Overslaan en naar de inhoud gaan
Home
Terug Zoeken Menu Menu close
Close menu

Top navigation

  • Agenda
  • Contact
  • Nieuws
  • Over de PO-Raad
  • Mijn PO-Raad

Hoofdnavigatie

  • Home
  • Kind & Onderwijs
  • Goed Bestuur
  • Schoolontwikkeling
  • Arbeidszaken & Bedrijfsvoering

Secondaire navigatie

  • Ledenondersteuning
  • PO-Academie
  • Zoeken

Kruimelpad

  1. Home
  2. Zoeken

Zoeken

Zoekfilters

Type

  • Veelgestelde vraag (15)
  • Nieuws (265)
  • Pagina (34)
  • Download (19)
  • Externe link (13)
  • Interview (13)
  • Expertise (10)
  • Praktijkvoorbeeld (9)
  • Toolbox (7)
  • Aan de slag (5)
  • Bijeenkomst (3)
  • Blog (3)
  • Intervisie (3)
  • Standpunt (2)
  • Kennisgroep (1)
  • Leertraject (1)
  • Podcast (1)

Thema

  • Strategisch HR (7)
  • Overgang PO-VO (6)
  • Ondersteuning bij HR (75)
  • Onderwijshuisvesting (39)
  • Bestuurlijke dialoog (15)
  • Bewegingsonderwijs (14)
  • Onderwijskwaliteit (13)
  • Professionalisering bestuur (13)
  • Algemeen (10)
  • Sociale veiligheid (7)
  • Burgerschap (6)
  • ICT organiseren (6)
  • Gespecialiseerd onderwijs (5)
  • Opleiden & ontwikkelen (5)
  • Jonge kind (0-6 jaar) (4)
  • Arbeidsvoorwaarden (2)
    • Pensioen (2)
    • Cao primair onderwijs (111)
    • Arbeidsrecht (14)
  • Gezonde leefstijl (2)
  • Professionele inzet ICT (2)
  • Financiën (1)
  • Nieuwkomers (1)
  • Personeelstekort (1)
  • Publieke regie op technologie (1)
  • Taal & rekenen (1)

Serviceniveau

  • Zelf aan de slag (8)
15 resultaten gevonden
veelgestelde vraag
17 februari 2022

Voldoe je aan de verplichtingen uit de Participatiewet als we iemand uit de doelgroep detacheren?

Ja, dat kan. Iemand uit de doelgroep die bij een schoolbestuur wordt gedetacheerd, telt mee voor de banenafspraak. Een payroll-constructie of een uitzendcontract tellen niet mee. Ook het inkopen van diensten telt op dit moment (nog) niet mee. Er wordt in de Tweede Kamer wel een discussie gevoerd om inkoop van diensten wel mee te laten tellen bij de ‘inkopende’ partij.

veelgestelde vraag
17 februari 2022

Wat is de banenafspraak?

De banenafspraak is een afspraak tussen de sociale partners in Nederland om mensen met een arbeidsbeperking een beter perspectief te geven op een reguliere baan en zoveel mogelijk mensen te laten meedoen in de samenleving.

De Banenafspraak vloeit voort uit het sociaal akkoord en de Participatiewet. De PO-Raad verbindt zich graag aan de afspraak. Het betekent namelijk dat meer leerlingen die van het voortgezet speciaal onderwijs komen een plek op de arbeidsmarkt kunnen krijgen. Daarnaast vult onze sector daarmee haar maatschappelijke rol en voorbeeldfunctie in. Tegelijkertijd realiseert de PO-Raad zich dat het veel vraagt van schoolbesturen als werkgever.

Bij de realisatie van de Participatiewet spelen werkgevers een belangrijke rol. In het sociaal akkoord is afgesproken dat werkgevers op vrijwillige basis gaan bijdragen aan arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking, door hen kans op werk te bieden. Dat is het standpunt onder het regime van de banenafspraak. Als blijkt dat de extra banen niet worden gerealiseerd kan de quotumwet in werking treden als stok achter de deur. 

veelgestelde vraag
17 februari 2022

Moet de werkgever na het eerste ziektejaar de pensioenpremie voor 100% doorbetalen voor wat betreft het werkgeversdeel en voor 30% voor wat betreft het werknemersdeel?

Een zieke werknemer blijft volledig pensioen opbouwen op grond van het Pensioenreglement ABP: “Als een deelnemer in een dienstverhouding door ziekte, verlof, of een andere hem persoonlijk betreffende omstandigheid zijn inkomen niet of niet volledig geniet, wordt onder pensioengevend inkomen verstaan het inkomen dat voor hem zou hebben gegolden als die omstandigheid zich niet zou hebben voorgedaan”.

