Mag het (tijdelijke) contract van een zij-instromer worden verlengd als het bekwaamheidsonderzoek niet binnen twee jaar is aflegt?
Als uitgangspunt geldt dat een zij-instromer in het primair onderwijs binnen twee jaar de scholing dient af te ronden. Het bekwaamheidsonderzoek moet met goed gevolg worden afgelegd. Het traject kan met maximaal twee jaar verlengd worden op grond van de WPO (artikel 32 lid 10 WPO). In totaal kan het zij-instroomtraject dus maximaal 4 jaar duren.
Met de zij-instromer wordt op grond van artikel 3.2 lid 1 CAO PO een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 2 jaar aangegaan. Indien de zij-instromer het traject niet heeft afgerond en/of niet goed functioneert, loopt het contract van rechtswege af. Als een schoolbestuur de medewerker in de gelegenheid wil stellen alsnog zijn bevoegdheid te behalen, zou de werkgever met de werknemer een tweede tijdelijk contract kunnen aangaan op grond van werkzaamheden van kennelijk tijdelijke aard (artikel 3.1 lid 3 CAP PO).
Het werk is (kennelijk) tijdelijk, omdat de werkgever niet weet of de werknemer zijn traject met goed gevolg af gaat ronden. In dit geval zou logisch zijn eerst een verlenging voor 12 maanden overeen te komen, zodat je als werkgever binnen de grenzen van de ketenregeling blijft wat betreft de duur van het aangaan van tijdelijke contracten. Op grond van de ketenregeling mag een werkgever gedurende maximaal 36 maanden contracten voor bepaalde tijd sluiten.
Eventueel is een verlenging van het contract met nogmaals 12 maanden mogelijk (dan zit je aan de maximale termijn voor zij-instromers van 4 jaar), maar dan ontstaat op basis van de ketenregeling wel een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Dan kan de ontbindende voorwaarde uit art 3.2 lid 2 CAO PO gebruikt worden als de werknemer zijn bevoegdheid nog steeds niet behaalt. De arbeidsovereenkomst eindigt dan van rechtswege.