Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Burgerschapsonderwijs
Burgerschap is een basisvaardigheid. Scholen bereiden leerlingen voor op hun latere functioneren in de maatschappij. Daar hebben zij niet alleen de basisvaardigheden taal en rekenen voor nodig, maar ook kennis om als zelfstandige burgers te kunnen leven. Het gaat dan bijvoorbeeld om kennis van democratie, politieke besluitvorming en mensenrechten en om het omgaan met maatschappelijke diversiteit.
Scholen zijn wettelijk verplicht burgerschapsonderwijs te verzorgen en geven dit vanuit hun eigen visie vorm. Het ontwikkelen van burgerschapscompetenties van leerlingen is een kerntaak van het onderwijs. Dit draagt eraan bij dat zij hun eigen normen en waarden herkennen en daarmee een eigen identiteit kunnen vormen.
Scholen zijn wettelijk verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Dat hoeft niet in een apart vak. Burgerschap kan in andere vakken worden geïntegreerd en daar is de PO-Raad voorstander van.
Gezamenlijke taak
De PO-Raad vindt het ook van belang dat scholen hun burgerschapsopdracht delen. In de eerste plaats met ouders, de belangrijkste pedagogische partners van de school, maar ook in bredere zin met het gezin, de wijk, verenigingen, de overheid en andere socialiserende instanties zoals de kinderopvang. Ook zij hebben een taak leerlingen burgerschapscompetenties bij te brengen.
Meer weten?
Voor meer inhoudelijke informatie over Burgerschap en ondersteuning bij het inbedden ervan in het eigen onderwijs, biedt de website van het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) uitkomst.
Curriculumontwikkeling
Houd de kerndoelen, die voorschrijven wat een leerling aan het eind van zijn basisschoolcarrière per vak moet kennen en kunnen, op gezette tijden tegen het licht.
Om leerlingen voor te bereiden op de toekomst, moet het onderwijs toekomstbestendig gehouden worden. Daarom moeten de kerndoelen op gezette tijden tegen het licht gehouden worden. Maar zorgen voor toekomstbestendig onderwijs betekent ook: leraren en schoolleiders die zich verder blijven ontwikkelen.
Op naar een kansrijker stelsel
In de huidige situatie is de druk op hét selectiemoment in groep 8 veel te groot. Dit verkleint de kansen van kinderen. Nederland moet een kansrijker onderwijsstelsel krijgen dat flexibeler is ingericht en waarin we later selecteren.
Ieder kind moet zich maximaal kunnen ontplooien. Daarom is het belangrijk dat niet al op jonge leeftijd wordt bepaald welk niveau onderwijs een leerling aankan. Er moet een einde komen aan vroegselectie. De PO-Raad en VO-raad zijn voorstander van doorlopende leerlijnen, brede brugklassen en een funderende fase die loopt tot het moment dat een leerling vijftien jaar oud is. Daarna kan gekozen worden voor een beroepsgerichte of academische stroom.
Onderwijskwaliteit is meer dan eindopbrengsten
In de praktijk wordt goed onderwijs vaak nog opgevat als ‘voldoende eindopbrengsten’. Maar niet alles wat onze leerlingen leren en kunnen is in cijfers uit te drukken. Merkbare resultaten zijn minstens zo waardevol.
De PO-Raad vind het belangrijk dat breed naar onderwijskwaliteit wordt gekeken. Hoewel we in de praktijk nog vaak zien dat goed onderwijs wordt opgevat als ‘voldoende eindopbrengsten’, is niet alles wat onze leerlingen doen, in cijfers uit te drukken. School is er ook om leerlingen burgerschapsvorming bij te brengen en aandacht te hebben voor hun sociale en emotionele ontwikkeling.
Vrijheid van onderwijs
De vrijheid van onderwijs is de vrijheid om een school te stichten, op basis van de eigen overtuiging. Die vrijheid is uniek en we koesteren die. Scholen en hun besturen zijn zelf verantwoordelijk voor de inrichting van hun onderwijs en het geven van goede onderwijskwaliteit aan ieder kind.
De PO-Raad koestert de vrijheid van onderwijs: scholen en hun besturen zijn zelf verantwoordelijk voor de invulling van hun onderwijs. Hoe zij hun onderwijs inrichten en welke lesmethodes ze gebruiken, is aan de scholen en hun besturen zelf. Zij zijn hierbij ook verantwoordelijk van een goede kwaliteit van onderwijs.