorst moeten in verhouding blijven staan tot de reële risico’s die scholen lopen. Sparen mag geen doel in zichzelf worden”. De PO-Raad onderschrijft dit.