Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Wat zijn de referentieniveaus voor taal en rekenen?
Referentieniveaus beschrijven wat een leerling op het gebied van taal en rekenen moet beheersen op een bepaald moment in de schoolloopbaan. Hiermee krijgen scholen inzicht in het niveau van de leerling in elke fase van de opleiding, kunnen zij de leerling gericht helpen bij het verbeteren van de prestaties en wordt de basis gelegd voor een soepelere aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs.
Voor het primair onderwijs worden twee beheersingsniveaus onderscheiden:
- Het fundamentele niveau, 1F. Dit zouden alle leerlingen moeten beheersen om goed mee te kunnen doen in de maatschappij;
- Het streefniveau, dat is 1S (voor rekenen) en 2F (voor taal). Als leerlingen dit niveau beheersen, hebben zij voldoende bagage om door te stromen naar TL, HAVO of VWO.
De Referentieniveaus zijn vastgelegd in de Wet Referentieniveaus Nederlandse Taal en Rekenen en zijn van toepassing op het (speciaal) basisonderwijs en alle vormen van speciaal onderwijs, met uitzondering van zeer moeilijk lerende en meervoudig gehandicapte leerlingen (ZML en MG). Lees meer op de website van Stichting Leerplan Ontwikkeling.
Mag een zij-instromer het opleidingstraject in het praktijkonderwijs volgen?
Dat is geen probleem. Een zij-instromer mag het opleidingstraject in het praktijkonderwijs volgen en niet in het basisonderwijs of speciaal (basis)onderwijs. Een leraar met een PABO-getuigschrift is bevoegd om les te geven in het praktijkonderwijs. De stage kan dus prima binnen het praktijkonderwijs gevolgd worden.
Is een universitaire opleiding Onderwijskunde voldoende voor inschrijving in het schoolleidersregister?
Je mag je laten inschrijven in het schoolleidersregister als je voldoet aan de basiskwalificaties zoals beschreven in de beroepsstandaard. Er zijn een aantal opleidingen die daar aan voldoen, zoals de schoolopleidersopleidingen en Masters Educational Leadership.
De opleidingen Onderwijskunde en Onderwijswetenschappen sluiten niet voldoende aan bij de beroepsstandaard. Maar in combinatie met management- en/ of leiderschapscursussen voldoe je mogelijk wel aan de beroepsstandaard. Hiervoor kun je de Individuele DiplomaWaardering (IDW) gebruiken, een assessment doen of een EVC-procedure starten. Neem voor vragen contact op met het schoolleidersregister op 030-234 73 60 of via info@schoolleidersregisterpo.nl.
Mogen NAW-gegevens gedeeld worden met de schoolfotograaf?
In standaardgevallen mag dat, maar wel met een verwerkersovereenkomst. Een schoolfotograaf heeft gegevens nodig van leerlingen om de juiste foto’s bij de juiste klassen terecht te laten komen. Als de fotograaf zelf de foto’s verstuurt naar de ouders, zijn er adressen nodig. De school mag die dus alleen aan de fotograaf geven als er afspraken worden gemaakt over wat de fotograaf met die gegevens mag doen. De schoolfotograaf is wel een verwerker voor de school, dus je moet een verwerkersovereenkomst afsluiten.
De grondslag voor de verwerking (het leveren data leerlingen aan fotograaf) is om schoolfoto's te maken. Juridisch is dit een gerechtvaardigd belang. Dat 'hoort' bij het onderwijs, en de school gebruikt vaak zelf ook de pasfoto of klassenfoto voor eigen doelen.
Het beste is om de model verwerkersovereenkomst te gebruiken, maar dit is in de praktijk niet altijd makkelijk. Als de schoolfotograaf geen verwerkersovereenkomst wenst af te sluiten, probeer dan andere goede afspraken te maken over wat de fotograaf wel en niet met de data mag. Dat kan in een brief of mail. Als de fotograaf meer met de gegevens wil doen van de leerlingen/ouders, dan moet hij zelf toestemming vragen (bijvoorbeeld door een vinkje te laten zetten bij 'ja ik vind het goed om aanbiedingen van de fotograaf te krijgen').
Kunnen scholen bij een tekort aan leraren overstappen van een vijfdaagse schoolweek naar vier dagen onderwijstijd?
De wet verbiedt een vierdaagse schoolweek, met uitzondering van zeven weken. In artikel 8 van de Wet primair onderwijs staat namelijk dat een schoolweek in beginsel vijf dagen per week duurt en vanaf groep drie maximaal zeven weken van vier dagen hebben. Scholen kunnen hierdoor wel in de knel komen met het behalen van onderwijstijd door leerlingen. Desondanks begrijpt de PO-Raad dat scholen zich door het nijpende lerarentekort gedwongen voelen een dergelijke keuze te maken.