Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Is het mogelijk om gespaarde duurzame inzetbaarheidsuren uit te betalen aan het einde van het dienstverband?
Uren duurzame inzetbaarheid worden in principe niet uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Hier is een uitzondering op gemaakt in de CAO PO. Artikel 8A.4 lid 2 CAO PO meldt dat de uren die gespaard zijn ten behoeve van studieverlof uitbetaald worden als het dienstverband op initiatief van de werkgever wordt beëindigd of als de werkgever het dienstverband niet verlengd.
Valt schoolzwemmen ook onder de 2 uur gym die vanaf schooljaar 2023/2024 verplicht gegeven moet worden?
Op grond van artikel 126 lid 2 WPO moet er vanaf schooljaar 2023/2024 verplicht 2 uur gym gegeven worden. Daarbij geldt dat de gymles, verplicht gegeven moet worden door een bevoegde leerkracht (ALO, of PABO met LO-bevoegdheid).
Het structureel aanbieden van diplomazwemmen is geen onderdeel van het curriculum voor bewegingsonderwijs. Kennismaken met drijven[1] en verplaatsen in het water behoort wel tot de mogelijkheden (in de vorm van een natte gymles met als inhoud de bewegingsleerlijnen). Er moet voldoende aandacht en tijd besteed kunnen worden aan de twaalf leerlijnen bewegingsonderwijs die vallen onder de kerndoelen. Bij een natte gymles moet bovendien stilgestaan worden bij de extra risico's die bewegen in het water met zich meebrengt (denk onder meer aan voldoende toezicht, duidelijke instructies, nalopen van zwemdiploma's en afspraken met het zwembad en de daar werkende instructeurs en toezichthouders.
Het diplomazwemmen kan wel naast de 2 lessen bewegingsonderwijs aangeboden worden, net als reddend zwemmen, wedstrijdzwemmen en overlevingstechnieken.
[1] Onder drijvend verplaatsen worden o.a. de volgende activiteiten bedoeld; Suppen, waterpolo, snorkelen, roeien, zeilen, surfen.
Het werkverdelingsplan, wanneer wordt dit geactualiseerd?
De CAO PO bepaalt dat het team jaarlijks voor de zomervakantie in gesprek gaat over het werkverdelingsplan. Ieder jaar dient het werkverdelingsplan geactualiseerd te worden. Eerst wordt het formatieplan op bestuursniveau vastgesteld. Daarna wordt het werkverdelingsplan op schoolniveau geactualiseerd. De directeur/schoolleider levert de inventarisatie van werkzaamheden aan en plant tijdig een overleg zodat de teamleden daarbij aanwezig kunnen zijn. Naar aanleiding van het gesprek met het team maakt de werkgever een concept werkverdelingsplan. Het concept-werkverdelingsplan zal vervolgens ter goedkeuring aan de MR voorgelegd worden.
Kan een leraar die parttime werkt verplicht worden om op een vrije dag toch mee te doen aan verplichte teamactiviteiten?
In artikel 2.3 van de cao staat beschreven hoe de inzet per werknemer is geregeld. Daarvoor is het werkverdelingsplan uitgangspunt. Hierin worden voor de zomervakantie de afspraken vastgelegd.
Daarbij worden ook de dagen aangewezen, waarop bijvoorbeeld een rapportvergadering of een studiedag plaats zal vinden. Dit is dan een reguliere werkdag, die niet per se een lesdag hoeft te zijn.
Ook voor de leraar die in deeltijd werkt, geldt dat wanneer een vergadering is gepland op een vrije dag, deze werknemer verplicht kan worden aanwezig te zijn, als dit past in zijn inzetbaarheid volgens het schema en de ruimte van zijn normjaartaak. Bij de inroostering dient de werkgever wel zo veel mogelijk rekening te houden met de door de werknemer aangegane verplichtingen, waaronder zowel verplichtingen bij een andere werkgever als verplichtingen in de privésfeer.
Van werkgever en werknemer wordt verwacht dat zij zich als goed werkgever en werknemer gedragen, zodat van beide partijen een constructieve houding verwacht mag worden in het overleg betreffende bijvoorbeeld aanwezigheid van een docent op een scholingsdag of de rapportvergadering van zijn leerlingen op zijn vrije dag. Wanneer hierover een conflict ontstaat, zal de rechter/commissie van beroep op grond van een belangenafweging beoordelen of de leraar of diens werkgever in het gelijk wordt gesteld.
Ontstaat er bij hernieuwde uitval na 104 weken ziekte een nieuwe loondoorbetalingsverplichting?
