Wanneer kan een werknemer een beroep doen op kort buitengewoon verlof?
In artikel 8.6 CAO PO is het imperatief kort buitengewoon verlof geregeld. In artikel 8.6, eerste lid CAO PO, wordt een aantal concrete gevallen genoemd waarin de werkgever de werknemer onder alle omstandigheden verlof dient te verlenen. Denk hierbij aan de mogelijkheid om te stemmen of het kunnen afleggen van een van rijkswege afgenomen of erkend examen of tentamen, voor zover dit niet in vrije tijd kan geschieden en omzetting van dienst niet mogelijk is. Aanvullend bepaalt het derde lid dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap eveneens verlof dient te verlenen in andere situaties waar de werknemer (buitenwettelijke) verplichtingen moet nakomen die slechts in werktijd kunnen worden vervuld. Gedacht dient dan te worden aan het ophalen van documenten, het bezichtigen van een woning, het bijwonen van een doopplechtigheid in de gevallen waarin dat niet op zondag gebeurt en het begeleiden van een ziek kind naar het ziekenhuis. Kenmerk van dit verlof is dat het altijd om situaties gaat waarin de werknemer slechts een deel van de werkdag verzuimt.
Indien de werknemer als gevolg van de omstandigheden genoemd in artikel 8.6, lid 3 CAO PO, een hele dag verzuimt, wordt deze dag geacht onderdeel uit te maken van de dagen waarop hij op grond van artikel 8.7 CAO PO recht heeft. Dit artikel is echter ruimer en geldt ook voor gevallen waarin de werknemer thuis wil blijven om een ziek kind, de echtgenoot, de ouders of andere (bloed)verwanten te verzorgen of aanwezig wenst te zijn bij het huwelijk of de promotie van een goede vriend(in). In artikel 8.8 CAO PO is het langdurend zorgverlof geregeld.