Interview

Nieuwe meetmethodiek voor het personeelstekort: zicht op de héle ijsberg

De sector kan sinds kort op een nieuwe manier het personeelstekort in kaart brengen. Uit een proef in de vijf grote steden blijkt dat een bredere uitvraag meer inzicht oplevert, vertelt Jakolien Kraeima van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs.

Als we alleen de openstaande vacatures tellen, wordt het personeelstekort maar ten dele zichtbaar. Dat blijkt uit een onderzoeksproject van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in de G5 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere). Daar is het personeelstekort de afgelopen tijd met een bredere scope gemeten. Bij die nieuwe methodiek tellen niet alleen de openstaande maar ook de verborgen vacatures mee.

Oplossingen met hangen en wurgen

De PO-Raad is nauw betrokken bij de verkenning met de nieuwe meetmethodiek door het ministerie van OCW, net als de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO). Jakolien Kraeima, hoofd Human Resources bij RVKO, vertelt waarom deze nieuwe manier om het personeelstekort te meten nodig is. “Directeuren en hun teams zijn de afgelopen jaren heel creatief geworden om – vaak met hangen en wurgen – de gevolgen van het lerarentekort op te vangen. Dat gebeurt deels met bevoegde mensen, zoals ib’ers of schoolleiders die zelf voor de groep gaan staan. Dat gaat uiteraard direct ten koste van de kwaliteit van leerlingzorg en management binnen een school. Ook worden er onbevoegde krachten voor de klas gezet, of groepen worden samengevoegd waardoor een leraar voor een heel grote klas staat. De vacatures verdwijnen hiermee onder de oppervlakte, maar voor de kwaliteit van het onderwijs én het werkplezier van de teamleden is dit natuurlijk slecht. Ook worden er in deze tijd veel uitzendkrachten en zzp’ers ingehuurd. Die zijn aanzienlijk duurder, maar – belangrijker nog – vaak veel minder verbonden met de leerlingen, het team en de visie van een school.”

Zij-instromers

Een andere gedeeltelijke oplossing voor het personeelstekort die tegelijkertijd het zicht op de omvang van het tekort vertroebelt, zijn de zij-instromers. Jakolien Kraeima: “Zij mogen formeel vanaf hun eerste werkdag zelfstandig voor de groep, maar het is beter voor de onderwijskwaliteit én voor de zij-instromers zelf als ze minimaal drie maanden en liever nog het eerste jaar van hun opleiding in dubbele bezetting kunnen meedraaien. Als een startende zij-instromer dan vanwege het tekort aan leraren noodgedwongen tóch alleen voor de groep belandt, is ook daar dus sprake van een verborgen vacature.”

Advertenties

Tot slot wordt voor veel vacatures niet apart geworven, legt Kraeima uit. “Als een school voor het nieuwe schooljaar drie vacatures heeft, dan plaatst men vaak een advertentie met één vacature – tijdens het sollicitatieproces wordt dan gekeken welke kandidaat het best op welke plek past.” Bij de conventionele meetmethodiek zou er in zo’n geval dus maar één vacature geteld worden, terwijl het er in werkelijkheid drie zijn.

Urgentie duidelijk maken

De nieuwe methodiek betrekt ook de vacatures die het onderwijsveld zelf met noodverbandjes invult bij de meting en maakt daarmee de werkelijke omvang van het probleem duidelijk. Neem het Rotterdamse primair onderwijs: het aantal verborgen vacatures blijkt vele malen hoger te zijn dan het aantal geregistreerde vacatures (resp. 338 fte en 100 fte bij de meting van februari 2021), vertelt Kraeima. “Deze meetmethode maakt duidelijk hoe het écht gesteld is met het onderwijs, hoezeer de kwaliteit onder druk staat en wat we vragen van onze mensen. Het onderwijs vormt het fundament van onze maatschappij en legt de basis voor onze gezamenlijke toekomst. Het inzicht in de totale tekorten maakt de urgentie van een heel belangrijk probleem duidelijk. Een probleem dat niet alleen de sector aangaat, maar onze hele maatschappij.” 

Zicht op kwaliteit

Afgezien van het belang van dit noodsignaal, levert de nieuwe methodiek ook belangrijke informatie op die besturen goed kunnen gebruiken. Kraeima: “De resultaten geven ons inzicht in de verdeling van de vacaturedruk binnen onze organisatie. Heeft de ene school een openstaande vacature en de andere niet? Misschien heeft die tweede school het probleem zelf opgelost maar zijn er dus wel verborgen vacatures.” De noodverbanden camoufleren de onderliggende problematiek, legt Kraeima uit. “Als die tweede school een uitzendkracht voor de groep heeft gezet, is daar geen vacature maar boet je wel in op kwaliteit. Verborgen vacatures zijn dus ook belangrijke voorspellers voor onze afdeling Onderwijskwaliteit. Daarnaast heeft het inzicht in de werkelijke vacaturesituatie ook een evaluatieve waarde. We zetten in Rotterdam en als RVKO veel in op de aanpak van het lerarentekort; heeft die aanpak het gewenste effect? Dat wil je kunnen meten.”

Regionale verschillen

De methodiek wordt nu landelijk uitgerold door het ministerie van OCW. Welke kansen biedt dit voor het onderwijsveld? “Als de resultaten landelijk beschikbaar komen, krijgen we als sector beter zicht op de werkelijke omvang van het probleem en in welke regio’s het zich meer of minder voordoet. Dat is interessante informatie voor beleidsmakers en overheid, en helpt besturen bij het monitoren van het effect van regionale samenwerking en ingezette tools om het tekort terug te dringen.”

Slim organiseren

Dat het meten van het personeelstekort niet in een vacuüm plaatsvindt, ervaart Jakolien Kraeima ook. “Als G5-stad heeft Rotterdam van de minister extra geld gekregen om het lerarentekort duurzaam aan te pakken. Rotterdam zet met dit geld in op het Slim Organiseren; maatregelen die goed zijn voor de kwaliteit van het beroep én het onderwijs. We zetten bijvoorbeeld meer vakdocenten in en laten leerlingen groepsdoorbroken werken in leerpleinen; daar worden ze begeleid worden door een meer divers team van leraren, vakdocenten en onderwijsassistenten, dat gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de leerlingen draagt.”

“Wanneer je je onderwijs anders organiseert vanuit een stevige visie op onderwijs en HR levert dit een duurzame kwaliteitsverbetering op én verlaagt het de uitstroom van leraren, in tegenstelling tot het aanleggen van noodverbanden om het lerarentekort tijdelijk op te vangen. Deze ontwikkeling maakt de uitvraag naar verborgen vacatures wel wat ingewikkeld: wat vullen we in als verborgen vacature en wat is inherent aan onze nieuwe manier van werken? Hoe dan ook denk ik dat de geregistreerde lerarentekorten door deze waardevolle nieuwe organisatievormen minder snel zullen oplopen dan de huidige prognosecijfers voorspellen.”

Onze professionals staan voor je klaar

Stel je vraag of zoek een opleiding

Contact met de Juridische Helpdesk

Heb je een juridisch vraag? Als lid van de PO-Raad kun je via de pagina van de Juridische helpdesk je vraag stellen op Mijn PO-Raad (na het inloggen in het ledenportaal).

Voor dringende vragen bel met 030 - 31 00 933. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 – 12.00 uur.

Helpdesk 2 mensen praten