Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Een schoolbestuur heeft een boete ontvangen van de Inspectie SZW, omdat een arbeidsongeval niet gemeld was bij die organisatie. Wat is de regelgeving hieromtrent?
Werkgevers zijn verplicht een arbeidsongeval te melden bij de Inspectie SZW. Voor scholen geldt ook dat de meldingsplicht bestaat als een leerling een ongeval overkomt. De boetes op het niet tijdig melden zijn sinds 2013 verhoogd en kan maximaal oplopen tot € 50.000!
Wanneer is een school meldingsplichtig?
Een meldingsplichtig arbeidsongeval is een arbeidsongeval waarbij het slachtoffer aan de gevolgen overlijdt, blijvend letsel oploopt of in een ziekenhuis moet worden opgenomen.
- Een arbeidsongeval is een ongeval dat plaatsvindt bij of als gevolg van werkzaamheden. Dat kan zijn in een bedrijf of instelling, op een (bouw)locatie, op het land of boerenerf, bij het werken aan de weg, bruggen, viaducten, op of in het water, enzovoorts. Kortom, overal waar werknemers aan het werk kunnen zijn. NB. (Verkeers)ongevallen die tijdens woon-werkverkeer plaatsvinden worden niet als arbeidsongevallen aangemerkt.
- Onder ‘blijvend letsel’ wordt onder andere verstaan: amputatie, blindheid, of chronische lichamelijke of psychische/traumatische klachten.
- Onder ‘ziekenhuisopname’ wordt verstaan dat een slachtoffer in een ziekenhuis wordt opgenomen. Ook een dagopname valt hieronder. Poliklinische behandeling wordt dus niet als ziekenhuisopname beschouwd.
Zie voor meer informatie over dit onderwerp de website van SZW:
Wanneer is een school ‘algemeen bijzonder’?
Bijzondere scholen geven les op basis van godsdienst, levensovertuiging of een visie op het onderwijs. Algemeen bijzonder zijn de scholen die niet uitgaan van een godsdienst of levensbeschouwing, maar wel een bepaalde onderwijskundige (pedagogische) grondslag hebben, zoals Jenaplan, Montessori, Dalton, Freinet, etc. De exacte betekenis van bijzonder, algemeen bijzonder en openbaar onderwijs worden uitgelegd op de website van de overheid.
Mag een zij-instromer het opleidingstraject in het praktijkonderwijs volgen?
Dat is geen probleem. Een zij-instromer mag het opleidingstraject in het praktijkonderwijs volgen en niet in het basisonderwijs of speciaal (basis)onderwijs. Een leraar met een PABO-getuigschrift is bevoegd om les te geven in het praktijkonderwijs. De stage kan dus prima binnen het praktijkonderwijs gevolgd worden.
Is een universitaire opleiding Onderwijskunde voldoende voor inschrijving in het schoolleidersregister?
Je mag je laten inschrijven in het schoolleidersregister als je voldoet aan de basiskwalificaties zoals beschreven in de beroepsstandaard. Er zijn een aantal opleidingen die daar aan voldoen, zoals de schoolopleidersopleidingen en Masters Educational Leadership.
De opleidingen Onderwijskunde en Onderwijswetenschappen sluiten niet voldoende aan bij de beroepsstandaard. Maar in combinatie met management- en/ of leiderschapscursussen voldoe je mogelijk wel aan de beroepsstandaard. Hiervoor kun je de Individuele DiplomaWaardering (IDW) gebruiken, een assessment doen of een EVC-procedure starten. Neem voor vragen contact op met het schoolleidersregister op 030-234 73 60 of via info@schoolleidersregisterpo.nl.
Mag je een school- en pleinverbod opleggen aan een ouder bij verbaal grensoverschrijdend gedrag?
Ja, de school mag een ouder een school- en/of pleinverbod opleggen bij ernstige verstoring van de rust en orde op de school. Dat mag alleen als de ouder meerdere keren is gewaarschuwd. Bij een pleinverbod moet duidelijk zijn hoe lang het geldt. Als de ouder het verbod overtreedt, kun je de politie inschakelen. Als de ouder blijft volharden in het ongewenste gedrag is het zelfs mogelijk zijn of haar kind(eren) te verwijderen van school met als grond ernstige verstoring van rust en orde.
Wat verandert er met ingang van 1 januari 2021 voor de benoeming van een bestuurder van een samenwerkingsverband?
Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs, is de benoeming van een bestuurder in een samenwerkingsverband in lijn gebracht met de procedure voor benoeming van het bevoegd gezag van een school.
Vanaf 1 januari 2021 moet voor het benoemen van een bestuurder van het samenwerkingsverband een sollicitatiecommissie worden ingesteld, waarvan in elk geval deel uitmaken:
-
een lid uit of namens de personeelsgeleding van de MR van het samenwerkingsverband;
- een lid uit of namens de personeelsgeleding van de OPR;
- een lid uit of namens de ouder-/leerlinggeleding van de OPR.
Je leest er meer over in het bericht op de website van infowms.nl.
Wie is aansprakelijk voor een ongeval op het schoolplein buiten schooltijd?
Een speelplaats bij een school heeft meestal 2 functies: als openbare ruimte en als schoolplein. Onder schooltijd is het plein in gebruik onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Daarna Na en voor schooltijd en daarvoor valt het plein feitelijk onder de openbare ruimte en draagt de gemeente (mede) verantwoordelijkheid. In verband hiermeeOnder andere door deze gedeelde verantwoordelijkheid, is het wenselijk met de gemeente een convenant te sluiten waarin is opgenomen dat beide functies voorkomen en welke partij in welke situatie verantwoordelijk is, indien zich op dit terrein een ongeluk voordoet. Als alles goed is onderhouden en een spelend kind het been breekt, zijn in beginsel het schoolbestuur en de gemeente hiervoor niet aansprakelijk. Maar als het kind door nalatigheid van een één van de partijen struikelt over een opgebroken toegangspad of omhoog gelegen tegels, dan wel ongelukkig valt of schade aan de kleding ontstaat doordat de kwaliteit van de schommel niet in orde is, een paar treden van de glijbaan zijn doorgeroest, het klimrek niet veilig is, et cetera, dient terdege rekening te worden gehouden met een aansprakelijkheidsstelling.
Om vermelde aansprakelijkheid te voorkomen wordt steeds vaker de speelplaats na schooltijd afgesloten en zelfs na overleg met de politie, verboden toegang-bordjes geplaatst. Hierdoor ontstaat voor de politie de mogelijkheid eventueel verbaliserend op te treden en zal ongetwijfeld regelmatiger door hen toezicht worden uitgeoefend. Voor de kinderen uit de buurt betekent dit echter een inperking van speelvoorzieningen, met alle mogelijke gevolgen voor de beweging van kinderen van dien. Alvorens een dergelijk bordje te plaatsen verdient het daarom aanbeveling overleg te voeren met de gemeente om te bezien of dit wel de gewenste oplossing is, respectievelijk het probleem niet alsnog anderszins kan worden ondervangen, bijvoorbeeld door een bordje te plaatsen dat het gebruik van de speelplaats na schooltijd voor eigen risico is, hetgeen minder dreigend naar de buurt overkomt.