In de Pensioenovereenkomst staat: Van de overheidswerknemer die slechts een gedeelte van zijn inkomen geniet omdat hij wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking uit te oefenen, wordt het premieverhaal naar evenredigheid verminderd. 

Dit houdt in dat de pensioenopbouw van de zieke werknemer 100% is en dat de werkgever zorgt voor volledige afdracht van de premie. De korting op het salaris van 30% houdt in dat de werknemer over 70% van zijn inkomen het werknemersdeel van de pensioenpremie afdraagt. Het restant komt derhalve voor rekening van de werkgever. 

veelgestelde vraag
17 februari 2022

Hoe bepaal je het individueel professionaliseringsbudget?

Moeten wij bij het bepalen van de hoogte van het individueel professionaliseringsbudget rekening houden met de gemiddelde wtf van desbetreffend kalenderjaar of moeten we rekening houden met een andere methodiek?

De hoogte van het professionaliseringsbudget in art 9.3 lid 2 cao po in tijd en geld wordt berekend naar rato van de werktijdfactor per schooljaar en naar rato van hoelang de werknemer dat schooljaar in dienst is. Dus niet per kalenderjaar omdat overeenkomstig de definitie in artikel 1.1. cao po met ’jaar’ in artikel 9.3. cao po een schooljaar wordt bedoeld. Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli.

Elke werknemer in het OP en OOP heeft naar rato van de werktijdfactor recht op een individueel professionaliseringsbudget van € 500,= netto per jaar en 2 uren per werkweek (art 9.3 lid 2 cao po) per schooljaar.

Het individuele scholingsbudget voor 2020 en 2021 is verhoogd met €100,=  per jaar naar rato van de werktijdfactor (artikel 9.8 lid 2 cao po). 

veelgestelde vraag
17 februari 2022

Sinds het schooljaar 2018-2019 zijn er extra middelen voor werkdrukverlaging beschikbaar (werkdrukakkoord). Wat is het bedrag per leerling?

In het schooljaar 2021-2022 gaat het om € 258,67 per leerling; het bedrag per leerling in het speciaal basisonderwijs bedraagt € 388,01 per leerling en het bedrag per leerling in het (voortgezet) speciaal onderwijs bedraagt € 517,34.
Deze bedragen maken deel uit van het budget voor personeels- en arbeidsmarkt beleid. Vanaf 1 januari 2023 (vereenvoudiging bekostiging) maken de werkdrukmiddelen deel uit van het bedrag per leerling.
Voor werkdrukmiddelen geldt dat schoolteams bepalen hoe dit geld wordt ingezet. De verantwoording over de werkdrukmiddelen loopt uiteindelijk via het schoolbestuur. In het jaarverslag wordt verantwoord hoe de werkdrukmiddelen zijn ingezet en of de procesafspraken uit het werkdrukakkoord goed zijn gevolgd.
In de toolbox werkdrumiddelen is een model beschikbaar ter ondersteuning van inzet en proces.

veelgestelde vraag
17 februari 2022

De werkdrukmiddelen worden per instellingscode (v.h. brinnummer) toegekend. Mogen we die middelen bundelen en bovenschools inzetten?

Nee. Het bestedingsplan wordt op schoolniveau bepaald en vereist instemming door de personeelsgeleding van de MR van de school.

veelgestelde vraag
17 februari 2022

Is het wettelijk verplicht om aan het einde van groep 6 een indicatie te geven voor advies vo of moet dit alleen bij kinderen waarvoor een OPP is opgesteld?

Het antwoord op deze vraag is: nee. Er bestaat geen wettelijke verplichting om leerlingen in groep 6 al een indicatie te geven van het mogelijke uitstroomprofiel. Door SLO is een handreiking schooladvisering ontwikkelt die scholen op weg helpt bij het verder professionaliseren van hun schooladviesprocedure. Voor meer info zie Handreiking schooladvisering.

veelgestelde vraag
17 februari 2022

Hoe worden de vorderingen van leerlingen in het po bepaald?

Dat gebeurt gedurende de hele periode op de basisschool. School en ouders krijgen zowel door toetsing als door ervaring inzicht in hoe een kind presteert ten opzichte van klas- en leeftijdsgenoten.

Leerling- en onderwijsvolgsysteem
Met hulp van leerling- en onderwijsvolgsysteem wordt gekeken hoe een leerling zich op school ontwikkelt. Er wordt gekeken naar wat de leerling en zijn klas weten en kunnen en hoeveel zij vooruit gaan. Scholen zijn verplicht om zo’n systeem te gebruiken, in ieder geval voor taal en rekenen, maar ze mogen zelf bepalen welk systeem ze inzetten en hoe vaak ze het niveau meten.