Als er na 104 weken ziekte een nieuwe dienstbetrekking is ontstaan of als de werknemer in dezelfde dienstbetrekking is blijven werken maar nieuw bedongen arbeid verricht, dan ontstaat er bij hernieuwde uitval een nieuwe loondoorbetalingsverplichting. In het geval de werknemer nog werkzaam is onder dezelfde dienstbetrekking en hij dezelfde bedongen arbeid verricht als op het moment dat hij ziek uitviel, is er geen sprake van een nieuwe loondoorbetalingsverplichting. De werknemer kan in dat geval een herkeuring bij UWV aanvragen.
Ondanks dat de wettelijke loondoorbetalingsverplichting is geëindigd, zal het loon op grond van de ZAPO tot het einde van het dienstverband uitbetaald moeten worden. Het eventuele WIA-voorschot mag van het te betalen loon afgetrokken worden.
Of er sprake is van nieuw bedongen arbeid is erg casuïstisch en daardoor afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Om die reden kan het zo zijn dat ook als er geen nieuwe afspraken zijn gemaakt, er toch sprake kan zijn van nieuw bedongen arbeid. Het kan dus raadzaam zijn om in dergelijke situaties een jurist mee te laten kijken.
Wat gebeurt er met de overlijdensuitkering als er geen nabestaanden zijn, op grond van art. 6.13 CAO PO?
Wanneer er geen nabestaanden zijn, wordt geen overlijdensuitkering betaald. Art. 6.13 lid 2 en 3 CAO PO noemen wie recht heeft op een overlijdensuitkering. Er kan niet gekozen worden wie de uitkering krijgt indien er meerdere uitkeringsgerechtigden zijn. Het artikel bepaalt de volgorde. Wel zal de werkgever een eindafrekening moeten maken met betrekking tot het salaris. Dit bedrag dient de werkgever over te maken met het salaris van de werknemer.
Mag een leerling van jonger dan 4 jaar worden toegelaten op school?
Op grond van artikel 39 lid 1 WPO moet een kind om als leerling tot een school te worden toegelaten de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. Artikel 39 lid 3 WPO biedt wel de mogelijkheid om in de periode vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden tot het bereiken van de leeftijd van 4 jaar kinderen gedurende ten hoogste 5 dagen toe te laten. Dit zijn de zogenaamde ‘wendagen’. Deze kinderen zijn geen leerlingen in de zin van de wet.
Kan er afgeweken worden van de reiskostenvergoedingsregeling zoals gemeld in artikel 7.2 CAO PO?
Artikel 7.2 lid 11 CAO PO geeft aan dat de werkgever met instemming van de PGMR een (tijdelijke) vergoedingsregeling woon-werkverkeer vast kan stellen indien de regeling een verbetering inhoudt ten opzichte van de regeling in dit artikel. Zodra de reiskostenvergoeding hoger wordt dan 19 cent per kilometer, zal alles boven de 19 cent per kilometer in verband met de fiscale regelgeving niet meer netto uitbetaald mogen worden. Wij adviseren schoolbesturen een afwijkende reiskostenvergoedingsregeling aan de Belastingdienst voor te leggen. De Belastingdienst kan toetsen of de fiscale regelgeving juist gevolgd wordt.
Hoe lang mag een medewerker op arbeidstherapeutische basis werken?
Werken op arbeidstherapeutische basis betekent dat de persoon in belang van zijn re-integratie op advies van de deskundige persoon, de arbodienst of het re-integratiebedrijf wenselijk geachte arbeid voor de werkgever of voor derden verricht.
Tijdens een ziektetraject kan een medewerker een periode op arbeidstherapeutische basis werken. Er is sprake van arbeid op therapeutische basis, indien de werkzaamheden aan de volgende eisen voldoen:
- De activiteiten moeten binnen een van tevoren aangegeven periode uitgevoerd worden;
- De periode mag nooit langer dan zes weken zijn;
- De werkzaamheden moeten deel uitmaken van een opbouwend re-integratietraject;
- Het werk dat wordt gedaan mag geen bestaande functie zijn die in de cao staat omschreven;
- Het moet een gecreëerde functie zijn;
- Er moet te allen tijde begeleiding aanwezig zijn;
- De medewerker moet op elk moment weg kunnen gaan.
Vaak is werken op arbeidstherapeutische basis niet nodig, of zijn enkele dagen voldoende voor een bedrijfsarts om een vervolgplan te kunnen opstellen. Zodra de bedrijfsarts dat mogelijk acht, is het de bedoeling dat een medewerker arbeid met enige loonvormende waarde gaat verrichten (arbeid heeft loonvormende waarde wanneer de werkgever er ook iets aan heeft).