Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Schoolbesturen verantwoorden zich proactief
Schoolbesturen geven het goede voorbeeld, verantwoorden zich proactief en spreken andere besturen aan wanneer dit nodig is.
Onderwijsbesturen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een transparante, proactieve verantwoording hoort bij de publieke middelen waar de sector mee werkt. Schoolbesturen in het primair onderwijs ontvangen lumpsumfinanciering. De overheid bepaalt niet welk bedrag een bestuur waaraan besteedt, dat bepaalt het schoolbestuur zelf. Deze vrijheid brengt de verantwoordelijkheid voor goede verantwoording met zich mee. In de Strategische Agenda van de PO-Raad hebben schoolbesturen met elkaar afgesproken dat zij zich actief verantwoorden over de eigen kwaliteit en die van hun scholen. Dat doen zij via onder meer jaarverslagen en Schoolbesturen op de kaart. Daarmee dragen zij ook bij aan de verantwoording van de sector als geheel.
Lees hier ook de Sectorrapportage.
Horizontale verantwoording
Ieder schoolbestuur betrekt zijn intern toezicht, schoolteam(s) en ouders actief bij de organisatie en het beleid in en om de school/scholen.
Ieder schoolbestuur betrekt zijn intern toezicht, schoolteam(s) en ouders actief bij de organisatie en het beleid in en om de school/scholen. De 'horizontale dialoog' -het gesprek aangaan met de omgeving- hoort bij goed bestuur en past bij cyclische kwaliteitsverbetering. De PO-Raad stimuleert horizontale verantwoording waarbij schoolbesturen het gesprek aangaan met intern toezicht, ouders, schoolteams en de maatschappelijke omgeving. Schoolbesturen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid in juist in de dialoog met directe belanghebbenden komt onderwijskwaliteit tot stand.
Lees meer over Schoolbesturen op de kaart en de Sectorrapportage.
Lumpsum
De lumpsum, de manier waarop het primair onderwijs is Nederland wordt bekostigd, is een groot goed.
Schoolbesturen ontvangen jaarlijks een bedrag van de overheid waarmee ze in overleg met de ouders, personeel en andere stakeholders al hun uitgaven mogen doen. Deze systematiek heet de lumpsum. Eén bedrag waarmee schoolbesturen met hun schoolorganisaties kunnen inspelen op lokale omstandigheden zodat het onderwijs zo goed mogelijk op de leerling kan worden afgestemd. De lumpsum bestaat uit twee afzonderlijke delen: personele en materiële lumpsum.
Diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat de lumpsum heeft geleid tot beter en doelmatiger onderwijs en past bij de manier waarop wij het onderwijs in Nederland hebben ingericht. Toch is er ook kritiek omdat niet van iedere euro te volgen is waar deze heengaat terwijl de politiek en samenleving hier wel steeds meer om vragen. De Onderwijsraad concludeerde in haar advies ‘Inzicht en verantwoording van onderwijsgelden’ dat de lumpsum zelf juist goed is voor het onderwijs omdat dit systeem ‘het meeste recht doet aan de autonomie van onderwijsinstellingen en de stabiliteit en continuïteit van bekostiging en onderwijsbeleid waarborgt’.
Vrijwillige ouderbijdrage
Geen enkel kind mag worden uitgesloten van activiteiten die de school organiseert, ook al betalen zijn ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet. Dat is het uitgangspunt van de richtlijn die de PO-Raad eind 2018 met Ouders, Onderwijs, de belangenvereniging van ouders, heeft afgesproken.
Volgens de wet moeten alle leerlingen altijd kunnen meedoen aan zaken die verplicht zijn binnen het lesprogramma. Voor extra activiteiten die de school organiseert, zoals bijvoorbeeld schoolreisjes, geldt die regel niet. In de praktijk komt het daardoor wel eens voor dat een kind niet mee mag doen aan zo’n activiteit als zijn ouder(s) hiervoor geen ouderbijdrage hebben betaald.
De nieuwe richtlijn moet hieraan een einde maken. De PO-Raad en haar leden vinden het namelijk onverteerbaar als de portemonnee van de ouders bepaalt of een kind mag meedoen aan schoolreisjes of andere extra activiteiten.
In de richtlijn wordt verder nog eens benadrukt dat een ouderbijdrage altijd vrijwillig moet zijn. Scholen moeten ouders van leerlingen hierover duidelijk informeren. Daarnaast moet de Medezeggenschapsraad (MR) altijd instemmen met de hoogte van vrijwillige ouderbijdrage. Dat geldt ook voor alle andere vormen van financiële bijdragen van ouders. De PO-Raad en ouders willen geen maximale ouderbijdrage afspreken omdat ze bang zijn dat dit maximum dan juist als norm wordt gezien.
Met de richtlijn komt de PO-Raad tegemoet aan een oproep van minister Arie Slob (Primair onderwijs) om als sector zelf afspraken te maken over de vrijwillige ouderbijdrage. De richtlijn wordt op termijn opgenomen in de Code Goed Bestuur van het primair onderwijs.
Ieder schoolbestuur betrekt intern toezicht, schoolteam(s) en ouders actief bij het beleid in en om de school
Ieder schoolbestuur betrekt zijn intern toezicht, schoolteam(s) en ouders actief bij de organisatie en het beleid in en om de school/scholen. De 'horizontale dialoog' -het gesprek aangaan met de omgeving- hoort bij goed bestuur en past bij cyclische kwaliteitsverbetering.
Lees meer over Schoolbesturen op de kaart en de Sectorrapportage.