Reguliere toetsen
Scholen nemen ook toetsen af die meten of een leerling de aangeboden lesstof beheerst. De resultaten laten zien hoe een kind presteert in vergelijking met leeftijdsgenoten. Scholen mogen zelf bepalen of en hoe vaak ze leerlingen een toets laten maken. Toetsen moeten wel valide, betrouwbaar en methodeonafhankelijk genormeerd zijn. Kleutertoetsen zijn (naar verwachting) vanaf augustus 2022 niet meer toegestaan.

Eindtoets
Aan het eind van groep acht maken alle basisschoolleerlingen een verplichte eindtoets. Deze toets geldt als tweede, schoolonafhankelijk gegeven naast het schooladvies op basis waarvan school en ouders bepalen naar welk niveau middelbare school een leerling gaat. Als leerlingen op de eindtoets beter scoren dan op basis van het schooladvies mag worden verwacht, dan moet de school haar advies heroverwegen. Als het kind lager scoort, hoeft dit niet. Scholen kunnen ook een digitale adaptieve eindtoets afnemen. Deze toets past zich aan, aan het niveau van de leerling. De resultaten van alle toetsen worden opgenomen in het onderwijskundig rapport (OKR) van de leerling. De nieuwe school krijgt daarmee een beeld van de leerling zodat zij het onderwijs zo goed mogelijk kunnen afstemmen. Scholen zijn verplicht ouders te informeren over de inhoud van dit rapport.

veelgestelde vraag
17 februari 2022

Mag een vo-school de ene leerling met kader/tl advies op kaderniveau plaatsen en de andere op tl-niveau?

Ja, dat mag want er is een verschil tussen toelating en plaatsing. Een leerling met een kader/tl advies is toelaatbaar tot beide schoolsoorten. De vo-school zal het onderwijskundig rapport gebruiken om de leerlingen in de juiste klas te plaatsen. In dit geval is plaatsing in beide brugklassen conform het schooladvies. Het is wenselijk om leerlingen op het hoogste niveau te plaatsen, maar dat is niet verplicht. We noemen dit ‘hoge plaatsing’. De basisschool kan naast het schooladvies ook een plaatsingsadvies meegeven, maar dat heeft geen juridische waarde.

veelgestelde vraag
17 februari 2022

Moet een groep 8-leerling met het ontwikkelingsniveau van groep 5 verplicht deelnemen aan de Centrale Eindtoets?

Nee, er zijn mogelijkheden voor ontheffing. Daarover lees je meer in deze beleidsregel.

Als de leerling in het po extra ondersteuning krijgt, heeft deze een ontwikkelingsperspectief (OPP). Daarin wordt duidelijk:

  • Welke ondersteuning hij/zij ontvangt;
  • Wat de uitstroombestemming van de leerling is naar het voortgezet onderwijs;
  • Indien van toepassing: de afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma.

Binnen het OPP bestaan drie uitstroombestemmingen:

  • Een van de schoolsoorten van het reguliere voortgezet onderwijs;
  • Het praktijkonderwijs;
  • De verschillende uitstroomprofielen binnen het vso (diplomagericht, arbeidsmarkt en dagbesteding)

De verwachte uitstroombestemming in het OPP is een belangrijke indicatie voor ontheffing van de eindtoets. De school moet dit voldoende kunnen onderbouwen, onder andere met behulp van het leerling- en onderwijsvolgsysteem.

Vervolgens beslist het bevoegd gezag, na overleg met de ouders, of de leerling de eindtoets maakt. Als de leerling wordt vrijgesteld, dan legt de school de onderbouwing van deze beslissing vast in de eigen administratie.

Ook een leerling zonder OPP maar met een IQ onder de 75 mag je ontheffen van de eindtoets.

In het stroomschema op www.vanponaarvo.nl vind je meer informatie om antwoord te krijgen op de vraag ‘Moet deze leerling een eindtoets maken?’ .

Paginering

  • Huidige pagina 1
  • Pagina 2
  • Volgende pagina Volgende
  • Laatste pagina Laatste

Aanmelden voor de wekelijkse nieuwsbrief

Onze nieuwsbrieven bevatten relevante nieuwsberichten en informatie voor scholen en hun besturen in het primair onderwijs en andere geïnteresseerden.

Aanmelden

Volg ons ook via

  • Volg ons op Twitter
  • Volg ons op LinkedIn

Footer navigation

  • Vereniging
    • Mijn PO-Raad
    • Werken bij de PO-Raad
  • Informatie
    • Contact
    • Over de PO-Raad
  • Overige
    • Disclaimer
    • Privacyverklaring
  • Actualiteit
  • Agenda