Wanneer moet een werkgever uiterlijk aan een werknemer duidelijkheid geven over het verloop van zijn tijdelijke arbeidsovereenkomst (aanzegverplichting)?
In zowel het Burgerlijk Wetboek als in de CAO PO zijn bepalingen opgenomen over de uiterlijke termijn waarop een werknemer duidelijkheid moet krijgen over het al dan niet voortzetten van zijn tijdelijke arbeidsovereenkomst. Voor een arbeidsovereenkomst met een duur van ten minste twaalf maanden, kent de CAO PO een voor de werkgever strengere eis dan in de wet is opgenomen.
Burgerlijk Wetboek
Op grond van artikel 7:668 Burgerlijk Wetboek moet de werkgever de werknemer uiterlijk één maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, schriftelijk informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst en in het geval van voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten. Indien werkgever deze verplichting niet op tijd nakomt, is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd. De aanzegplicht is niet van toepassing indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode korter dan 6 maanden dan wel als het einde van de arbeidsovereenkomst niet op een kalenderdatum is bepaald.
CAO PO
Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor ten minste 12 maanden geldt dat de werkgever uiterlijk 2 maanden voordat de arbeidsovereenkomst afloopt de werknemer schriftelijk moet informeren over het vervolg (onbepaalde tijd/nieuwe verlengde arbeidsovereenkomst/geen nieuwe arbeidsovereenkomst). Wanneer werkgever de beslissing niet of te laat neemt, wordt de werknemer met ingang van de bedoelde einddatum geacht werkzaam te zijn in een verlengd dienstverband voor bepaalde tijd onder dezelfde voorwaarden. Dit volgt uit artikel 3.3. CAO PO.