Verplicht derde uur gym is onhaalbaar en onbetaalbaar
Een wettelijke norm voor het aantal uren dat scholen moeten besteden aan bewegingsonderwijs druist niet alleen in tegen de vrijheid van onderwijs die in de Grondwet is verankerd, maar schiet ook zijn doel voorbij, vindt de PO-Raad. Bovendien is het onhaalbaar en onbetaalbaar.
Een wettelijke norm voor het aantal uren dat scholen moeten besteden aan bewegingsonderwijs druist niet alleen in tegen de vrijheid van onderwijs die in de Grondwet is verankerd, maar schiet ook zijn doel voorbij. Een gezonde leefstijl behelst namelijk veel méér dan een paar uur sport per week. Gezond eten en niet roken bijvoorbeeld. En bewegen moeten kinderen overal: thuis, op school, in de pauze, onderweg naar huis en in de vrije tijd.
Een gezonde leefstijl van kinderen stimuleren, is dan ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid van scholen, gemeenten, ouders en de hele maatschappij, vindt de PO-Raad. Een wettelijk verplicht derde uur gym door een vakleerkracht kost bovendien honderden miljoenen euro’s, becijferden onderzoeksbureau Regioplan en het Mulierinstituut. Geld dat er eenvoudig niet is. Daar komt nog bij dat er nú al een tekort aan gymlokalen is. Op dit moment krijgen de meeste leerlingen twee uur gym per week, zoals in 2014 is afgesproken in het Bestuursakkoord met OCW. Dat gebeurt op 90% van de scholen door een bevoegde (vak)leerkracht.