Wat zegt de wet over vrijstelling van onderwijsactiviteiten vanwege geloofsovertuiging?
Bijvoorbeeld een ouder wil het kind niet laten deelnemen aan het schoolkamp vanwege hun geloofsovertuiging. Dan zegt artikel 41 van de Wet op het primair onderwijs het volgende:
- De leerlingen nemen deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten, met dien verstande dat die onderwijsactiviteiten voor de leerlingen onderling kunnen verschillen
- Het bevoegd gezag kan op verzoek van de ouders een leerling vrijstellen van het deelnemen aan bepaalde onderwijsactiviteiten met uitzondering van de centrale eindtoets of de andere eindtoetsen, bedoeld in artikel 9b. Een vrijstelling kan slechts worden verleend op door het bevoegd gezag vastgestelde gronden. Het bevoegd gezag bepaalt bij de vrijstelling welke onderwijsactiviteiten voor de leerling in de plaats komen van die waarvan vrijstelling is verleend.
Kortom: een ouder mag een verzoek indienen voor een vrijstelling van een onderwijsactiviteit. Het bevoegd gezag bepaalt vervolgens welke vervangende onderwijsactiviteit hiervoor in de plaats komt.