Nieuws

BNR: ‘Renovatieproblemen scholen door onduidelijke wetgeving’

Onduidelijke regels leiden tot financieel getouwtrek tussen gemeenten en scholen bij de renovatie van scholen. Het is namelijk niet duidelijk wie moet opdraaien voor renovatiekosten en dat kan ertoe leiden dat noodzakelijke opknapbeurten worden uitgesteld. Dat zegt de PO-Raad tegen BNR.

In het radio-item legt een specialist op het gebied van onderwijshuisvesting nog eens uit waar het probleem zit: volgens de wet is de gemeente verantwoordelijk voor nieuwbouw en het schoolbestuur voor het onderhoud van het schoolgebouw. Renovatie, waarbij je bijvoorbeeld moet denken aan grote ingrepen om het gebouw te verduurzamen, het binnenklimaat te verbeteren en het gebouw beter te laten aansluiten bij het onderwijs, is nu een grijs gebied.

Investeringsverbod

In het wetsvoorstel dat de PO-Raad, VO-raad en de Vereniging Nederlandse Gemeenten vorig jaar aan het ministerie van Onderwijs hebben overhandigd, komt renovatie voor rekening van de gemeente, wanneer het een alternatief is voor vervangende nieuwbouw. Wel komt er in het voorstel ook voor schoolbesturen ruimte om mee te financieren, zodat ze daarmee boven een bepaalde basis kunnen uitstijgen en keuzes kunnen maken die hun onderwijs of hun exploitatie ten goede komen. Nu is dat formeel nog niet toegestaan, vanwege het investeringsverbod: Onderwijsgeld mag immers alleen aan onderwijs worden besteed. Sinds voormalig staatssecretaris Dekker heeft gezegd dat investeren wél mag, mits de investering zich 'binnen redelijke termijn' terugverdient, gaan accountants en de inspectie hier wisselend mee om. De PO-Raad adviseert schoolbesturen hun accountant tijdig mee te nemen in de plannen.