Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Moeten de handtekening van beide ouders op het inschrijfformulier van een leerling staan, ook als er sprake is van een (v)echtscheiding?
In dit soort situaties kun je het bijna nooit goed doen; er zal altijd een ouder bezwaar hebben. Dit is de formele kant:
Als beide ouders (nog) het ouderlijk gezag hebben, moeten ze strikt genomen allebei tekenen. Helaas is dat niet altijd te regelen. Daarom is in het Burgerlijk Wetboek bepaald dat derden die te goeder trouw zijn ervan mogen uitgaan dat elke beslissing genomen door één ouder is genomen mét toestemming van de andere ouder. Alleen als derden (zouden moeten) weten dat er onenigheid is tussen de ouders, vervalt dit vermoeden en hebben zij de expliciete toestemming van beide ouders nodig.
Wanneer een moeder haar kind komt inschrijven op school, en de school niet weet dat er een conflict is tussen de ouders over deze inschrijving, mag de school het kind dus rechtsgeldig inschrijven. Wanneer de vader achteraf laat weten niet akkoord te gaan met deze inschrijving, blijft de inschrijving bestaan en kan de vader deze alleen aanvechten voor de rechter.
Wanneer de school op het moment van de inschrijving weet dat de vader hiermee niet akkoord gaat, kan het kind niet rechtsgeldig ingeschreven worden. Het kind mag pas worden ingeschreven als de ouders een akkoord bereiken, of wanneer een rechter de knoop doorhakt.
Wanneer één van beide ouders niet reageert dan moet de school ervan uitgaan dat ouders niet op één lijn zitten. Als wordt vermoed dat een ouder er niet achter staat en de school kan deze ouder niet bereiken, dan moet de andere ouder de toestemming van de niet reagerende ouder krijgen. Desnoods via de rechter.
Het advies is altijd om te overleggen met beide ouders, en mogelijk met de oude school, en te pleiten voor rust totdat de zaak door de rechter is beslist. Wat is het beste voor het kind; nog een aantal weken op de oude school of op de nieuwe, beide met het risico dat het toch weer anders wordt?
Hoe bepaal je het individueel professionaliseringsbudget?
Moeten wij bij het bepalen van de hoogte van het individueel professionaliseringsbudget rekening houden met de gemiddelde wtf van desbetreffend kalenderjaar of moeten we rekening houden met een andere methodiek?
De hoogte van het professionaliseringsbudget in art 9.3 lid 2 cao po in tijd en geld wordt berekend naar rato van de werktijdfactor per schooljaar en naar rato van hoelang de werknemer dat schooljaar in dienst is. Dus niet per kalenderjaar omdat overeenkomstig de definitie in artikel 1.1. cao po met ’jaar’ in artikel 9.3. cao po een schooljaar wordt bedoeld. Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli.
Elke werknemer in het OP en OOP heeft naar rato van de werktijdfactor recht op een individueel professionaliseringsbudget van € 500,= netto per jaar en 2 uren per werkweek (art 9.3 lid 2 cao po) per schooljaar.
Het individuele scholingsbudget voor 2020 en 2021 is verhoogd met €100,= per jaar naar rato van de werktijdfactor (artikel 9.8 lid 2 cao po).
Wie is aansprakelijk voor een ongeval op het schoolplein buiten schooltijd?
Een speelplaats bij een school heeft meestal 2 functies: als openbare ruimte en als schoolplein. Onder schooltijd is het plein in gebruik onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Daarna Na en voor schooltijd en daarvoor valt het plein feitelijk onder de openbare ruimte en draagt de gemeente (mede) verantwoordelijkheid. In verband hiermeeOnder andere door deze gedeelde verantwoordelijkheid, is het wenselijk met de gemeente een convenant te sluiten waarin is opgenomen dat beide functies voorkomen en welke partij in welke situatie verantwoordelijk is, indien zich op dit terrein een ongeluk voordoet. Als alles goed is onderhouden en een spelend kind het been breekt, zijn in beginsel het schoolbestuur en de gemeente hiervoor niet aansprakelijk. Maar als het kind door nalatigheid van een één van de partijen struikelt over een opgebroken toegangspad of omhoog gelegen tegels, dan wel ongelukkig valt of schade aan de kleding ontstaat doordat de kwaliteit van de schommel niet in orde is, een paar treden van de glijbaan zijn doorgeroest, het klimrek niet veilig is, et cetera, dient terdege rekening te worden gehouden met een aansprakelijkheidsstelling.
Om vermelde aansprakelijkheid te voorkomen wordt steeds vaker de speelplaats na schooltijd afgesloten en zelfs na overleg met de politie, verboden toegang-bordjes geplaatst. Hierdoor ontstaat voor de politie de mogelijkheid eventueel verbaliserend op te treden en zal ongetwijfeld regelmatiger door hen toezicht worden uitgeoefend. Voor de kinderen uit de buurt betekent dit echter een inperking van speelvoorzieningen, met alle mogelijke gevolgen voor de beweging van kinderen van dien. Alvorens een dergelijk bordje te plaatsen verdient het daarom aanbeveling overleg te voeren met de gemeente om te bezien of dit wel de gewenste oplossing is, respectievelijk het probleem niet alsnog anderszins kan worden ondervangen, bijvoorbeeld door een bordje te plaatsen dat het gebruik van de speelplaats na schooltijd voor eigen risico is, hetgeen minder dreigend naar de buurt overkomt.
Bestaat er een checklist voor het opstellen van een bestuursformatieplan?
De PO-Raad heeft geen uitgebreide checklist. Wel is er een beknopt overzicht waarmee u aan de slag kunt met het bestuursformatieplan.
In het bestuursformatieplan moet het bevoegd gezag aangeven welke functies van welke omvang, aard en niveau op korte en lange termijn noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de onderwijsdoelstellingen. Uit het bestuursformatieplan moet kunnen worden afgeleid welke functies boventallig zijn, voor welke omvang en waarom. Het bestuursformatieplan bevat vervolgens in ieder geval de volgende overzichten:
- Het meerjarenformatiebeleid en de prognoses;
- Een overzicht van de te besteden middelen en de lumpsumbekostiging;
- Een overzicht van de formatieopbouw en andere bestedingsdoelen;
- Een overzicht van de besteding van middelen, de vorming van reserves en voorzieningen en de overdracht van formatie.
Het bestuursformatieplan bevat bij voorkeur een toelichting bij de overzichten. Het verdient aanbeveling de keuzes in het bestuursformatieplan nader toe te lichten.