De werkgever bepaalt de ingangsdatum van een dienstverband. Het schoolbestuur kan hier eigen beleid op maken in overleg met de P(G)MR. Tijdelijke dienstverbanden met uitzicht op vast kunnen bijvoorbeeld ingaan op 1 augustus, terwijl andere tijdelijke dienstverbanden ingaan op de eerste schooldag. Het is handig als een (beoogd) werknemer voor een heel schooljaar wordt aangenomen om het dienstverband van 1 augustus tot 1 augustus te laten lopen.
In de CAO PO is net als in andere sectoren afgesproken dat medewerkers verlof opbouwen. De werkgever zorgt er voor dat elke medewerker een verlofkaart bijhoudt. De verlofkaart loopt tussen 1 oktober en 1 oktober. Alle schoolvakanties en wettelijke vrije dagen in een schooljaar vallen daarbinnen. Op basis van de uitdienstdatum wordt berekend hoeveel vakantiedagen verrekend moeten worden. Dit kan een positief of negatief saldo zijn.
Voor onderwijsondersteunend personeel zonder lesgebonden en/of behandeltaken en werknemers in de categorie participatiebanen zijn in de CAO PO nog aanvullende bepalingen opgenomen. Deze medewerkers hebben bijvoorbeeld het recht om, na overleg, het vakantieverlof deels buiten de schoolvakanties per week op te nemen.
Ontslag einde schooljaar
In het beleid van de organisatie kunnen in overleg met de P(G)MR ook afspraken worden gemaakt over ontslag op eigen verzoek bij einde van het schooljaar en de verrekening van de vakantiedagen. Met het vervallen van artikel 6.12 lid 7 uit de cao kan een werknemer nu verzoeken om ontslag per 1 september (of de eerste schooldag van het nieuwe schooljaar). Dat heeft gevolgen voor de verrekening van het aantal vakantiedagen. De werkgever moet daar duidelijke afspraken over maken met de P(G)MR.
Er zijn op dit moment twee mogelijkheden:
- De werkgever heeft in zijn beleid staan dat teveel genoten vakantieverlof wordt verrekend met het (laatste) salaris. Bijvoorbeeld: ‘Bij ontslag op eigen verzoek wordt een eventueel tekort aan vakantieverlofuren verrekend met de salarisbetaling. De werknemer wordt op dit beleid gewezen.’ Hierbij is van belang dat de werkgever het vakantieverlofsaldo in de gaten houdt, dat er toestemming voor het verlof is gegeven en dat de werknemer daarbij is gewezen op het overschrijden van het opgebouwde verlof.
- De werkgever heeft in zijn beleid staan dat leraren die op het eind van het schooljaar ontslag nemen, dit altijd doen per 1 augustus. Bijvoorbeeld: ‘De in vaste dienst benoemde leraar die in verband met ontslag zijn werkzaamheden na de zomervakantie niet voortzet, wordt ontslag verleend per 1 augustus. Een eventueel verlofoverschot wordt uitbetaald. Deze regel geldt niet bij een ontslag vanwege pensioen, omdat de werknemer geen invloed heeft op deze datum.’ Om te bepalen of er een verlofoverschot is, is het belangrijk dat er een verlofkaart is.
Een schoolbestuur kan dus eigen beleid maken, mits afgestemd met de P(G)MR en vastgelegd. Dat beleid is van toepassing als een dienstverband aan het begin of eind van een schooljaar begint of eindigt, maar kan ook van toepassing zijn als dat halverwege het schooljaar gebeurt.