Beide partijen hebben een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de bekostiging, het beheer en de exploitatie van een schoolgebouw. Volgens de wet zijn schoolbesturen bouwheer en eigenaar van het schoolgebouw. Dit eigendom wordt het juridisch eigendom genoemd. Gemeenten hebben het zogenaamde economisch eigendom. In de praktijk kun je ook kiezen voor een andere eigendomsrelatie als dat beter past bij de lokale situatie en de doelstellingen die met het gebouw en de samenwerking worden nagestreefd.
De financiering van de huisvesting komt deels uit de lumpsum en deels van de gemeente. De gemeente heeft een zorgplicht voor de huisvesting van scholen. Dat betekent dat zij voldoende middelen beschikbaar moeten stellen voor:
- Vervanging
- Nieuwbouw
- Uitbreiding en tijdelijke huisvesting
- Onderhoud en exploitatie van gymzalen
- Eerste inrichting en onderwijsleerpakket
- Constructiefouten
- Vergoeding van schade als gevolg van bijzondere omstandigheden
- Onroerendezaakbelasting (OZB)
Het bestuur ontvangt, als onderdeel van de lumpsum, een genormeerde vergoeding voor onderhoud, energieverbruik en schoonmaak. Dat betekent dat het schoolbestuur het onderhoud van terrein en gebouw moet bekostigen:
- Het onderhoud van de binnenkant
- Het buitenonderhoud en aanpassingen
- Het herstelonderhoud
- Vervanging van leer- en hulpmiddelen
- Exploitatie
- Schoonmaak
- Heffingen
Geen van beide partijen is in financiële of juridische zin verantwoordelijk voor de renovatie van schoolgebouwen.