Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Wat zijn de referentieniveaus voor taal en rekenen?
Referentieniveaus beschrijven wat een leerling op het gebied van taal en rekenen moet beheersen op een bepaald moment in de schoolloopbaan. Hiermee krijgen scholen inzicht in het niveau van de leerling in elke fase van de opleiding, kunnen zij de leerling gericht helpen bij het verbeteren van de prestaties en wordt de basis gelegd voor een soepelere aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs.
Voor het primair onderwijs worden twee beheersingsniveaus onderscheiden:
- Het fundamentele niveau, 1F. Dit zouden alle leerlingen moeten beheersen om goed mee te kunnen doen in de maatschappij;
- Het streefniveau, dat is 1S (voor rekenen) en 2F (voor taal). Als leerlingen dit niveau beheersen, hebben zij voldoende bagage om door te stromen naar TL, HAVO of VWO.
De Referentieniveaus zijn vastgelegd in de Wet Referentieniveaus Nederlandse Taal en Rekenen en zijn van toepassing op het (speciaal) basisonderwijs en alle vormen van speciaal onderwijs, met uitzondering van zeer moeilijk lerende en meervoudig gehandicapte leerlingen (ZML en MG). Lees meer op de website van Stichting Leerplan Ontwikkeling.
Wanneer komt een school in aanmerking voor bijzondere bekostiging van nieuwkomers?
Als er minimaal 4 nieuwkomersleerlingen op één BRIN-nummer staan ingeschreven die korter dan één jaar in Nederland zijn. Onder nieuwkomers verstaan we asielzoekers, statushouderskinderen en/of overige vreemdelingenkinderen. Er zijn 4 peilmomenten per jaar. Voor nieuwkomers die tussen 1en 4 jaar in Nederland zijn, kan bijzondere bekostiging worden aangevraagd. Meer informatie hierover is te vinden op de website van Lowan of stel uw vraag aan onze adviseur Boudien Bakker.
Waarom krijgen schoolbesturen lumpsum en is het geld niet geoormerkt?
Diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat de lumpsum heeft geleid tot beter en doelmatiger onderwijs en past bij de manier waarop wij het onderwijs in Nederland hebben ingericht (zoals McKinsey-analyse ‘How the world’s most improved school systems keep getting better‘ en een reviewstudie van het CPB). Ook voormalig minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) stelden in mei 2016 dat de lumpsumsystematiek van waarde is voor de kwaliteit van het onderwijs. De alternatieven die de bewindslieden hebben laten onderzoeken, leverden geen betere uitkomsten.
De Onderwijsraad verkiest in zijn rapport ‘Inzicht in en verantwoording van onderwijsgelden’ van juli 2018 de lumpsum boven alternatieve bekostigingsmethoden. ‘De lumpsum doet het meest recht aan de autonomie van onderwijsinstellingen en waarborgt de stabiliteit en continuïteit van bekostiging en onderwijsbeleid’, aldus de Onderwijsraad.