Nieuws

Wijzigingen in verwerken voorziening groot onderhoud in de jaarcijfers

Een goede overgang naar een andere wijze van verwerken van het groot onderhoud in de jaarcijfers is alleen mogelijk als de adviezen van de werkgroep 'Verslaglegging groot onderhoud schoolgebouwen' geleidelijk en zorgvuldig worden uitgevoerd. De PO-Raad heeft nog altijd vragen rondom de discussie over de voorziening groot onderhoud, maar met deze adviezen kan worden voorkomen dat er een te grote verschuiving van eigen vermogen naar het vreemd vermogen plaatsvindt.

Met de beleidsreactie op de Financiële Staat van het Onderwijs heeft OCW ook het rapport van de werkgroep 'Verslaglegging groot onderhoud schoolgebouwen' verstuurd naar de Tweede Kamer.

OCW heeft aangegeven alle voorstellen van de werkgroep over te nemen. De PO-Raad vindt dat daarmee een wijziging in het vaststellen van de hoogte van de voorziening groot onderhoud op een verantwoorde wijze kan worden ingevoerd. De aanpassingen van het verwerken van het groot onderhoud in de jaarcijfers heeft, evenals het wegvallen van de vordering op OCW, een zeer fors effect op de reserves van schoolbesturen. Deze ontwikkelingen worden niet meegenomen in de nieuwe singnaleringswaarde van OCW voor mogelijke bovenmatige reserves. Schoolbesturen zullen deze ontwikkelingen dus zelf moeten meenemen in hun evaluatie van de reservepositie. Omdat het wegvallen van de vordering op OCW herleid kan worden vanuit de jaarcijfers, is deze voor schoolbesturen al wel meegenomen in de sectorspecifieke signaleringswaarde in de PO/VO-benchmark.

Voorziening groot onderhoud

De werkgroep ‘Verslaglegging groot onderhoud schoolgebouwen’ stelt in het rapport dat het opbouwen van voorziening per onderhoudsinvestering (RJ methode) leidt tot een reëler beeld van toekomstige financiële risico’s/ uitgaven. De werkgroep geeft daarbij de volgende motivering:

  • De daadwerkelijke vermogenspositie van schoolbesturen in PO en VO wordt beter inzichtelijk. Dit is belangrijke informatie voor gesprek met interne en externe stakeholders over continuïteit schoolbestuur
  • Het nadeel van extra administratieve lasten weegt niet op tegen het voordeel van beter inzicht
  • Deze andere presentatie leidt tot verschuivingen in het vermogen (eigen vermogen naar voorzieningen/ vreemd vermogen), maar niet tot wijzigingen in kasstromen (de onderwijsuitgaven uit de Meerjaren Onderhoudsplanning (MOP) nemen immers niet toe). Er verandert daarmee dus niets in de bestedingsruimte van schoolbesturen.  

Een verantwoorde invoering moet volgens de werkgroep geleidelijk plaatsvinden. Wet- en regelgeving moeten worden aangepast en schoolbesturen moeten ondersteund worden. De belangrijkste adviezen vanuit de werkgroep in dat kader zijn als volgt:

  • OCW: Geef schoolbesturen de tijd om te komen tot nieuwe verwerking groot onderhoud (per 2023) en faciliteer de benodigde professionaliseringsslag die hiervoor moet worden gemaakt.
  • OCW: Kom in overleg met veld tot een scherpe definitie van groot onderhoud en leg deze vast in wet- en regelgeving
  • Sectorraden, VNG en OCW: Kom gezamenlijk tot duidelijkheid over verantwoordelijkheidsverdeling tussen gemeenten en schoolbesturen
  • Sectorraden en VNG: ondersteun het goede gesprek over onderwijshuisvesting tussen schoolbesturen en gemeenten
  • Sectorraden: kom met een professionaliseringsaanbod voor een zorgvuldige overgang (gefinancierd door OCW)
  • Schoolbesturen: Vertaal de “technische” Meerjaren Onderhoudsplanning (MOP) op een beleidsrijke manier in de voorziening groot onderhoud

Aanleiding

In 2018 gaven accountants aan dat zij de wijze waarop veel schoolbesturen hun voorziening groot onderhoud opbouwen, per verslagjaar 2018 niet meer zouden goedkeuren. De door accountants voorgestelde wijze zou echter leiden tot een fors grotere voorziening groot onderhoud, die zou moeten worden aangevuld vanuit het eigen vermogen. De PO-Raad had grote bedenkingen bij deze gang van zaken. Een dergelijke abrupte afname van het eigen vermogen zou kunnen leiden tot het gedragseffect dat schoolbesturen het eigen vermogen gaan aanvullen door geld te sparen dat ander naar het onderwijs zou zijn gegaan. Daarom is in 2018 samen met een aantal schoolbesturen en de VO-raad het gesprek met accountantskantoren gestart over de vraag, hoe voorkomen kan worden dat geld wordt onttrokken dat bedoeld is voor het geven van goed onderwijs, als gevolg van een abrupte verschuiving van eigen vermogen naar vreemd vermogen.

OCW (h)erkende het gevaar dat het zondermeer toepassen van de door de accountants gewenste wijze van opbouwen van de voorziening groot onderhoud, kan leiden tot het gedragseffect dat geld onttrokken wordt aan het onderwijsproces. Daarom is toen afgesproken:

  • de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (Rjo) aan te passen, waardoor het in ieder geval tot en met 2020 mogelijk is om bij het vaststellen van de voorziening groot onderhoud uit te gaan van de methode die schoolbesturen in 2017 toepaste. 
  • Een werkgroep met een vertegenwoordiging van NBA/accountantskantoren, OCW (directie PO en FEZ) en de Raden, onder leiding van een onafhankelijk voorzitter te vragen om te komen tot een voorstel. Dat voorstel is nu gepresenteerd.