Nieuws

Subsidie extra hulp voor de klas: aanvragen kan tot en met 24 januari 2021

Het kabinet stelt 210 miljoen euro beschikbaar waarmee scholen in primair-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs extra hulp binnen en buiten de klas kunnen inschakelen in deze coronatijd. Voor het primair onderwijs gaat het om een bedrag van 102 miljoen euro. Besturen met scholen in het primair onderwijs kunnen in een regionaal samenwerkingsverband met andere scholen van 18 december 2020 tot en met 24 januari 2021 een subsidieaanvraag indienen.

De subsidieregeling extra hulp voor de klas is bedoeld om zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden, en de scholen te ontlasten. Met dit geld kunnen scholen personeel inzetten om afwezige werknemers te vervangen, het primaire proces in de scholen te ondersteunen, taken van leraren of schoolleiders te verlichten, (bevoegd) personeel inzetten voor (online) gastlessen, et cetera.  

Veel schoolbesturen maken extra kosten om de continuïteit van het onderwijs in deze lastige maanden zo goed mogelijk te kunnen waarmaken. De extra kosten worden gemaakt voor vervanging vanwege de grotere afwezigheid van werknemers, voor extra inzet om achterstanden te voorkomen, schoonmaak, organisatie en allerhanden andere zaken.

De PO-Raad heeft in de overleggen met het ministerie van OCW ingezet op een zo eenvoudig mogelijk regeling met beperkte verantwoordingslast. Voorwaarde is dat de aanvraag wordt ingediend in een regionaal samenwerkingsverband met andere scholen. Voor deze regeling is gekozen voor aansluiting op de bestaande regionale samenwerkingsverbanden, zoals gevormd voor de aanpak van personeelstekorten (RAP-regio’s). 

Omdat niet alle besturen aangesloten zijn bij een RAP-regio kan een bestuur, specifiek voor deze aanvraag, wel aansluiting zoeken bij een bestaand samenwerkingsverband in de regio of een aanvraag indienen met andere schoolbesturen wanneer er in de regio geen RAP-samenwerking is.

De PO-Raad ziet de uitdaging om op deze manier de subsidie aan te vragen en ziet de bestuurlijke en administratieve drukte bij de aanvraagprocedure, maar is blij met de (financiële) hulp om scholen te ondersteunen in deze ingewikkelde tijd.

De PO-Raad stelt het op prijs dat de verantwoordingslast zo gering mogelijk is gehouden – gegeven dat het hier om een subsidieregeling gaat. De G1-methodiek is in dit licht de juiste keuze.

Deze tijdelijke subsidie mag aangevraagd worden tot en met 24 januari en moet worden ingezet in de tweede helft van dit schooljaar. De PO-Raad wijst op het risico van de werkloosheidskosten bij het aannemen van extra (tijdelijk) personeel. Omdat de sector en individuele schoolbesturen eigenrisicodrager zijn voor werkloosheidsregelingen, komen de eventuele kosten van werkloosheid na afloop van het tijdelijk contract in een aantal situaties voor rekening van het schoolbestuur. OCW heeft toegezegd dat ze in een toelichting helder uitleggen in welke situaties er wel en niet een risico is.