Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Hoe bepaal je het individueel professionaliseringsbudget?
Moeten wij bij het bepalen van de hoogte van het individueel professionaliseringsbudget rekening houden met de gemiddelde wtf van desbetreffend kalenderjaar of moeten we rekening houden met een andere methodiek?
De hoogte van het professionaliseringsbudget in art 9.3 lid 2 cao po in tijd en geld wordt berekend naar rato van de werktijdfactor per schooljaar en naar rato van hoelang de werknemer dat schooljaar in dienst is. Dus niet per kalenderjaar omdat overeenkomstig de definitie in artikel 1.1. cao po met ’jaar’ in artikel 9.3. cao po een schooljaar wordt bedoeld. Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli.
Elke werknemer in het OP en OOP heeft naar rato van de werktijdfactor recht op een individueel professionaliseringsbudget van € 500,= netto per jaar en 2 uren per werkweek (art 9.3 lid 2 cao po) per schooljaar.
Het individuele scholingsbudget voor 2020 en 2021 is verhoogd met €100,= per jaar naar rato van de werktijdfactor (artikel 9.8 lid 2 cao po).
Bestaat er een checklist voor het opstellen van een bestuursformatieplan?
De PO-Raad heeft geen uitgebreide checklist. Wel is er een beknopt overzicht waarmee u aan de slag kunt met het bestuursformatieplan.
In het bestuursformatieplan moet het bevoegd gezag aangeven welke functies van welke omvang, aard en niveau op korte en lange termijn noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de onderwijsdoelstellingen. Uit het bestuursformatieplan moet kunnen worden afgeleid welke functies boventallig zijn, voor welke omvang en waarom. Het bestuursformatieplan bevat vervolgens in ieder geval de volgende overzichten:
- Het meerjarenformatiebeleid en de prognoses;
- Een overzicht van de te besteden middelen en de lumpsumbekostiging;
- Een overzicht van de formatieopbouw en andere bestedingsdoelen;
- Een overzicht van de besteding van middelen, de vorming van reserves en voorzieningen en de overdracht van formatie.
Het bestuursformatieplan bevat bij voorkeur een toelichting bij de overzichten. Het verdient aanbeveling de keuzes in het bestuursformatieplan nader toe te lichten.
Mogen NAW-gegevens gedeeld worden met de schoolfotograaf?
In standaardgevallen mag dat, maar wel met een verwerkersovereenkomst. Een schoolfotograaf heeft gegevens nodig van leerlingen om de juiste foto’s bij de juiste klassen terecht te laten komen. Als de fotograaf zelf de foto’s verstuurt naar de ouders, zijn er adressen nodig. De school mag die dus alleen aan de fotograaf geven als er afspraken worden gemaakt over wat de fotograaf met die gegevens mag doen. De schoolfotograaf is wel een verwerker voor de school, dus je moet een verwerkersovereenkomst afsluiten.
De grondslag voor de verwerking (het leveren data leerlingen aan fotograaf) is om schoolfoto's te maken. Juridisch is dit een gerechtvaardigd belang. Dat 'hoort' bij het onderwijs, en de school gebruikt vaak zelf ook de pasfoto of klassenfoto voor eigen doelen.
Het beste is om de model verwerkersovereenkomst te gebruiken, maar dit is in de praktijk niet altijd makkelijk. Als de schoolfotograaf geen verwerkersovereenkomst wenst af te sluiten, probeer dan andere goede afspraken te maken over wat de fotograaf wel en niet met de data mag. Dat kan in een brief of mail. Als de fotograaf meer met de gegevens wil doen van de leerlingen/ouders, dan moet hij zelf toestemming vragen (bijvoorbeeld door een vinkje te laten zetten bij 'ja ik vind het goed om aanbiedingen van de fotograaf te krijgen').