Nieuws

Terugvorderingen fusiecompensatie door OCW mogelijk toch onterecht

Het lijkt erop dat de reeds toegekende subsidies aan scholen die vóór 2017 zijn gefuseerd niet teruggevorderd mogen worden door het ministerie van OCW.  Onlangs heeft de rechtbank Noord-Nederland twee schoolbesturen wederom in het gelijk gesteld. Er lopen op dit moment nog enkele zaken bij verschillende rechtbanken. Tegen de beroepszaken kan het ministerie van OCW nog in hoger beroep gaan bij de Raad van State.

Het ministerie van OCW ging tot terugvordering over bij een aantal scholen waarbij op de bewuste fusiedatum geen of weinig leerlingen overgingen. Schoolbesturen gingen hiertegen in beroep, omdat zij bij het aanvragen van de fusiecompensatie niet op de hoogte waren van de eis dat een substantieel deel van de leerlingen over moest gaan van de op te heffen school naar de fusieschool op de vastgestelde fusiedatum. Inmiddels lopen er meerdere beroepsprocedures bij verschillende rechtbanken. In eerste instantie leek de lijn in de rechtspraak verdeeld en gingen de uitspraken in het voordeel van de minister en de schoolbesturen redelijk gelijk op. Nu lijkt de rechtspraak in het voordeel van de scholen uit te vallen.

Regeling bijzondere bekostiging

In het primair onderwijs bestaat al enige jaren een Regeling bijzondere bekostiging. Als twee scholen uit het primair onderwijs met elkaar fuseren, ontvangen zij een tijdelijke vergoeding van de Rijksoverheid. Deze vergoeding geldt als compensatie voor bekostiging die zij door de fusie kwijtraken. Bij het fuseren van scholen lopen bepaalde vaste lasten nog een tijd door, denk aan doorlopende personeelskosten. De regeling is bedoeld om te stimuleren dat schoolbesturen tijdig inspelen op de ontwikkeling van de leerlingenaantallen. Het doel van de regeling is voorkomen dat kosten de doorslag geven om niet te fuseren, als een fusie tussen twee scholen voor de kwaliteit van het onderwijs noodzakelijk is.

In augustus 2015 werd de Regeling bijzondere bekostiging 2015 uitgebreid (hierna: Regeling 2015). Eén van de criteria voor het toekennen van subsidie was dat er sprake moest zijn van samenvoeging van twee of meer scholen. De voorwaarde dat sprake is van samenvoeging als een substantieel deel van de op te heffen school daadwerkelijk werd ingeschreven op de fusieschool is uitsluitend in de Toelichting bij de Regeling opgenomen. 

Terugvordering

Na controles van de Onderwijsinspectie op verschillende fuserende scholen vond het ministerie van OCW dat er op de bewuste fusiedata onvoldoende of geen leerlingen waren overgegaan. Daarop vorderde de minister de ter beschikking gestelde subsidies terug van de schoolbesturen. Momenteel lijkt het er dus op dat de reeds toegekende subsidies aan fuserende scholen op datum 1 augustus 2015 niet teruggevorderd mogen worden, omdat de eis dat een substantieel aantal leerlingen moest overgaan naar de fusieschool in de Regeling zelf had moeten staan.

Let op, dit geldt alleen voor fusies van vóór 2017. In 2017 is de fusiecompensatieregeling aangepast. Hierbij is wél in de Regeling zelf opgenomen dat er sprake moet zijn van een substantieel aantal leerlingen dat overgaat. Wil een schoolbestuur dus voor het schooljaar 2017-2018 of later een beroep kunnen doen op deze regeling dan zal minstens 50% van de leerlingen van de op te heffen school moeten overgaan naar de fusieschool.

Raad van State

Voor nu staat de mogelijkheid voor het ministerie van OCW open om in beroep te gaan bij de Raad van State. Mocht dat het geval zijn, dan zal de Raad van State uitspraak doen. Daarmee komt er hopelijk definitief duidelijkheid. De PO-Raad volgt de ontwikkelingen nauwlettend.