Interview

‘Ga steeds terug naar het waarom van je werk en check of je het goed doet’

Doe ik nog de goede dingen en doe ik die dingen goed? Dat is voor Talea van der Wal, directeur-bestuurder van SBO De Vlieger, de kernvraag. “De school is een lerende organisatie. Dat houdt ook in dat je voortdurend blijft reflecteren op je handelingen.” Zij noemt dat: ‘het rond maken van de plan-do-check-act-cyclus’. Van der Wal: “Voor mij is dat een heel logische manier van werken. Je gaat terug naar waarom je je werk doet en stelt jezelf voortdurend de vraag: heb ik het goed gedaan?” 

Het antwoord komt van de betrokkenen bij de school: de kinderen, leerkrachten, ouders, mr, raad van toezicht en externe partijen zoals het samenwerkingsverband waaraan De Vlieger als sbo-school expertise levert. Van der Wal wil ‘window dressing’ vermijden. “Je kunt een mooi verhaal vertellen, maar kun je je verbeteringen ook waarnemen? Die moeten toetsbaar zijn.” De school zet enquêtes en interviews in en kijkt naar de harde gegevens over opbrengsten. Van der Wal en haar medewerkers verzamelen ook veel informatie door goed te luisteren tijdens hun contacten met al die partijen.   
 

Er komt bijvoorbeeld nuttige feedback uit de gesprekken met de kinderraad van de school. “De kwaliteit van het onderwijs heeft veel te maken met de mensen die voor de groep staan. Kinderen kunnen goed aangeven of er voldoende naar hen wordt geluisterd, of hun gedrag wordt begrepen, of ze worden gezien.” 

Nuttig klankbord 

De directeur-bestuurder ervaart haar Raad van Toezicht als een nuttig klankbord. Ze stelden samen een toetsingskalender op. Die bepaalt wanneer in het jaar de verschillende aandachtsgebieden op de agenda komen: de omgeving, het welbevinden, personeel, opbrengsten, kwaliteit, financiën… “We kijken ook altijd terug naar wat er het jaar daarvoor is gebeurd. Dan zie je de ontwikkelingen scherper.” 

Als je je lerend opstelt, de goede vragen stelt en luistert naar wat er gezegd wordt, dan krijg je goede feedback. “Die kan ertoe leiden dat we dingen bijstellen. We hebben in de coronatijd bijvoorbeeld met de kinderen besproken hoe we konden werken in bubbels, en na verloop van tijd ook om suggesties voor verbetering gevraagd. Je hebt voor je verantwoording data nodig, maar dit soort gesprekken zorgt voor een belangrijke aanvulling.” 

Goede analyse 

De directeur-bestuurder analyseert de feedback met haar kernteam. “Als eenpitter hebben wij geen bestuursbureau, maar ik heb goede intern begeleiders en adjuncten. Wij verzamelen alle informatie en nemen de tijd om een analyse te maken: wat is het probleem, hoe uit zich dat en wat moeten we inzetten om het op te lossen?”  

Het voortdurend teruggrijpen op het ‘waarom’ van het eigen werk helpt ook om prioriteiten te stellen. “Wij worden overspoeld door extra taken, zeker tijdens deze periode van corona. We moeten nee zeggen tegen dingen die we kunnen laten liggen. Daarbij vaar ik op ons schoolplan en jaarplan.” Door dit gedrag voor te leven, hoopt Van der Wal collega’s te stimuleren om ook goed te prioriteren.  

Transparantie 

De directeur-bestuurder schrijft regelmatig met de directie een uitgebreide informatiebrief voor de mr. Ouders moeten op de hoogte zijn van wat er allemaal speelt en mogen niet verrast worden door ontwikkelingen, vindt ze. Het team krijgt wekelijks een uitgebreide weekbrief. Daarin lezen zij bijvoorbeeld over de vorderingen van het functiebouwhuis in wording. “We streven naar transparantie. We hebben een team met zestig mensen. Zo blijft iedereen op de hoogte en houd je de boel ook een beetje bij elkaar nu mensen hun klaslokaal nauwelijks uit komen. We besteden daarom in de informatiebrief ook aandacht aan lief en leed.”  

Het jaarverslag wordt op De Vlieger niet als heel essentieel ervaren. Van der Wal: “Het jaarverslag bestrijkt het kalenderjaar, terwijl alle andere dingen, inclusief het jaarverslag van de mr, lopen volgens de schoolkalender. Onze schoolgids en het jaarverslag bevatten elk een uitgebreide terugblik en vooruitblik. Het voelt niet schools om over een kalenderjaar verslag te doen. Het financiële deel vind ik wel belangrijk; we moeten natuurlijk verantwoording afleggen over het overheidsgeld.”  

Van der Wal: “Als wij na onze analyse niet tevreden zijn over het effect van ons werk, moeten we de daadkracht opbrengen om dingen aan te passen. Je moet koersvast blijven, maar ook weer niet star zijn. Gebeurtenissen zoals corona vragen om flexibiliteit. De kunst is om het grote plaatje te blijven zien en te weten waarom je de dingen doet.”  

Op basis van wetenschappelijk onderzoek maakte de PO-raad een handreiking voor verantwoording. Aan dit document, Leren en legitimeren door verantwoording in het primair onderwijs, werkten tien schoolbesturen mee die bij de inspectie goed scoorden op kwaliteitszorg, kwaliteitscultuur en verantwoording en dialoog. Met behulp van de handreiking kunnen onderwijsinstellingen hun publieke verantwoording verder verbeteren.