De PO-Raad vindt het positief dat PVV, VVD, NSC en BBB werk maken van duurzame onderwijsbekostiging en een einde willen maken aan de subsidieconfetti. "Onderwijskwaliteit is een zaak van de lange adem en met deze door ons zo dikwijls bepleite stap zet de nieuwe coalitie het onderwijs op het juiste spoor. Zo krijgen scholen de mogelijkheid beter vooruit te plannen. Overigens helpt het dan niet dat het nieuwe kabinet per saldo op de sector bezuinigt," zegt PO-Raadvoorzitter Freddy Weima. “Ik ga er trouwens van uit dat de nog onbekende vakminister op OCW daar ambitieuze plannen in de strijd tegen het personeelstekort aan toevoegt want dat ontbreekt nog in dit eerste document.”

Volgens de PO-Raad valt of staat de hele langetermijnaanpak die in de onderwijsparagraaf wordt bepleit met een duidelijk offensief om onder het lerarentekort en het schoolleiderstekort uit te komen. Eerder pleitte de PO-Raad met werkgevers en werknemers in het funderend onderwijs al voor een Deltaplan tegen het lerarentekort.

“We komen ruwweg tienduizend voltijdleraren en 1200 schoolleiders tekort”, aldus Weima. “Net als het nieuw te vormen kabinet wil de PO-Raad niets liever dan de basisvaardigheden opkrikken en een optimale start verzorgen voor ieder kind in Nederland. Dat kan niet zonder ambitieuze bewindslieden in de Hoftoren.”

Mes in budget voor kansengelijkheid 

Verder valt op dat de coalitie het mes zet in het bevorderen van gelijke kansen. Zo wordt er flink gekort op het programma School en Omgeving en verdwijnt het subsidieprogramma voor brede brugklassen volledig. “De afgelopen jaren hebben vele scholen met deze programma’s gewerkt aan het vergroten van de kansen van leerlingen,” stelt Weima. “Dat het nieuwe kabinet hierop bezuinigt is dan ook onverstandig.” 

“Daarbij moet je verder kijken dan het onderwijsbeleid: het eind van de spreidingswet betekent bijvoorbeeld weer een verandering voor vluchtelingenkinderen. Ieder kind heeft recht op onderwijs en deze kinderen zijn kwetsbaar. Wees een beetje zuinig op ze.”

De vier partijen hebben ‘aandacht voor passend en speciaal onderwijs’. Die aandacht is hard nodig, maar wat hier precies mee wordt bedoeld is op dit moment nog niet duidelijk. Over twee weken is er een Tweede Kamerdebat over passend onderwijs. Mogelijk wordt tijdens dit debat meer duidelijk over de koers die de partijen willen varen. 

Noodzakelijke investering in onderwijshuisvesting blijft uit 

Als het om onderwijshuisvesting gaat, lijkt deze coalitie de tradities van haar voorgangers te volgen: in het document ‘Hoop, lef en trots’ wordt de noodzaak jaarlijks 1,2 miljard euro meer te investeren in schoolgebouwen niet onderkend.  

“Dat het voor de sector en de VNG een gevecht van de lange adem is, wisten we. Maar als ik heel eerlijk ben had ik op een beetje beweging gehoopt”, zegt Weima. “Onderwijspersoneel en leerlingen werken en leren dikwijls in gebouwen die voor kantoorpersoneel zouden worden gesloten.”    

Stelselherziening kinderopvang blijft overeind 

De PO-Raad is wel blij dat er wel goede afspraken zijn gemaakt over de kinderopvang. Weima: “We blijven erbij dat een betere aansluiting van onderwijs en kinderopvang cruciaal is voor de ontwikkeling van jonge kinderen. De stelselherziening waaraan wordt gewerkt helpt daarbij. Wel zou het mooi zijn als de arbeidseis voor kinderopvang komt te vervallen. Dit staat nog niet in het akkoord." 

"Spelenderwijs leren omgaan met anderen en je aan hen optrekken is een goede basis voor ieder kind. Het is belangrijk dat alle kinderen daarvan kunnen profiteren, ook als hun ouders niet werken. Daar blijven we de komende ministersploeg en de Tweede Kamer ook gewoon op wijzen. Ondertussen gaan we samen met de kinderopvang voort met wat er nu op papier staat.”