Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Geldt er nu een instemmingsrecht van de MR op de hoofdlijnen van de begroting of is dit nog een voorstel?
Er ligt een voorstel tot wetswijziging bij de Tweede Kamer, maar dit voorstel heeft vertraging opgelopen. Op dit moment heeft de (G)MR adviesrecht over de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid. Er zijn plannen om dit te wijzigen naar een instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting. Het instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting 2022 is er op dit moment nog niet.
Onverminderd bovenstaande ontvangt de (G)MR op dit moment conform artikel 8 Wms jaarlijks de begroting en bijbehorende beleidsvoornemens op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied. Wij raden aan de medezeggenschap jaarlijks op de hoogte te houden van het proces rondom de begroting. Indien de formele rechten van de medezeggenschap daadwerkelijk uitgebreid worden zullen wij daarover communiceren via de gebruikelijke wegen.
Wat is de gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs en hoe hangt de bekostiging van een school hiermee samen?
De gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs ligt rond de 22,9 leerlingen (2020), maar op dat getal valt veel af te dingen.
Het gemiddelde wordt namelijk berekend op basis van het geld dat een school via de lumpsum krijgt. Die lumpsum (t/m 2022, vóór vereenvoudiging) is mede gebaseerd op het aantal leerlingen per leerkracht. Zo ontvangt een school 0,0595 FTE leerkracht per leerling onderbouw en 0,0414 FTE leerkracht per leerling bovenbouw. Hier moeten deels ook directie (daar is ook een directietoeslag voor) en onderwijsondersteunend personeel uit worden betaald.
Schoolbesturen mogen het geld uit de lumpsum naar eigen inzicht inzetten. De één zet zijn geld in voor meer ondersteuning in en buiten de klas, de ander kiest voor kleinere klassen. Het is daarom ook lastig om een landelijk gemiddelde groepsgrootte te geven, aangezien de grootte van een klas sterk afhankelijk is van het beleid op school. In werkelijkheid bepaalt het type kinderen op een school en de visie van de school op onderwijs eigenlijk hoe groot een klas is.
Er ligt een concept wetswijziging (WMS) waarin wordt geregeld dat de GMR adviesrecht krijgt bij de vaststelling van de groepsgrootte. Of en wanneer dit gaat gebeuren, is nog onbekend.
Is een ouder automatisch lid van de oudervereniging?
Lidmaatschap van een vereniging is altijd vrijwillig. Op de website van Ouders en Onderwijs is veel informatie te vinden over ouderraden en -verenigingen te vinden. Op de website Sterk Medezeggenschap [link: www.sterkmedezeggenschap.nl] staat meer informatie over de oudergeleding van de medezeggenschapsraad.
Mag een school de schooltijden veranderen?
Dat mag alleen als de ouders erbij worden betrokkenn. De oudergeleding in de medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht bij het vaststellen of wijzigen van de schooltijden. Voorafgaand aan de vaststelling (of wijziging) van de schooltijden moeten alle ouders worden geraadpleegd met een ouderenquête. De wijziging kan pas plaatsvinden als de meningen van de ouders zijn gepeild om te voorkomen dat ouders en kinderen onvoorziene problemen krijgen door veranderingen in de schooltijden. Het instemmingsrecht is vastgelegd in artikel 13.1 onder h van de Wet medezeggenschap scholen (Wms). Zie voor meer informatie Infowms.nl.
Moeten de handtekening van beide ouders op het inschrijfformulier van een leerling staan, ook als er sprake is van een (v)echtscheiding?
In dit soort situaties kun je het bijna nooit goed doen; er zal altijd een ouder bezwaar hebben. Dit is de formele kant:
Als beide ouders (nog) het ouderlijk gezag hebben, moeten ze strikt genomen allebei tekenen. Helaas is dat niet altijd te regelen. Daarom is in het Burgerlijk Wetboek bepaald dat derden die te goeder trouw zijn ervan mogen uitgaan dat elke beslissing genomen door één ouder is genomen mét toestemming van de andere ouder. Alleen als derden (zouden moeten) weten dat er onenigheid is tussen de ouders, vervalt dit vermoeden en hebben zij de expliciete toestemming van beide ouders nodig.
Wanneer een moeder haar kind komt inschrijven op school, en de school niet weet dat er een conflict is tussen de ouders over deze inschrijving, mag de school het kind dus rechtsgeldig inschrijven. Wanneer de vader achteraf laat weten niet akkoord te gaan met deze inschrijving, blijft de inschrijving bestaan en kan de vader deze alleen aanvechten voor de rechter.
Wanneer de school op het moment van de inschrijving weet dat de vader hiermee niet akkoord gaat, kan het kind niet rechtsgeldig ingeschreven worden. Het kind mag pas worden ingeschreven als de ouders een akkoord bereiken, of wanneer een rechter de knoop doorhakt.
Wanneer één van beide ouders niet reageert dan moet de school ervan uitgaan dat ouders niet op één lijn zitten. Als wordt vermoed dat een ouder er niet achter staat en de school kan deze ouder niet bereiken, dan moet de andere ouder de toestemming van de niet reagerende ouder krijgen. Desnoods via de rechter.
Het advies is altijd om te overleggen met beide ouders, en mogelijk met de oude school, en te pleiten voor rust totdat de zaak door de rechter is beslist. Wat is het beste voor het kind; nog een aantal weken op de oude school of op de nieuwe, beide met het risico dat het toch weer anders wordt?
Is de school verplicht om beide ouders (of de voogd) een uitnodiging te versturen oudergesprekken?
Scholen hebben een actieve informatieplicht aan (gescheiden) ouders, dit staat in artikel 11 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo). Deze plicht houdt in dat de school rapporteert over de vorderingen van de leerling aan ouders, voogd en/of verzorgers, dan wel aan de leerling zelf indien hij/zij meerderjarig en handelingsbekwaam is. De school geeft aan beide ouders dezelfde informatie en nodigt beide ouders uit voor ouderavonden, oudergesprekken of andere momenten van overleg. Bij gezamenlijk ouderlijk gezag mag de school ervan uitgaan dat ouders op één lijn zitten wat betreft opvoeding en dat beide ouders op de hoogte zijn van belangrijke informatie van de school. Als een van de ouders aangeeft dat het overleg niet gezamenlijk kan worden gevoerd, moet de school aanbieden om het gesprek apart te voeren mits dit niet onevenredig belastend is voor de school.
Aan welke eisen moet een leerlingendossier voldoen? En welke rechten hebben ouders?
Actuele informatie over leerlingendossiers en privacy staan op de website van Onderwijsgeschillen.
Wat zegt de WMS over de juiste datum voor het aanleveren van de begroting aan de (G)MR?
Aan het bevoegd gezag wordt niet voorgeschreven op welk moment de begroting en beleidsvoornemens op grond van het informatierecht (artikel 8 Wms) aan de (G)MR moeten worden overgelegd, omdat elk bevoegd gezag zelf mag bepalen of het kalenderjaar dan wel het schooljaar leidend is. De Wms stelt dat dit “tijdig” moet gebeuren, maar dit begrip wordt niet nader toegelicht.
Dient een personeelslid in de ondersteuningsplanraad lid te zijn van een medezeggenschapsraad van een school?
Er is een vacature in de ondersteuningsplanraad (OPR) van ons samenwerkingsverband. Dient een personeelslid in de OPR lid te zijn van een medezeggenschapsraad van een school of mag men ook namens een medezeggenschapsraad worden afgevaardigd? En moeten er dan verkiezingen worden gehouden?
Artikel 4a lid 2 WMS stelt dat de leden van de ondersteuningsplanraad worden afgevaardigd door de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de betreffende scholen en wel zo dat het aantal leden, gekozen uit personeel onderscheidenlijk uit ouders of leerlingen, elk de helft van het aantal leden van de raad bedraagt.
De WMS geeft niet aan op welke wijze de leden van de OPR moeten worden ‘afgevaardigd’. Het is echter niet zo dat elke MR van de scholen van het SWV rechtstreeks een lid hoeft af te vaardigen. Kern van de regeling is dat elke MR direct of indirect vertegenwoordigd is in de OPR. Volgens de wetgever is het aan de MR’en in het SWV om een goede keuze te maken bij de afvaardiging. Dat kan dus per SWV verschillen. De samenstelling en de organisatie van de OPR worden vastgelegd in het reglement van de OPR.
Uit de woorden ‘gekozen’ in het artikel in de WMS kan worden afgeleid dat de afvaardiging dient te geschieden door middel van verkiezingen. De leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden zijn rechthebbende van het kiesrecht. In het medezeggenschapsreglement van de OPR moeten de wijze en organisatie van de verkiezing en het aantal leden nader worden vastgelegd.